Zwakbegaafd IQ 70 – 85
Licht verstandelijk beperkt IQ 50/55 tot 70 4 – 12 jaar
Matig verstandelijk beperkt IQ 35 tot 50/55 2 – 4 jaar
Ernstig verstandelijk beperkt IQ 20 tot 35 1 – 2 jaar
Zeer ernstig beperkt IQ 20 en lager. 1 – 1,5 jaar
Licht verstandelijke beperking
- Moeite met lezen, schrijven, rekenen of klokkijken, onthouden, info verwerken
- Disharmonisch intelligentieprofiel: verschil in verbaal en performaal
- De aanpak van problemen en vinden van oplossingen kan in bepaalde mate
- De communicatie, het voeren van gesprekken en taalgebruik
- Mogelijk zelf de persoonlijke verzorging te doen, vrijetijdsbestedingen en banen
- Bij complexe dagelijkse taken zoals boodschappen is meestal ondersteuning nodig, ook
bij beslissingen nemen over gezondheid/ grootbrengen kinderen.
- Ondersteuning bij behoefte varieert van weinig tot zeer intensief
- Sociaal emotionele ontwikkelingsfase: realiteitsbesef.
- Metacognitie: kennis over eigen kennis en het weten van eigen weten en responsinhibitie:
de vaardigheid die in jou in staat stelt om ongewenst gedrag te onderdrukken.
- Achterlopen sociale en emotionele ontwikkeling. Geen realistisch zelfbeeld
- Zo’n 75% van alle verstandelijk gehandicapten heeft deze gradatie.
Matig verstandelijke beperking
- Kinderen: Moeite bij lezen, schrijven, rekenen, klokkijken en geldbeheer langzamer zijn
en ontwikkelen vaardigheden zich minder goed
- Volwassen: ondersteuning nodig bij toepassen schoolse vaardigheden bij baan en het
persoonlijk leven
- Sociaal/communicatief duidelijk verschil maar kunnen relaties met anderen aangaan
- Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is
mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden
- Aanzienlijke ondersteuning kan nodig zijn om te kunnen voldoen aan de sociale
verwachtingen, werkgerelateerde zaken zoals planning, vervoer, gezondheid.
- Ondersteuning bij: Behoefte op basale dagelijkse dingen
- Sociaal emotionele ontwikkelingsfase: Identificatiefase
- Zo’n 18% van alle mensen met een verstandelijke beperking heeft deze gradatie.
Ernstig verstandelijke beperking
- Weinig begrip van geschreven taal, getallen, hoeveelheden, tijd en geld.
- hele leven uitgebreide ondersteuning nodig bij het oplossen van problemen
- Gesproken taal sterk beperkt, gericht op het hier en nu en op dagelijkse gebeurtenissen
- Begrip is mogelijk eenvoudig en communicatie met behulp van gebarentaal
- Relaties met gezinsleden en anderen kunnen een bron van plezier en ondersteuning zijn
- Ondersteuning nodig voor alle dagelijkse activiteiten zoals maaltijden. het is mogelijk een
verscheidenheid aan vrijetijdsvaardigheden te ontwikkelen
- Sociaal emotionele ontwikkelingsfase: 1e individuatiefase
- Zo’n 7% van alle mensen met een verstandelijke beperking heeft deze gradatie.
Zeer ernstig verstandelijke beperking
- In staat om voorwerpen doelgericht te gebruiken voor zelfzorg/ werk.
- Begrip van enkele eenvoudige instructies of gebaren is mogelijk
- Wensen/emoties worden vooral geuit door non-verbale, niet-symbolische communicatie
- Genieten van relaties met vertrouwde familieleden en reageren met gebaren.
- Afhankelijk van anderen voor de persoonlijke verzorging, gezondheid en veiligheid
- mogelijk om te helpen bij dagelijkse taken thuis of plezier ervaren in het luisteren naar
muziek of wandelen
- Ondersteuning bij: behoefte intensief
- Sociaalemotionele ontwikkelingsfase: adaptatie en socialisatiefase.
- Zo’n 1% van alle mensen met een verstandelijke beperking heeft deze gradatie.
, Hoorcollege 1 (2): probleemverheldering / vraag van de cliënt
planmatig werken, vraagsturing, visieontwikkeling en wetgeving, domeinen van hulpverlening,
ondersteuningsvragen, communicatie en bejegening, inclusie
Methodisch werken: weloverwogen kiezen voor een manier van werken met de cliënt. wat heb je
voor ogen, wat is de vraag van de cliënt, doelgerichtheid, bepaalde werkwijze, met een plan werken.
