100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Internationale Organisaties (MAN-BCU309) €6,89
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Internationale Organisaties (MAN-BCU309)

1 beoordeling
 24 keer bekeken  2 keer verkocht

Uitgebreide samenvatting van de collegestof. Met deze samenvatting is het tentamen gemakkelijk te maken.

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 6 april 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (9)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: simon14 • 1 jaar geleden

avatar-seller
myrthe1008
Internationale Organisaties

Hoorcollege 1
Als je weet hoe een organisatie werkt, dan kan je dingen verklaren die je om je heen ziet
gebeuren.

Wat zijn IOs?
Het wordt duidelijk dat van alle
soorten staten een bepaald soort
gedrag wordt verwacht. Het is
gericht om het gedrag van de leden
te besturen, om samen voordelen te
behalen en van elkaar te leren. Dan is
het belangrijk om te zien dat zo’n
organisatie een actor is. De VN is een
v o r m v a n e e n re c h t s p e r s o o n .
Afhankelijk van wat de organisatie wel of niet mag, is zo’n organisatie ook een wetgever. Dus het
valt ook onder internationaal recht. De VN kan bepaalde regels maken en de staten die dat
tekenen zijn daar dan ook aan gebonden. Een IO is beleidsoverschrijdend, een regime niet. Je
kunt haast geen thema bedenken, of de VN houdt zich er wel mee bezig (veiligheid, economie,
milieu, mensenrechten etc.). Ze hebben overal hun deelorganisaties.
Een internationaal regime is geen actor op zich. Bijvoorbeeld het atoomregime
(organisaties proberen hier te voorkomen dat atoomwapens verder verspreid worden over de
wereld). De afspraken die hier gemaakt worden, is geen een speci eke organisatie die zich
hiermee bezighoudt, het is een regime. Er kunnen verschillende organisaties actief zijn binnen 1
regime. Mensenrechten, juridische zaken en veel NGO’s zijn ermee bezig.

Bij gouvernementele organisaties
zijn de leden standaard staten. Bij
zulke organisaties geldt het ook dat
er een overeenkomst aan ten
grondslag ligt, waarin die organisatie
wordt opgericht en waar afspraken
worden gemaakt over de toekomst.
Non-gouvernementele
organisaties daar zijn de leden
individuen van (denk aan
Greenpeace). Maar je moet wel
bese en dat Greenpeace zelf een
transnationale organisatie is (wereldwijde Greenpeace die in verschillende landen afdelingen
heeft). Die afdelingen hebben ook connecties en afspraken, er is dus nog wel een gelaagde
structuur. Sommige NGO’s zijn dus meer geïnstitutionaliseerd dan anderen. De afspraken die
gemaakt zijn kunnen enorm verschillen (hiërarchisch systeem of niet). Veel minder vast omlijnd
dan een gouvernementele organisatie
Multinationals: een belangrijke vereiste is dat het kantoren moet hebben en ten minste 2
landen. Deze organisaties hebben altijd een winstoogmerk, dit onderscheidt hen met de andere
organisaties.

Waar zijn deze organisaties, vooral non-gouvernementele organisaties, goed voor?
1. Ze zijn goed in het verzamelen en delen van informatie. Denk aan social media en de
connecties die ze hebben. Zo kan info breed gedeeld worden en mensen een mening laten
vormen, de politieke agenda beïnvloeden.
2. Ze zijn ook onderaannemer, ze voeren soms taken uit namens of ge nancierd door staten of
intergouvernementele organisaties. Dit zien we veel bij ontwikkelingssamenwerking. Staten
geven er geld voor, maar een NGO doet de implementatie, die voert t uit.



1


ff fi fi

,3. Ze hebben een organiserende werking, brengen groepen bij elkaar. Hierdoor worden
meningen gevormd en indirect druk uitgeoefend op regeringen. Dit lukt pas als je het samen
ergens over eens bent. NGOs zijn goede plekken om dit te laten gebeuren.

