Samenvatting Anatomie en pathologie
H A7: De ademhaling
- Lucht kan via de mond of neusholte binnen komen. Vervolgens via de luchtpijp in de
bronchus naar bronchusvertakkingen.
- Spraak komt tot stand door: in het strottenhoofd bevinden zich de stembanden. Deze
kunnen door uitgeademde lucht in trilling worden gebracht, waardoor tonen ontstaan. Door
de lippen, tong en gehemelte een bepaalde stand te laten innemen, vormen we tonen om
tot spraak. De toonhoogte wordt bepaald door de lengte van stembanden. Bij mannen zijn
deze langer zodat ze een lagere toonhoogte hebt.
- Longweefsel bestaat uit longblaasjes, niet uit de bronchiën.
- Beide longen zijn omgeven door 2 vliezen, waartussen ruimte is met vocht, genaamd
pleurbladen.
- Mechanismen van inademen: ribben worden omhoog getrokken – middenrif trekt zich
samen zodat het afgeplat naar beneden wordt gedrukt – ademhalingsspieren verslapen na
inademing – door zwaartekracht gaan omhooggetrokken spieren naar beneden.
- Hikken gebeurt als het middenrif krampachtig samentrekt en er een geforceerde ademhaling
plaatsvindt.
- Ademhalen wordt bestuurd door het ademhalingscentrum, het zenuwcentrum.
H B7
- Kortademigheid: oorzaak is zuurstoftekort. Bij inademing (inspiratoir) en bij uitademing
(expiratoire).
- Blauwzucht/ cyanose: zuurstoftekort
- Hyperventilatie: door te snelle en te diepe ademhaling bij angst of snapping en koolzuur uit
het bloed verdwijnt waardoor chemische veranderingen optreden. Symptomen: tintelingen,
spiertrekkingen, duizeligheid en bewusteloosheid.
- Cheyne-stokes ademhaling: perioden van ademstilstand afwisselend met diepe ademhaling.
Wanneer het ademhalingscentrum onvoldoende reageert op normale prikkels. Bij
stervenden, ernstige hartziekten of hersenaandoeningen.
- Kussmaul ademhaling: diep en snorkende ademhaling. Bij coma door
stofwisselingsstoornissen zoals suikerziekten en leverziekten.
- Neusbijholte ontsteking: / sinusitis, complicatie van verkoudheid. Hoofdpijn en pijn in het
gezicht, verstopte neus door afvoer van slijm, koorts, hoofdpijn. Veroorzaakt door bacterie.
Behandeling door antibiotica en afvoeren van slijm.
- Verkoudheid: door ontstoken slijmvliezen is er veel waterig slijm, verwekker is een virus
door druppeltjes. Kan geen immuniteit ontwikkelen.
- Griep: veroorzaakt door een virus; koorts, hoofdpijn, spierpijn.
- Hooikoorts: ontsteking van neusslijmvlies door allergische reactie.
- Longontsteking: ontsteking in longblaasjes of vertakkingen van de bronchiën.
o Bronchopneumonie: ontstekinkjes in het onderste deel van de longen (door
bedlegerigheid)
o Lobaire pneumonie: ontsteking van longkwab. Hoge koorts en koude rillingen, hoge
pols en ademhaling, pijn in de zij, verwardheid.
- COPD: chronic obstructive pulmonary disease. Verzamelnaam voor chronische bronchitis en
longemfyseem. Longwegen zijn blijvend vernauwd door chronische ontstekingen van het
slijmvlies in de luchtwegen.
, - Astma-aanval: vernauwing van bovenste luchtwegen doordat slijmvliezen opzetten en taai
slijm vormen, spieren in de wand trekken krampachtig samen.
- Klaplong: lucht in de borstholte waardoor de long samenvalt door tekort aan ruimte tussen
long- en borstvlies. Kortademigheid (wordt naarmate minder door gewenning), pijn op de
borst.
- Longkanker: altijd kwaadaardig. Klachten: hoesten, pijn op borst, heesheid, longontsteking,
kortademigheid.
H A11: de nieren en de urinewegen
- Nieren en urinewegen hebben als hoofddoel om de afvalstoffen die ontstaan bij stofwisseling
af te voeren, ze vormen een orgaanstelsel: de uitscheidingsorganen.
- Nieren ruimen op: eindproducten uit celstofwisseling, afbraakproducten van
voedingsstoffen, overtollige stoffen (zout, geneesmiddelen).
- De bijnieren behoren tot het hormoonstelsel, zijn niet rechtstreeks bij de urineproductie
betrokken.
- Nierpoort: waar de nierslagader de nier inkomt en waar de nierader verlaat, hier zitten ook
de bekken.
- Functies nieren: schadelijke afvalstoffen afvoeren en overtollig water en keukenzout
verwijderen.
- Nier is opgebouwd uit 1 miljoen kleine urine producerende nefronen. In een nefron wordt
het bloed in een haarvat gefilterd. Het water verlaat de bloedbaan en komt terecht in het
kapsel van bowman. Hierin kunnen grotere delen van het bloed zoals bloedlichaampjes en
eiwitten niet doorheen. In de lis van Henle wordt een deel van het water weer
teruggenomen in het bloed, samen met glucose en zout.
- Invloed nieren op bloeddruk: als de bloeddruk laag is, scheiden de nieren hormonen af
(renine). Dit activeert een ander hormoon in de lever, dit veroorzaakt bloedvatvernauwing
waardoor de bloeddruk hoger wordt.
- Urineleiders: vanuit de nierbekkens stroomt de urine via de urineleiders naar de blaas.
Doordat deze een klein stukje in de blaaswand lopen, ontstaat een klepmechanisme
waardoor het terugvloeien van urine kan worden voorkomen.
- Urineblaas: reservoir voor urine. De wand van de blaas bestaat uit een slijmvlieslaag, een
bindweefsellaag en een spierlaag. De bovenkant is met buikvlies bedekt.
- Urinebuis: waar de blaas overgaat in de plasbuis bevindt zich een kringspier, deze verslapt
waardoor de spieren in de blaaswand samentrekken.
- Urinelozing: Als de blaas voor een bepaald gedeelte is gevuld, gaan prikkels via de
zenuwbanen naar het ruggenmerg. Zodra er een sein uit de hersenen komt dat de blaas
geleegd kan worden, trekken de spieren zich samen. Ook wel mictie.
- Voornaamste bestanddelen van urine zijn: water, afbraakproducten van eiwitten en zouten.