Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Bijzondere overeenkomsten: algemeen.............................................................................2
Hoofdstuk 2 Algemeen overeenkomstenrecht.......................................................................................4
Hoofdstuk 3 Koop en consumentenkoop.............................................................................................10
Hoofdstuk 4 Arbeid en opdracht..........................................................................................................19
Hoofdstuk 5 Aanneming van werk........................................................................................................30
Hoofdstuk 6 Vaststellingsovereenkomst..............................................................................................35
Hoofdstuk 7 Verzekeringsovereenkomst..............................................................................................39
,Hoofdstuk 1 Bijzondere overeenkomsten: algemeen
Bijzondere overeenkomsten: zijn bijzonder omdat ze een bijzondere regeling in de wet kennen, die
aanvullend is op algemene regels van het overeenkomstenrecht. Worden ook wel benoemde
overeenkomsten genoemd.
Als aanbod en aanvaarding overeenstemmen, komt er een overeenkomst tot stand, art. 6:217 lid 1
BW.
Een belangrijke reden voor opname in de wet is dat de wetgever bij verschillende overeenkomsten
zwakkere partijen wenst te beschermen tegen sterkere partijen.
Het beschermen van een zwakkere partij en het bevorderen van een goed verloop van het
rechtsverkeer zijn de hoofdredenen die de wetgever heeft om in Boek 7 e.v. BW regels te stellen
voor bijzondere overeenkomsten.
Lex specialis derogat lex generali: bijzondere wetgeving gaat voor algemene wetgeving.
De bijzondere overeenkomsten worden in het BW behandeld in Boek 7, 7A en 8. Dit is een gelaagde
structuur, de wettelijke regels in het BW worden gedetailleerder naarmate je verder in het wetboek
komt.
Boek 1 en 2: regels rond natuurlijke personen en rechtspersonen;
Boek 3: vermogensrecht in het algemeen;
Boek 4: erfrecht;
Boek 5: zakelijke rechten, eigendomsrecht;
Boek 6: algemene deel van verbintenissenrecht;
Boek 7, 7A en 8: bijzondere regels voor bepaalde overeenkomsten.
Bijzondere overeenkomsten: categorieën
Overeenkomsten die de overdracht van een goed tot doel hebben: koop, schenking, ruil.
Overeenkomsten die het gebruik van een goed tot doel hebben: huur, pacht.
Overeenkomsten op grond waarvan werkzaamheden worden verricht: opdracht, bewaarneming,
arbeidsovereenkomst, aanneming van werk.
Overeenkomsten met een financieel karakter: financiële zekerheidsovereenkomst,
consumentenkrediet, goederenkrediet, geldlening, pandbelening, borgtocht, verzekering, lijfrente.
Restcategorie: vaststellingsovereenkomst, reisovereenkomst.
Begrippenlijst:
Angelsaksisch recht/Anglo-Amerikaans recht Het rechtssysteem dat in ex-kolonies en landen
van het Gemenebest van Naties wordt
gehanteerd, waarin aan rechtspraak een zeer
grote rol is toebedeeld.
Bijzondere overeenkomst Een overeenkomst waardoor de wetgever
speciale regels heeft opgesteld, aanvullende op
het algemene overeenkomstenrecht.
Code Civil Het Franse Burgelijk Wetboek uit de tijd van
Napoleon Bonaparte (1769-1821), dat een grote
invloed heeft gehad op de wetgeving in
verschillende Europese landen.
Common Law Een gebruikelijke benaming voor het
, Angelsaksische/Anglo-Amerikaanse
rechtssysteem.
Civil Law Een gebruikelijke benaming voor de Europese
rechtssystemen met een napoleontisch of
Romaans-Germaans systeem.
Gelaagde structuur (van het BW) De opbouw van het Burgerlijk Wetboek, waarbij
de regels van algemeen naar bijzonder gaan.
Gemengde overeenkomst Een overeenkomst die verschillende
verbintenissen omvat, die niet goed los van
elkaar kunnen worden gezien en die voldoet
aan de omschrijving van verschillende
bijzondere overeenkomsten.
Gewoonterecht De maatschappelijke gebruiken en gewoonten
die op een bepaald terrein gelden.
Internationaal privaatrecht De regels die bepalen welk rechtsstelsel van
toepassing is bij grensoverschrijdende,
privaatrechtelijke kwesties. In het Nederlandse
recht vastgelegd in Boek 10 BW.