Relevante aspecten van IOs
De eerste vraag is of het gouvernementele of supranationale organisaties zijn. De meeste zijn
intergouvernementeel. De regels die gemaakt worden, worden gemaakt door de lidstaten die
deel uitmaken van de organisaties. De organisatie voert de regels uit. Bij een supranationale
organisatie kan de organisatie zelf regels stellen waar de lidstaten zich aan moeten houden. Dit
zien we bij de EU. De EU is hier de voorloper in.
Zijn de besluiten bindend of niet? Hier hangt het van de organisatie af en kan het ook
binnen een organisatie verschillen. Je hebt VN-resoluties van de algemene vergadering en de
veiligheidsraad. De eerste zijn niet bindend. De tweede wel.
Welke handhavingsmechanismen (enforcement) hebben die staten? Dat is een
interessante vraag. Er is een paradox enerzijds over hoe een organisatie ontstaat (lidstaten zijn
bereid een stukje autonomie neer te leggen) aan de andere kant is het afhankelijk van de
bereidheid van lidstaten om dingen na te leven. Organisaties hebben geen leger. Zelfs de VN is
afhankelijk van de troepen die geleverd worden door lidstaten. Afwegingen van sancties zijn
behoorlijk beperkt in IOs. Ondanks het feit dat het niet volledig afdwingbaar is, houden 95% van
de staten zich wel aan de regels die ze samen afgesproken hebben. Uiteindelijk kan je imago op
het spel komen te staan als je regels niet naleeft.

Pease’s visie op theorieën
Bij elke theorie zet je een andere bril op en zie je ook andere dingen. Bij de ene vooral staten,
maar bij de ander vooral IOs. De een stelt vragen over hoe je invloed kunt krijgen in de wereld,
terwijl de ander het over normen en waarden heeft. Afhankelijk van de theorie die je kijkt, stel je
verschillende vragen en zie je verschillende dingen die voor jou van belang zijn.

Realisme
Uitgangspunten
Wat het realisme onderscheidt van andere theorieën: de staat als centrale actor. De staat is er
vooral op uit dat ze geen interventie van buitenaf willen, en als je wil weten wat er gebeurd dan
moet je gewoon naar staten kijken en wat hun belangen zijn. De staat staat centraal in alles. Het
realisme is ook unitair en rationeel. Unitair houdt in dat de staat als een blok gezien kan worden.
Je hoeft van het hele systeem (binnenlandse zaken, institutie etc.) niks te weten om te kunnen
verklaren hoe de staat handelt in een internationaal systeem. Daarnaast zeggen ze dus dat ze
rationeel zijn. Houdt in dat ze een doel voor ogen hebben, en dat ze bij alle afwegingen die ze
maken kijken naar wat het beste bij het doel past. De vraag die dan belangrijk is: wat is dat doel:
Realisten; puur eigenbelang, het overleven van de staat.
Het realisme gaat ook uit van de con ictueuze aard van de IB. Ze zeggen dat er niet iets is
wat boven de staten staat (zelfs de VN niet!). hierdoor is er maar een mogelijkheid van staten door
te overleven; zorgen dat je zo machtig mogelijk bent en interventies van andere staten kan
weerstaan. Om in een anarchist systeem (zonder wereldregering) te overleven heb je militair en
economische macht nodig. De belangrijkste actoren in de wereld zijn de machtigste staten. Wat
ze dus zeggen; als je een anarchiesch systeem hebt en je hebt actoren die willen overleven, dan
krijg je con ict. Tot slotte zeggen ze dat ‘high politics’ domineert. Als overleven echt zo belangrijk
is, dan houd je je vooral met high politics bezig. Je gaat voor veiligheid, economische
samenwerking (ten dienste van de veiligheid!). Ze zullen ook zeggen dat samenwerking niet
makkelijk van de grond komt en dat het alleen gebeurd als staten daar belang voor voelen.
Allianties zijn mogelijk, maar wel tijdelijk.

Game theory
Het prisoners dilemma
Het realisme kijkt heel erg zo naar de wereld. Je kan anderen niet vertrouwen, moet voor jezelf
opkomen. Elke winst die je hebt gaat ten koste van een ander. Het probleem dat dit oplevert is dat
je niet samenwerkt (want je vertrouwt elkaar niet).

Realisme en IOs
Het realisme gaat uit van een anarchisch systeem. De autoriteit van een staat berust daarbij
volledig bij de staat zelf, de staat is zelf soeverein. Waarom dan toch samenwerken? Als het in het
2


