Samenvatting medische basiskennis
A1
- Anatomie= ontleedkunde
Cyto-en histologie= cel- en weefselleer
Embryologie= studie van de ontwikkeling voor de geboorte
Fysiologie= houdt zich bezig met normale levensverrichtingen
Biochemie= houdt zich bezig met de scheikundige processen binnen levensprocessen
- WHO definitie gezondheid: toestand van lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn.
- Lichaamsholten:
- Schedelholte (hersenen)
- Borstholte (hart en longen)
- Buikholte (spijsvertering)
- Bekken (urineblaas, geslachtsorganen en endeldarm)
- Slijmvlies zit op plekken waar openingen van het lichaam voorkomen.
A2
- Kenmerken levende wezens: stofwisseling & voortplanting
- Atoom (/element): kleinste deeltje dat niet meer deelbaar is. Bestaat uit een positief
geladen kern met een negatief omhulsel van elektronen. (Atoom O= zuurstof)
Molecuul: scheikundige verbinding van atomen. (CO2= molecuul koolzuurgas)
- Zuur: scheikundige verbinding die positief geladen waterstofatomen afsplitst. (rood)
Base: scheikundige verbinding die positief geladen waterstofatomen bindt. (blauw)
Zout: reageert op een zuur door een zout en water te vormen
Zuur-base-evenwicht: het evenwicht van zuren en basen in het bloed vormen een zuurgraad
(pH).
- Cellen: bestaan uit 23 chromosomen.
- Stamcel: is in staat om te veranderen in een ander type cel.
- Weefsel: groep cellen van dezelfde soort en functie. De ruimte tussen cellen heet
extracellulaire vloeistof, hierin vindt celstofwisseling plaats.
Soorten weefsel: dekweefsel (/epitheel, ook klieren), steunweefsel, spierweefsel en
zenuwweefsel.
Bindweefsel zorgt voor herstel bij beschadiging, vormt later littekenweefsel.
, - Orgaanstelsel: wanneer het uitvoeren van een functie door meerdere organen wordt
uitgevoerd.
A3
- Functies van de huid:
- bedekken en beschermen van het lichaam
- uitscheiden van water en zout (zweet)
- lichaamstemperatuur bewaken
- prikkels opnemen
- vitamine D vormen door zonlicht
- aanleggen van voedselreserves
- Bouw van de huid:
- Opperhuid (epidermis): bestaat uit hoornlaag (buitenste) en moederlaag (binnenste). Een
dikke hoornlaag noemen we eelt. In de moederlaag zitten pigmentkorrels, deze beschermen
tegen zonnestralen.
- Lederhuid (corium/ dermis): ligt onder de opperhuid. Bevat bloedvaten, zenuwen, stoffen
om vit D op te nemen, haarwortels en zweet-en talgkliertjes.
- Onderhuidse bindweefsel (subcutis): bevat vetweefsel.
B1
- Definitie gebrek: wat er overblijft na een ongunstig verloop van ziekte of kwaal.
- SOLK: Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten, waar geen oorzaak voor kan
worden gevonden.
Ziektegroep Oorzaak Voorbeeld
Aangeboren Ontwikkelingsstoornis van de vrucht Hartafwijking, doofheid
afwijking
Erfelijke ziekten Via chromosomen van de ouders Bloederziekte
Allergieën Sterke afweerreactie vanwege Hooikoorts, astma
overgevoeligheid
Psychogene ziekten Voortkomend uit psychische problemen Neurose
Letsel Wat overblijft na een ongeval Verbranding, breuk
Voedingsziekten Verkeerd eetpatroon Onder- of overvoeding
Infectieziekten Inwerking van schadelijke micro- Longontsteking
organismen (virus)
Vergiftiging Giftige stoffen Koolmonoxidevergiftiging
Degeneratieve Achteruitgaand weefsel Veroudering, MS
ziekten
Auto- Lichaam maakt antistoffen tegen reuma
immuunziekten lichaamseigen weefsel
- Ziektepreventie:
- Primair: algemene preventie in de vorm van voorlichting (tanden poetsen)
- Secundair: vroegtijdig ontdekken van ziekten (darmonderzoek ivm kanker)
- Tertiair: om een tweede keer te voorkomen (na een hartinfarct een gezondere levensstijl)
- Algemeen lichamelijk onderzoek: metingen (lengte, gewicht, RR, pols, ah), kleurverandering
huid en slijmvliezen, zichtbare zwellingen, overige afwijkingen, palperen, bekloppen,
auscultatie, neurologisch onderzoek, toucher, eigen redzaamheid van dagelijks leven,
zichttest en gehoortest.
, - Aanvullende onderzoeken:
- laboratoriumonderzoek (lichaamsstoffen; bloed, urine)
- beeldvormend onderzoek (röntgenfoto, CT-scan, MRI)
- elektroden (ECG, EMG, EEG)
- biopsie (weefselonderzoek)
- endoscopie (darmonderzoek met buis)
- Behandelingen:
- conservatief (het lichaam lost het zelf op, botbreuk)
- leefregels en adviezen
- medicatie
- chirurgische behandeling
- bestraling
- psychotherapie
- paramedische behandeling (fysio, ergo, logo, diëtist)
- alternatief (acupunctuur)
B2
- Micro-organismen: alle organismen die alleen met microscoop zichtbaar zijn.
- Eigenschappen bacteriën: groot aanpassingsvermogen waardoor ze bestand zijn tegen
temperatuurverschillen en droogte. Kunnen zich tijdelijk inkapselen om weer tot leven te
komen na ongunstige factoren. Delen zich via celdeling.
Voorbeelden bacteriën: kokken, bacillen en spirillen.
- Virus: micro-organismen die niet zichtbaar zijn met microscoop. Kunnen zich alleen
vermenigvuldigen in een levende cel.
- Schimmel: meercellige micro-organismen. Vermenigvuldigt zich door middel van een spore:
een speciale cel die hiervoor zorgt. De schimmel-cellen zien eruit als een lange buis waarin
de wanden onderbroken zijn, zodat de celkernen en cytoplasma vrij kunnen bewegen.
- Besmetting: het binnendringen van een schadelijk micro-organismen. Wanneer dit zich gaat
vermenigvuldigen, spreken we van infectie. Besmetting kan door:
- inademing van besmette lucht
- consumeren van besmet voedsel
- via huid en slijmvliezen
- via bloed
- via sperma
- Een ontsteking is een reactie op het binnengedrongen micro-organismen. De tijd die ligt
tussen besmetting en ontsteking, noemen we incubatietijd.
- Plaatselijke ontstekingsverschijnselen: roodheid, zwelling, warmte, pijn en gestoorde
functie.
- Algemene ziekteverschijnselen: gevoel van ziekte, verminderde eetlust, koorts en
vermeerdering van leukocyten (witte bloedcellen).
- Infectieziekten:
- Viraal: bof, mazelen, rodehond, waterpokken, gordelroos, herpes simplex, ziekte van
pfeiffer, kinderverlamming, hepatitis A, hepatitis B
- Bacterieel: nekkramp, wondroos, roodvonk, acuut reuma, steenpuist, botontsteking,
tuberculose
- Seksueel overdraagbaar: gonorroe, syfilis, herpes genitalis, chlamydia, aids