100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting inleiding recht €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting inleiding recht

2 beoordelingen
 169 keer bekeken  13 keer verkocht

In deze samenvatting staat alles wat je moet leren voor de toets inleiding recht van de studie ruimtelijke ontwikkeling. Alle belangrijke begrippen zijn schuingedrukt zodat ze makkelijk terug te vinden zijn.

Voorbeeld 3 van de 29  pagina's

  • Nee
  • 1 + 2.1 + 2.2 + 2.3-2.3.3 + 2.3.8 + 2.4 + 2.5 + 2.6 + 2.8 + 3 + 6 + 7
  • 30 maart 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: brambijen03 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: noellenijhuis03 • 3 jaar geleden

Erg fijn! Blij mee!

avatar-seller
SemIjssennagger
Basisboek recht
Hoofdstuk 1: Inleiding in het recht
Paragraaf 1: kennismaken met het recht
Doordat iedereen zijn eigen belangen wilt, kan er ruzie komen.
Eigenrichting: in een geschil je gelijk handelen door zelf geweld te gebruiken. Het recht van de
(economische) sterkste.
De overheid heeft monopolie op de rechtshandhaving met behulp van dwangmiddelen.

Er zijn lagere en hogere rechters. De rechters zijn lid van de zittende magistratuur: ze blijven zitten
als ze aan het woord zijn.




De rechtbank is het 1e gerecht  juridisch probleem komt daar eerst. Je hebt meervoudige (3
rechters) en enkelvoudige kamers (1 rechter).
Niet eens met vonnis (de uitspraak)?  Hoger beroep bij gerechtshof, de rechters heten daar
raadsheren. Meestal zijn het 3 rechters en soms is het er 1.
Als je het nog niet eens bent met de uitspraak, die heet dan een arrest  dan ga je in cassatie bij de
Hoge Raad. De rechter heet daar ook een raadsheer. Je hebt daar 5 raadsheren.
Het verschil tussen cassatie en hoger beroep:
- Hoger beroep kijkt of de feiten goed zijn beoordeeld, de uitspraak kan worden vervangen
maar het kan ook hetzelfde blijven.
- Cassatie, je kijkt dan of de feiten kloppen en of het recht goed is toegepast, als het niet goed
is dan gaat de zaak terug naar de lage rechter.

Sanctie: middel om naleving van bijvoorbeeld een voorschrift af te dwingen, of het is een straf voor
een overtreding.
Het college van burgemeester en wethouders kan een last onder dwangsom opleggen: elke dag dat
de overtreding er nog is, moet er nog een geldbedrag betaald worden.

Paragraaf 2: inleiding van het objectieve recht
Het objectieve recht omvat de rechtsregels die door de overheid zijn vastgesteld of erkent met het
doel de samenleving te ordenen, en die gehandhaafd kunnen worden. Wordt ook aangeduid als
positief/geldend recht.

Privaatrecht regelt rechtsverhouding tussen burgers onderling, met individueel belang centraal. Soms
ook tussen burgers en overheid.
Natuurlijk persoon: mens. Rechtspersoon: organisatievorm die voor veel handelingen net als
natuurlijke personen aan het rechtsverkeer mag deelnemen.

,Publiekrecht regelt de verhouding tussen de overheid en burger met het algemeen belang centraal.
Bestuursrecht: overheid moet wetten uitvoeren. Maar moet zich ook aan regels houden gebeurt
dat niet?  De belanghebbende mag procedure aanspannen.
Strafrecht: zaak tussen verdachte en samenleving.
Een zaak tussen overheid en burger kan ook privaatrecht zijn, dan is de overheid een rechtspersoon.

Materiele recht bevat regels die rechten verlenen en verplichtingen opleggen tussen burger en
burger en burger en overheid. Het kan ook tussen overheid en overheid.
Formeel recht/procesrecht; regels hoe iemand zijn privaatrechtelijke rechten kan afdwingen
tegenover anderen.

Paragraaf 3: wat wordt verstaan onder recht?
Objectief recht: regels, geschreven en ongeschreven (normen). Alle rechtsregels die nu gelden.
Subjectief recht: de bevoegdheid die 1 persoon heeft tegen 1 of meer andere personen.
Het objectieve recht verleent subjectieve rechten.
Subjectieve recht worden gedragen door rechtssubjecten, wat personen zijn. 2 groepen:
- Natuurlijk persoon
- Rechtspersoon
Rechtsobject: voorwerp van een rechtssubject. Dieren horen daar ook bij.