fl fl

, voordeel is van de machtigste staat, of machtigste clubje staten, dan zullen deze staten
samenwerken. Denk aan de strijd tussen SU en VS (NAVO). Een organisatie komt alleen tot stand
als die hegemoon of groep staten daar belang in ziet. Een andere reden die het realisme ook
aangeeft, is dat er duidelijk sprake moet zijn van gemeenschappelijke belangen voor alle staten.
Het realisme gaat ervan uit dat je die belangen niet snel vindt.
Hoe en wat? Als er organisaties ontstaan, gaat het bij het realisme over
intergouvernementele organisaties. Ze zeggen niet dat NGOs niet bestaan, maar ze zien ze niet
als een invloedrijke actor. Die organisaties fungeren als een verlengstuk van de grootheden.
Meestal zijn die grootmachten erop gericht om de status quo te bewaren, ze gebruiken de
organisatie om hun eigen belangen te behartigen en te zorgen dat die belangen ook worden
gediend. Alle andere staten die ook lid zijn schakel je indirect uit als tegenstander.
E ectiviteit en voortbestaan: een organisatie is alleen e ectief als de hegemoon of een
groepje van de machtigste staten, helpen om regels af te dwingen. Wanneer gebeurt dit niet
meer? Een organisatie is niet meer e ectief als de grote mogendheden het niet meer in hun
belang zien om die organisaties in leven te houden.
De rol van IOs: het heeft 3 rollen. Ze zijn een forum voor overleg. Als organisaties er
daadwerkelijk toedoen, dan is het uitgangspunt van het realisme dat het alleen om organisaties
zal gaan op het terrein van low politics. Waar het thema heel belangrijk is om te overleven, zullen
ze veel terughoudender zijn en nooit iets supranationaal doen. IOs zijn een middel, een instrument
die in handen ligt van de grote mogendheden.

Een realistische visie op global governance
Global governance draait om samenwerking tussen grote mogendheden, soms onder de sluier
van IOs. IOs zijn dus een afgeleide van de machtsverhoudingen, ze liggen aan de leiband van de
lidstaten en ze zijn niet van doorslaggevende invloed op de wereldpolitiek.

Kritiek op het realisme
Het realisme kijkt met een heel beperkt aantal variabelen. Dat is theoretisch gezien een voordeel.
Je hebt dan wel een hoop conceptuele onduidelijkheden. Wat is macht dan? Wat is het nationaal
belang? Tot slot, vrijwel alle andere theorieën zullen zeggen dat het realisme een veel te vijandig
beeld heeft van IOs.

Liberalisme
Uitgangspunten
Statelijke en niet-statelijke actoren staan centraal
Liberalisme gaat ervan uit dat staten niet de enige factoren zijn die invloed kunnen uitoefenen in
de wereld.

Staten zijn niet noodzakelijk unitair of rationeel (in tegenstelling tot het realisme!)
In de theorie van het realisme maakt het niet uit of een staat democratisch is. Het liberalisme zegt
dat dit wel uitmaakt. Je hebt dan namelijk met andere afwegingen te maken. Dat zijn allemaal
binnenlandse factoren die mede beïnvloeden hoe een staat zich gedraagt. Het is belangrijk als je
echt goed wil begrijpen wat er internationaal gebeurd, waarom staten zich bewegen in IOs en
waarom ze zich aan de regels houden. Ze hoeven ook niet altijd rationeel te zijn. Er zijn ook
andere belangen dan overleven.

Con ict en samenwerking in de IB
Ze gaan ervan uit dat mensen niet van nature slecht zijn en staten ook niet. Maar dat ze best wel
geneigd zijn tot naleving. Als er afspraken zijn gemaakt wordt die samenwerking vastgehouden.
Ze zien samenwerking mogelijk en nodig. Ze onderbouwen dat van een toenemende
interdependentie. Omdat onze staten zo met elkaar vervlochten zijn, zijn we gedeeltelijk van
elkaar afhankelijk, we zijn interdependent. De een misschien wel meer van de ander maar
uiteindelijk is er een interdepentie op wereldschaal. Daarom is het duur voor een staat als er
oorlog is, je loopt dan ook veel winsten mis als je niet samenwerkt. Ze gaan niet uit van zero-sum
(zoveel mogelijk winst maken), maar van summum. Ze gaan uit van de absolute winsten die je
haalt. Vrede is iets dat je kan verspreiden.

Niet alleen veiligheidsissues
Anarchie hoeft niet per se te leiden tot een veiligheidsdilemma. Een manier is een IO om dat te
doorbreken. Zo’n IO maakt communicatie mogelijk, je kan mensen overtuigen. Daarom zeggen
3


fl ff ff ff

, liberalisten; je hebt een grotere shadow of the future. Je kunt beter in de toekomst kijken en zien
wat er op je afkomt en daardoor kan makkelijker korte-termijn belang naast je neer leggen. Als
iets even niet in mijn voordeel is, blijf ik toch lid en leef ik de dingen toch na.