Fase 1: observatie of analyse van de situatie
Fase 2: realistische doelen formuleren
Fase 3: werkwijze bepalen
Fase 4: handelen
Fase 5: terugkijken op handelen
Ondersteuningsplan: vastgelegd wie de cliënt is en hoe zijn ondersteuningsvraag beantwoord kan
worden, wie is er verantwoordelijk voor de uitvoering.
Ondersteunen:
- Gericht op de relatie tussen de persoon en de samenleving
- Doel: bevorderen kwaliteit van bestaan.
Denkend vanuit Denkend vanuit:
- Een tekort/ defect - Mogelijkheden
- Medische model - Burgerschap
Organisatorische processen binnen de Doelen van de individuele cliënt staan centraal
zorginstelling staan voorop
Werken van uit de instelling Wreken in de samenleving
Ondersteuning vanuit professionals Netwerk nadrukkelijk betrekken
Ondersteunen:
- Zelfstandig
- Hulpmiddel (picto bv)
- Training vaardigheden
- Aanvullen
- Overnemen
Vraaggericht werken:
- Wensen en behoeften
- Respect en begrip
- De tijd om te praten
- Open
- Actief
- Overlegt
- Keuzemogelijkheden
- Verplaatsen
- Samen
- Hulpbronnen
Bejegening:
- Elke individu is anders
- Respecteer mening, normen en waarden cliënt
- Kijk wat een cliënt zelf kan en laat hem dat doen
- Laat cliënt zelf verantwoordelijkheid dragen
- Bied een cliënt de kans om eigen keuzes te maken
- Fouten maken mag
- Ondersteun waar nodig.
Vraag verheldering: helder krijgen wat de vraag of wens is van de cliënt zoals persoonlijke
toekomstplanning (ptp).
, Afspraken ondersteuningsplan:
- Gebaseerd op mogelijkheden, beperkingen, wensen en behoeften van de cliënt
- Gericht op kwaliteit van bestaan
- Omvatten te gebruiken strategieën en hulpbronnen
- Benoemen van uitvoerenden (professioneel en niet professioneel) en verantwoordelijkheden
voor voortgang en coördinatie van uitvoering (delen van) zorgverlening.
Aandachtspunten ondersteuningsplan:
- Stimuleren van ontwikkeling
- Concreet mogelijk vormgeven van kansen en mogelijkheden
- Afstemmen op communicatieniveau van de cliënt.
Functie ondersteuningsplan:
- Leidraad voor dagelijks handelen en methodisch werken
- Informatiebron voor alle betrokkenen functionarissen
- Mogelijkheid om ontwikkeling te volgen en stimuleren
- Instrument om gezamenlijk doelgericht te werken.
Onderdelen ondersteuningsplan
- Beeldvorming functioneren: levensgeschiedenis, actuele situatie
- Beeldvorming ondersteuningsbehoeften: levensdomeinen, risico, kwetsbaarheid etc.
- Doelen en afspraken: smart
- Werkplan of behandeling plan.
Uitvoering ondersteuningsplan
- Methodiek: samenhangend geheel van ideeën over effectieve handelswijzen die
wetenschappelijk zijn getoetst.
- Methode: bepaalde en doordachte werkwijze als onderdeel van methodiek en eenduidig toe
te passen door een team.
9 ondersteuningsdomeinen:
- Ontwikkeling
- Opvoeding/ onderwijs
- Sociale activiteit
- Huishoudelijke activiteit
- Werken
- Veiligheid/ gezondheid
- Gedrag
- Leven in lokale samenleving
- Belangenbehartiging
VN verdrag: om de rechten van personen met een handicap uit te werken (gedetailleerd)
- Gelijkheid
- Fysieke, mentale, intellectuele en zintuigelijke handicaps
- Ontwikkelen en uitvoeren beleid
- Bestrijden stereotypen
- Gelijke rechten
- Geen discriminatie
- Eigendom bezig
- Vrijheid van uitbuiting, geweld en misbruik garanderen
- Privacy bescherming
- Toegankelijkheid tot vervoer
- Zelfstandig wonen
- Sociale bescherming
- Toegang tot informatie bevorderen (gebarentaal)
- Gelijke toegang tot scholing
- Zelfde zorg
- Maximale zelfstandigheid en ontwikkeling