Wetmatig: overeenkomstig de voorschriften van de wet.
Ongeschreven rechtsregels hebben ook rechtskracht. Bij dwingend recht is het onvoorwaardelijk.
Als en afspraak nietig wordt verklaard, geld hij niet meer.
Bij aanvullend recht, mag je de regel aanpassen als beide partijen het er mee eens zijn. Zijn ze dat
niet? Dan geld de algemene regel. Bij semidwingend recht mag je maar een gedeelte van de regel
afwijken. Dit is vastgesteld in de wet.

Paragraaf 4: rechtsbronnen
Bij de vraag naar de rechtmatigheid is de wet een hulpmiddel.

Wet in formele zin: een gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal. Bijvoorbeeld
Burgerlijk Wetboek. In de benaming moet ‘wet’ of ‘wetboek’ staan. Mensen die in formele zin
maken:
- Regering maakt algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s)
- Provinciale staten maken provinciale verordeningen  Provinciewet
- Gemeenteraad maakt gemeentelijke verordeningen  gemeentewet
Dit zijn wetten immateriële zin.

Wetten in materiele zin: bevat algemene regels van een tot regelgeving bevoegd overheidsorgaan,
die de burgers binden.
Deze wet is algemeen verbindend: geld altijd en voor iedereen. Deze wet heeft een externe werking.
Ook moet het vastgesteld worden zijn door een orgaan dat door de grondwet bevoegd is. Ook is het
een zelfstandige naamstelling  creëert bindende rechtsnormen voor burgers en bedrijven. Er zijn
veel wetten die in formele en materiele zin zijn. De rangorde van de wetten in materiele zin is:
- Grondwet
- Wetten in formele zin (gemaakt door regering en de Staten-Generaal)
- Algemene maatregelen van bestuur (regering, materiele zin)

, - Ministeriële regelingen
- Provinciale verordeningen
- Gemeentelijke verordeningen

Gewoonterecht is algemeen erkend als zelfstandige rechtsbron naast de wet. Gewoonte: geregeld
handelen in een zekere kring. Naast bewijs gewoonte is nodig:
- Handelingen zijn gevolg van dat iemand gewoon doet.
- Afwijking van de gewoonte wordt net goed ervaren.
Legaliteitsbeginsel: alleen de wet bepaalt welk feit strafbaar is en welke straf daarbij hoort.

Jurisprudentie: uitspraak van een rechter wordt gebruikt voor andere uitspraken.
Interpretatie: betekenis van de toepasselijke regel uitleggen.
Rechtsvinding: het vinden van recht in een concreet geval.
Een syllogisme bestaat uit een minor (feit), een major (algemene regel) en een conclusie.

Interpretatiemethoden:
- Grammaticale interpretatie: de taal is belangrijk, ook de combinatie tussen andere woorden.
- Wetshistorische interpretatie: wat was de bedoeling van de opstellers van de wet? De
Memorie van Toelichting is de uitleg bij een wetvoorstel.
- Teleologische interpretatie: kijkt naar de bedoeling van de wet.
- Anticiperende interpretatie: kijkt naar aankomende wetten en houd daar rekening mee.
- Systematische interpretatie: (nieuwe) wetsbepaling wordt in verband toegepast en uitgelegd
met andere wetsbepalingen.

Bij materiele gebondenheid hou je rekening met uitspraken van andere rechters in soortgelijke
gevallen.

Als er geen wet is moet de rechter zelf recht vormen  rechtsvorming. De hulpmiddelen zijn:
- Analogie: uitbreiden van een wettelijke regel
- A-contratio-redenering: de wettelijke regel geld alleen voor het uitdrukkelijk genoemde geval
en niet op een afwijkende situatie.
Dit zijn redeneervormen.

Verdrag: internationale overeenkomst tussen twee of meer staten.
Monistische opvatting: volkenrechtelijke verdragen hebben binnen nationale rechtsorde
automatische werking.
Verdrag is alleen en wetsbron als het gaat om bepalingen met directe werking.
Internationale afspraken worden in conceptverdragen vastgelegd  ondertekend  sluiting van het
verdrag  Staten-Generaal moet goedkeuren  ratificatie: bekrachtiging, zeggen dat Nederland
meedoet  rechtskracht.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SemIjssennagger. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99  13x  verkocht
  • (2)
  Kopen