Liberalisme en IOs
Waarom en wanneer? Wat liberalen gemeenschappelijk hebben met realisme, is dat ze zeggen
dat een groepje grotere staten of een hegemoon een leidersrol hebben bij de oprichting van IOs
en dat ze dat ook belangrijk vinden. De kans wordt een stuk groter als je een hegemoon hebt die
bereid is kosten op zich te nemen. Het ontstaan is groter bij kleinere groepen machten, omdat de
gedeelde belangen hier groter is. Ze gaan uit van interdependentie.
Hoe en wat? Ze gaan ervan uit dat op allerlei terreinen samenwerking ontstaat. Die
samenwerking breidt zich meer uit, naarmate je al samenwerkt. Je wordt nog afhankelijker van
elkaar en ervaart de voordelen van de samenwerking. Het is in je belang dat op meerdere
terreinen te gaan doen. In die samenwerking zijn niet alleen staten belangrijk, maar ook NGOs en
MNCs. Die MNCs zijn belangrijk omdat deze een grote invloed hebben. Ze zien de IOS als
onafhankelijke actor, maar niet als vervanging van de staat. Ook buiten de lidstaten om zijn
organisaties invloedrijk.
E ectiviteit en voortbestaan. Voortbestaan kan bij het liberalisme ook zonder de
hegemoon. Juist omdat je van elkaar weet waar je aan toe bent kan je op langere termijn
samenwerken. Stel je houdt je er niet aan, dan is je reputatie beschadigd en zeggen andere
landen ook dan doe ik iets naar jou toe ook niet. Allemaal nadelen die je niet wil. Voordat je niet
naleeft ga je goed calculeren of je het wel zou doen. Naleving hoeft niet alleen afgedwongen te
worden door de grootmachten, maar het lid zijn en goede ervaringen hebben kan al voor naleving
zorgen. Organisaties kunnen ook aan elkaar verbonden zijn. Liberalisme spreekt over nested
games. Hierdoor speel je steeds herhaald spellen. Wat je in de ene organisatie doet, kan
gevolgen hebben voor de andere organisatie. Juist door deze links is het heel kostbaar om iets
niet na te leven.
De rol van IOs. De eerste rol is dat IOs helpen collectieve actieproblemen op te lossen.
Een organisatie is een oplossing voor het prisoners dilemma. Daar was het probleem de
onzekerheid van het gedrag van de ander. Organisaties kunnen ertoe leiden dat je elkaar wel
vertrouwt en uiteindelijk uitkomt bij een positieve samenwerking met positieve uitkomsten. Een
andere rol is dat het een onderhandelingsarena is. Als derde worden ze door het liberalisme
gezien als de promotors voor democratie, voorspoed en vrede. Tot slot, ze blijven uiteindelijk
deels ook een instrument voor de buitenlandse politiek.

Een liberale visie op global governance
Draait om samenwerking tussen staten, IGO’s, NGOs en MNCs. IOs kunnen hierbij een
onafhankelijke rol spelen en bijdragen aan de verspreiding van welvaart en de handhaving van
vrede. Liberalisme heeft een erg positief beeld van internationale samenwerking. The sky is the
limit.

Kritiek op het liberalisme
Er is redelijk wat kritiek. Het sterkst vanuit de kritische of marxisme. Etnocentrisme: de loso e
die hieraan ten grondslag ligt, is Angelsaksisch. Dit is eenzijdig. Er zijn mensen die zeggen dat je
niet zo’n liberaal uitgangspunt als norm kan nemen, terwijl er ook andere uitgangspunten zijn. Het
is teveel op het westen gericht en mist ideeën uit de rest van de wereld.
Daarnaast wordt er gezegd dat alles het gevolg is van de juiste of de foute keuze. Binnen
het liberalisme valt alles samen.
Een ander probleem is dat bepaalde belangengroepen belangrijker zijn dan anderen.
Multinationals hebben een grotere rol dan organisaties die meer op mensenrechten en milieu zijn
gericht. Uiteindelijk zijn het de economische groepen die doorslaggevend zijn.
De markt en e ciëntie als enige waarden.

Realisme en liberalisme: voorlopige samenvatting
Twee stromingen met verschillende ideeën over het ontstaan van de rol van IOs. Uiteindelijk draait
het om hoe belangrijk staten (nog) zijn in de wereldpolitiek. Hoewel staten veel macht hebben en
zich niet altijd aan de afspraken houden, zijn daar wel kosten aan verbonden (typisch uitspraak
die past binnen het liberalisme, de kosten-baten analyse). Er zijn grote verschillen tussen
beleidsterreinen. Bij realisten draait alles om de high-politics. Bij het liberalisme is het zo dat high
en low politics beide het bestuderen waard.
4



ff ffi fi fi

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrthe1008. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,89  2x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd