IQ en EQ gaat om karaktereigenschappen van personen.
PQ verwijst naar de kwaliteiten van de pedagogische actoren en instanties
Pedagogiek: richt zich op opvoeding en vorming. Enerzijds om persoonlijke ontwikkeling van
iemand en anderzijds om wat maatschappelijk gezien als noodzakelijke of wenselijk wordt
beschouwd.
Veel ideeën over wat goed is voor kinderen en voor de vorming van volwassenen, zo zijn er
tests waarmee de kwaliteit van pedagogisch handelen kan worden nagegaan.
Body of knowledge: Ook minder interessante lessen voor leerlingen, moet toch gegeven
worden. Ook moet het onderwijs voorzichtig zijn aan het geven van te veel
verantwoordelijkheid aan leerlingen. Dit zou de pedagogische kwaliteit in gevaar kunnen
brengen.
Proceskenmerken:
1. Welbevinden van het kind
2. Sensitieve responsiviteit
3. Contact met ouders
4. Pedagogische visie
KWAPOI: kwaliteitsinstrument particuliere opvanginstellingen: pedagogische kwaliteit
meten
COTAN: Commissie test aangelegenheden Nederlands instituut voor psychologen
OTS: onder toezichtstelling
,NCKO: Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek: kwaliteit van de kinderopvang
Overzicht van instrumenten blz. 7/8
Zoektocht naar pedagogische kwaliteit maakt het lastig door:
- Begrenzende condities (omstandigheden als opvoeding, hulpverlening, educatie)
- Beschikbaarheid van onderzoeksresultaten (niet altijd instrumenten beschikbaar)
- Historische dimensie (modellen door de jaren met andere eisen)
- Normativiteit van pedagogisch handelen (variërende doelstellingen onderwijs)
- Culturele dimensie (verschillende groepen aan het woord)
Indicatoren pedagogische kwaliteit:
- Het primaire proces: communicatie en betrokkenheid
Kinderopvang gaat het om de omgang tussen kind en leidster en onderwijs om het
pedagogisch handelen van de leerkracht ten opzichte van de leerling.
- Het primaire proces: omgaan met verschillen
Verschillen in talenten. Differentiatie
- Het primaire proces: reflectie
Een reflectieve grondhouding waarbij de leerkracht zichzelf de vraag stelt: ‘wat is
voor deze kinderen die ik voor me heb, van waarde?
Het belang van de context
Thomas Gordon: boek ‘luisteren naar kinderen’ ouders moeten actief luisteren naar kinderen
en ‘ik’ boodschappen uitzenden.
Caseload: werklast
Een positief leerklimaat zorgt voor:
- Wederzijdse betrokkenheid van medewerkers
- Openheid in organisatie
- Tolerantie ten aanzien van fouten
- Ruimte om te experimenteren
Pedagogisch quotiënt:
Een index (overzicht) voor de kwaliteiten van de pedagogische actoren (organisaties) en
instanties binnen de context van opvoeding, hulpverlening, onderwijs en educatie. De
beoordeling wordt bepaald door de mate van overeenstemming tussen de gerealiseerde
pedagogische omgang en het ideale of beoogde beeld daarvan.
Hoge pedagogische kwaliteit als:
Vinden van een balans tussen wat de context vraagt (doelen, behoeften van samenleving) en
het individu. Wanneer een instantie het vermogen heeft om met dit spanningsveld om te
gaan, dat individuen of groepen zich optimaal ontwikkelen.
,Wat nodig is om over een oplossend vermogen te beschikken:
- Communicatie: met individu als met elementen uit de context
(leerkrachtleerlingoudersonderwijsbegeleider)
- Betrokkenheid: zonder betrokkenheid gevaar om het doel te missen
- Omgaan met verschillen: oplossingen vinden om de situatie zo in te richten dat recht
wordt gedaan aan zowel individuele als contextuele doelen
- Reflectie: systeem moet naar eigen functioneren kunnen kijken en belangen te
wegen.
Hoofdstuk 2 ‘goede’ opvoeding in het gezin. Veranderende kwaliteitsnormen in de 20 e
eeuw
In de gouden eeuw verkondigden dominees en pastoors reeds opvattingen over de ‘goede’
opvoeding in et gezin. In latere eeuwen boden ook onderwijzers en artsen ouders raad en
advies en zo nodig de helpende hand.
In de 20e eeuw begon ook de overheid zich in te laten met de kwaliteit van de
gezinsopvoeding. In de vorm van kinderwetten (1901) creëerde zij een sanctie op slecht of
ontoereikend ouderschap door middel van ontheffing of ontzetting uit de ouderlijke macht
en sinds 1921 ook via toezichtstelling van jeugdigen.
In de loop van de 20e eeuw zijn ook psychologen en psychiaters zich in normatieve zin gaan
roeren inzake de gezinsopvoeding. Zij wisten hoe het WEL hoorden en schreven ze op in
handleidingen voor ouders.
Kwaliteitsnormen voor de gezinsopvoeding zijn net zo variabel als de maatschappij, cultuur,
pedagogische en psychologische theorie zelf.
De 3 opeenvolgende modellen die de oudervoorlichting in de 20e eeuw hebben
gekenmerkt:
- Karaktervorming
- Gemeenschapszin
- Zelfontplooiing
Karaktervorming (1890-1930)
Liberalen
Rond 1900 bezag de dominante groep protestanten kinderen en hun ontwikkeling vrijwel
uitsluitend in termen van morele opvoeding. Er verschenen boeken over de verzorging en
opvoeding van zuigelingen en peuters, maar eigenlijk was alles daarover al gezegd door arts
en hygiënist Gerard Allebe in zijn populaire handleiding ‘de ontwikkeling van het kind naar
lichaam en geest (1845) in 1908 herdrukt. Erin stond dat bewegingsvrijheid en frisse lucht
belangrijk was voor een kind en niet afweek van vast schema, dan zouden ze opgroeien als
verantwoordelijke burgers. Dienst bewezen Reinheid, Rust en Regelmaat.
, Rond 1900 ontstond een beeld van het kind het werd geboren met goede en kwade
eigenschappen. Van belang dat ouders het karkater van het individuele kind zouden
doorgronden. De weg naar (en resultaat) moreel zelfstandige en verantwoordelijke burgers
karaktervorming
Kenmerkend pedagogisch denken van de eeuwwisseling was een sterk geloof in de
mogelijkheden van opvoeding. Nederland oriënteerde vooral op Duitsland. Daarin ging het
om begrijpend interpreteren van het gedrag van kinderen.
Meest gezaghebbende pedagogische handleiding: ‘zedelijke opvoeding’ van Ietje Kooistra.
Verscheen voor het eerst in 1894 en daarna nog 8x herdrukt tot en met 1919.
Ietje Kooistra: eerste vrouwelijke directeur van een kweekschool voor onderwijzeressen.
‘Het kind wordt, wat gij het gelooft te zijn’.
Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelden Nederlandse pedagogen meer
waardering voor het gezag van opvoeders.
Jan Gunning: meest invloedrijke liberale pedagoog, docent aan de universiteit en
hoofdredacteur van het ouderblad ‘het kind’. Hij hamerde er steeds meer op dat opvoeding
tot vrijheid of autonomie niet betekende dat men een kind moest opvoeden IN vrijheid.
‘Vriendelijke tucht’ bood volgens hem het beste resultaat.
Frits van Raalte: Adviseur, oud-journalist. ‘Zacht waar het kan, hard waar het moet’.
Allemaal: straffen deed men met mate alleen uit liefde en in het belang van het kind.
Confessionelen
Nadat strikt oudergezag en strenge, vaderlijke tuchtoefening op een voetstuk waren gezet,
groeide na de eeuwwisseling de kritiek op een eenzijdig gezag gebaseerde opvoeding.
Gereformeerde pedagogen begonnen kanttekeningen te plaatsen bij een opvoeding ‘in de
vreeze des Heeren’. Het gezin mocht dan een ‘gave Gods’ zijn, maar de betekende nog niet
dat men er goed aan deed zijn kinderen op te voeden met alleen strikte discipline en strenge
straffen.
Vanaf de jaren 20 zette de toenadering van de gereformeerden tot het vrijzinnige denken in
versterkte mate door. Na 1923 worden geen pleidooien voor strenge tucht en tegen het
‘sparen van de roede’ meer gehoord. Belang een gezellig thuis, aandacht voor individualiteit
van ieder kind en van het respecteren van het geschonken kindervertrouwen.
Omstreeks 1920 gingen ook onder katholieke pedagogen stemmen op voor een meer
gematigde discipline en tegen het gebruik van wrede straffen, zoals het opsluiten in een
donker hok.
Het duurde tot de jaren dertig toen in alle zuilen kinderpsychologen en psychiaters de
predikanten, priesters en leraren vervingen, voordat ook hun opvoedingsideaal aansloot bij
dat van de vrijzinnige protestanten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisannekamp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,69. Je zit daarna nergens aan vast.