Samenvatting Organisatie van de gezondheidszorg
2.1
- Artikel 3-beroepen BIG geregistreerd
Artikel 34-beroepen Kwaliteitsregister (paramedisch)
- Professie = beroep in de gezondheidszorg, bepaalt zelf haar diensten
- Beroepscode: weerspiegeld de waarden en normen van een beroepsgroep
- Bejegening: manier van omgang tussen zorgverlener en cliënt
- Beroepsethiek: het geheel van waarden en normen dat het handelen stuurt
2.2
- Gedifferentieerde tandarts: gespecialiseerde tandarts
- Magistraal receptuur: medicatie die de apotheker nog moet bereiden
2.3
- Gz-psycholoog: gezondheidszorgpsycholoog, is werkzaam in alle sectoren
- AMW (algemeen maatschappelijk werk): hulpvraag ligt bij psychische problemen,
relatieproblemen of sociaal-materiële problemen (financieel).
- Vaktherapie: creatieve therapie; muziektherapie/danstherapie
2.4
- Paramedische zorg: iemand die voor zijn beroep medische behandelingen doet maar geen
arts of tandarts is, 12 beroepsgroepen
fysio, oefentherapeuten (cesar en mensendieck), podo, ergo, logo, diëtisten,
huidtherapeuten, mondhygiënisten, ortho, optometristen en radiodiagnostisch- en
radiotherapeutische laboranten.
- Kwaliteitsregistratie betekent dat de paramedicus voldoet aan kwaliteitseisen,
diplomaregistratie betekent dat hij in bezit is van het diploma.
- Manueel therapeut: houdt zich bezig met onderzoek en behandeling van wervelkolom en
gewrichten in armen en benen.
- Kinderfysiotherapeut: tot 16 jaar.
- Oefentherapie Cesar of mensendieck: specialisten in houding en beweging.
- Orthoptist: oogheelkundige
- Optometrist: mag zowel oogonderzoek doen als het aanmeten van brillen en lenzen.
- Nucleair werkende: via radioactieve stof afbeeldingen maken van specifieke organen.
2.5
- Parodontologie: de leer over ziekten van tandvlees en tandkassen.
- Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) volgt, verklaart en verkent het sociaal en cultureel
welzijn van inwoners in Nederland.
- Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zet zich in voor een gezonde
bevolking in een gezonde leefomgeving. Met een centrale rol in de infectieziektebestrijding
en in landelijke preventie- en screeningsprogramma's.
- De Gezondheidsraad is een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan. Volgens de
Gezondheidswet heeft de raad als taak om ministers en parlement te adviseren op het
gebied van de volksgezondheid en het gezondheids(zorg)onderzoek.
- Als onafhankelijke autoriteit reguleert het CBG – college ter Beoordeling van
Geneesmiddelen - de kwaliteit, werking en veiligheid van een medicijn, en stimuleert het
CBG het juiste gebruik door de juiste patiënt.
, - De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) is een onafhankelijk adviesorgaan
voor de regering en de beide kamers der Staten-Generaal. De RVS heeft tot taak strategische
adviezen te geven over het te voeren beleid.
3.1
- Cure: curatieve zorg, gericht op acute en chronische somatische aandoeningen te
behandelen en genezen.
Intramuraal: Poliklinisch richt zich op ambulante patiënten, klinische zorg is voor bedlegerige
patiënten. Tot curatieve zorg behoort ook ambulance en ziekenvervoer.
Extramuraal: huisartsen, tandartsen etc.
Geneesmiddelenvoorziening: zelfzorgmiddelen en geneesmiddelen uitsluitend op recept.
- Care: ouderenzorg, gehandicaptenzorg en hulpmiddelenvoorziening
- Geestelijke gezondheidszorg: hulp bij psychische en psychosociale problematiek.
- Intramuraal: opname met behandeling
Extramuraal: in de eigen woon- en werkomgeving
Semimuraal: tussen intra en extramuraal in, bijv dagbesteding
- Maatschappelijke zorg: maatschappelijke opvang (daklozenopvang), residentiële
voorzieningen. AMW (algemeen maatschappelijk werk): ambulante zorg op gebied van
psychosociale hulpverlening. Voorkomt dat mensen moeten worden opgenomen en vangen
opgenomen mensen op naar het normale leven.
3.2
- Behandelingsniveaus (echelons) in gezondheidszorg:
Nudelijnszorg: preventieve zorg, vooral maatschappelijk (mantelzorger)
Eerstelijnszorg: generalistische zorg; algemene zorg (huisarts, verloskundige, verpleging)
Anderhalvelijnszorg: ontstaan vanuit taakherschikking, doorverwijzing naar bv physician
assistent of verpleegkundig specialist.
Tweedelijnszorg: specialistische zorg, ziekenhuis, waarvoor een doorverwijzing nodig is
Derdelijnszorg: privéklinieken, specialistisch ziekenhuis, doorverwijzing vanuit
tweedelijnszorg
- Geestelijke gezondheidszorg: derde echelon
- Generalistische basis GGZ: eerstelijnspsychologen die niet-complexe problemen aanpakken,
- Indeling zorg:
Positief: gericht op leefwijze, bewerkstelligen van gezond gedrag waarbij eigen regie
belangrijk is
Preventief: voorkomen van ziekte en invaliditeit
Curatief: herstellen van iemands gezondheid
Palliatief: herstel is niet altijd meer mogelijk.
- WKKGZ: Wet Kwaliteit en Klachten GezondheidsZorg
- WGBO: Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, regelt de rechten van de
patiënten in de zorg
- Gezondheidscentra = wijkgezondheidscentra, multidisciplinair zorgaanbod binnen 1 gebouw
- Salutogenese: benadering van de mens, die zich richt op factoren die gezondheid en
welbevinden stimuleren in plaats van de factoren die ziekte veroorzaken .
Pathogenese: stapsgewijze ontstaan, ontwikkelen en verloop van een aandoening of ziekte.
- Zorggroep: koopt zorg bij zorgaanbieders.