Jurisprudentie Het geheel van uitspraken, vonnissen en
arresten van rechtsprekende instanties.
Natuurlijk persoon Een mens van vlees en bloed, die als
rechtssubject drager kan zijn van rechten en
verplichtingen.
‘Om niet’ Zonder tegenprestatie, gratis.
Overeenkomst sui generis Een overeenkomst met eigen aard, die geen
aparte wettelijke regeling kent en die beheerst
wordt door de algemene regels van het
overeenkomstenrecht (ook wel: onbenoemde
overeenkomst).
Postcontractuele verbintenis Een verbintenis die na het tenietgaan van de
overeenkomst ontstaat.
Precontractuele verbintenis Een verbintenis die tussen partijen ontstaat
vóórdat een overeenkomst tot stand is
gekomen.
Rechtspersoon Een juridische constructie waaraan door de
wetgever de hoedanigheid van rechtssubject is
toegekend, waardoor deze drager is van
rechten en verplichtingen.
Rechtssubject Drager van rechten en verplichtingen.
Samengestelde overeenkomst Een overeenkomst die uit verschillende
onderdelen bestaat, die ieder voor zich als een
afzonderlijke overeenkomst kunnen worden
beschouwd.
, Hoofdstuk 2 Algemeen overeenkomstenrecht
Aanvullend en dwingend recht:
Aanvullend recht:
Aanvullend recht ook wel regelend recht genoemd. Aanvullende regels gelden als partijen over een
bepaald aspect van de overeenkomst niets hebben afgesproken. Partijen zijn vrij om af te wijken van
hetgeen de wetgever in de aanvullende regel heeft bepaald.
Dwingend recht:
Van dwingendrechtelijke regels mag niet worden afgeweken. Als een bepaling een beschermend
karakter heeft is die van dwingend recht. Het is wel toegestaan om afspraken te maken die ten
voordele zijn van de partij die wordt beschermd en gunstiger zijn dan de aanvullende regel.
Wanneer dwingend en wanneer aanvullend:
In afdeling 1 t/m 7 van boek 7 kan niet ten nadele van de koper worden afgeweken. Dit is dwingend
recht. Als iemand wordt beschermd is het dwingend recht. Als het minder duidelijk is bepaald de
rechter of het dwingend is.
Semidwingend recht:
Er zijn veel bepalingen waarvan wel mag worden afgeweken, als dit bij schriftelijke overeenkomst
gebeurt.
Driekwartdwingend recht:
Dit zijn bepalingen waarvan alleen bij collectieve arbeidsovereenkomst mag worden afgeweken.
Uitleg van overeenkomsten:
Pacta sunt servanda:
Een verbintenis uit een overeenkomst moet worden nagekomen (belofte maakt schuld).
Uitleg van overeenkomsten:
Om vast te stellen of een verbintenis uit een overeenkomst niet goed is nagekomen moet eerst
worden vastgesteld wat de verbintenis inhoudt. Het wetsartikel dat aangeeft welke factoren van
belang zijn bij de uitleg van overeenkomsten is art. 6:248 lid 1 BW. Dit bepaalt dat een overeenkomst
niet alleen de rechtsgevolgen heeft die partijen zijn overeengekomen maar ook die uit de aard van de
overeenkomst, de wet, de gewoonte of eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
Haviltex-criterium:
Voor de uitleg van de bewoordingen van een overeenkomst geldt het Haviltex-criterium. Er werd
door partijen getwist over de vraag wat er met het begrip teruggeven werd bedoeld. Haviltex was
van mening dat teruggeven betekende dat hij een gekochte machine zonder reden mocht
teruggeven, terwijl Ermes. Van mening was dat met het begrip werd bedoeld dat de machine alleen
met een gegronde reden mocht worden teruggegeven. De HR besliste dat voor de uitleg van een
bepaling in een contract niet alleen meot worden gekeken naar de letterlijke, taalkundige betekenis
van de bepaling maar ook naar de bedoeling van partijen.
Internationaal:
Bij de uitleg van termen in een contract wordt onderscheid gemaakt tussen een objectieve en
subjectieve uitleg. Bij de taalkundige uitleg bij een contract als die vooropstaat is het een objectieve
uitleg. De objectieve betekenis van de contractbepaling staat dan centraal. Als de bedoeling van
partijen centraal staat is het een subjectieve uitleg. De Nederlandse leer is een combinatie gemengd
objectief en subjectief.