7.1) Product= een combinatie van tastbare en niet tastbare eigenschappen waarmee een artikel
voorziet in de wensen en behoeften van de klant (bundel of benefits)
Kernproduct (core benefits): niet- tastbare
voordelen, de basisfunctie van het product,
behoeften zijn waaraan een product doen
Tastbaar product (actual product): ontwikkelen –
op basis van marktonderzoek- een product met de
eigenschappen of functies die consumenten ervan
verwachten.
Uitgebreid product (augmented product):
psychologische voordelen, voegen in de ogen van de
koper warde aan het product, wat er omheen
geleverd wordt
Productattributen: Eigenschap of kenmerk van een product, zowel in materiële (tastbare) als in
immateriële (niet-tastbare) zin (productkenmerk, producteigenschap, product feature)
7.2) twee soorten producten:
- consumentenproducten: worden verkocht aan individuele klanten en hun gezinnen voor hun
persoonlijke consumptie of eigen gebruik. Deze kopers noemen we de finale afnemers of
eindgebruikers van het product.
Zakelijke producten (industriële producten): geleverd aan organisaties die ze op hun beurt
doorverkopen. Dan wel gebruiken in hun eigen productieproces of dienstverlening
Convenience product: producten dei de consument vaak koopt, onmiddellijk en zonder zich in te
spannen. Zijn de verdelen in dagelijkse gebruiksartikelen of frequent gekochte producten, spontaan
gekochte impulsproducten (zonder zorgvuldig beslissingsproces) en noodproducten of emergency
products.
Shopping products: producten die de consument al winkelend vergelijkt op pinten als kwaliteit, prijs,
en stijl voordat hij een koopbeslissing neemt.
Specialty products: producten of diensten waarvoor consumenten bereid zijn de nodige moeite te
doen.
unsoughts goods: producten of diensten die de consument niet kent of pas koopt als hij ze echt
nodig heeft om een probleem op de lossen (voorbeeld verzekeringen)
,Indeling van producten gebaseerd op hun duurzaamheid of (on)tastbaarheid:
- Duurzame consumptiegoederen (durables)= producten zoals auto’s tablets en vaatwassers
die lange tijd herhaaldelijk worden gebruikt
- Niet duurzame consumptiegoederen of verbruiksgoederen= hebben een relatief korte
levensduur (kleding, schoenen). Producten die je nog sneller consumeer noemen we Fast
moving consumer goods, zoals frisdrank en shampoo
- Diensten: niet- tastbare en vrij snelle activiteiten of handelingen zoals het laten repareren
van een scooter.
7.3) assortiment: alle productgroepen, producten, producttypen en merken die het bedrijf verkoopt
Productgroep: een reeks producten en producttypen in het assortiment die nauw met elkaar
verbonden zijn. Verwantschap tussen producten uit dezelfde productgroep liggen op het gebied van:
- Productie (gemaakt van dezelfde materialen of grondstoffen)
- Distributie (te koop in dezelfde winkels of marketingkanalen)
- Prijs (in dezelfde prijsklasse)
- Marketing (gericht op dezelfde groep klanten)
- Consumptiepatroon (ze worden gezamenlijk gebruikt of voorzien in dezelfde behoefte)
Productvariant of producttypen: is een bepaald type product – op basis van bepaalde
productattributen- onderscheidt van andere varianten van hetzelfde product.
Dimensies van het assortiment:
Breedte: het aantal productgroepen dat een bedrijf voert (panty’s en schoenen)
Diepte: het productaanbod binnen een bepaald productgroep (verschillende soorten IceTea)
Lengte: het totale aantal artikelen dat een bedrijf in al zijn productgroepen voert
Consistentie: de mate van samenhang tussen de producten
Branchevervaging: verschillen tussen de branches verminderen
Line pruning: als er geen trekkersfunctie in het assortiment vervullen of andere strategische rol
spelen, kunnen ze beter uit het assortiment worden verwijderd
, Assortimentssanering: het gezond maken van het assortiment. Dat is vooral noodzakelijk als het
bedrijf niet voldoende capaciteit heeft om alle producten waar vraag naar is, te leveren of genoeg
aandacht aan geven.
Asssortimentprijsbeleid: hierbij houd je bij de prijsbepaling van alle producten in het assortiment
rekening met het verband tussen de diverse productgroepen en artikelen. Je hebt dan minstens twee
opties bij prijsstelling:
- Price lining= hierbij bied je het hele assortiment in een bepaalde productgroep voor een
beperkte aantal prijzen (199,249,329). Door de verschillende prijsniveaus zijn klanten beter
in staat om het onderscheid tussen vergelijkbare producten te zien
- Productline pricing of full line pricing= hierbij worden de producten die wat betreft
consumptie verwant zijn of complementair zijn in samenhang geprijsd. Het doel hiervan is
om de verkoop van het hele assortiment te maximaliseren en zo de winst te verhogen.
20/80 regel: circa 20 procent van de gevoerde artikelen zorgt voor 80 procent van de totale omzet.
Deze 20 procent vormt het kernassortiment. De resterende 80 procent vormt het randassortiment.
De strategie waarbij een bedrijf een van zijn huidige merknamen ook voor nieuwe producten
gebruikt noemen we merkuitbreiding (brand stretching). Dit kun je indelen in twee delen:
- Lijnextensie, waarbij het bedrijf zijn merknaam gebruikt voor een nieuwe productvariant in
dezelfde productgroep.
- Merkextensie, waarbij het bedrijf zijn merknaam op een nieuw product in een andere
productgroep of productcategorie zet
Lijn extension bestaat uit 3 delen:
- Line filling: opvullen van de productlijn
met producten binnen de huidige
prijsrange. Ook wel horizontale
lijnextensie.
- Line stretching: het uitrekken ervan met
betere en duurdere producten (trading
up) of met goedkopere producten (trading
down). Ook wel verticale lijnextensie. Als
een bedrijf zo wel hogere als lagere
producten gaat verkopen noemen we dat
two-way stretch.
- Line pruning: inkrimpen van de productlijn
Upgrading: gaat om de (her)positioneringsstrategie om perceptie van de klant te beïnvloeden. Het
bedrijf probeert – door de kwaliteit en de prijzen van bepaalde producten te verhogen, de
winkelinrichting te verbeteren en reclamecampagnes te voeren waarin dat tot uitdrukking komt –
meer toegevoegde waarde te bieden en zo het beeld dat klanten van het bedrijf hebben, op te
vijzelen.
Downgrading: bewust de perceptie van het kwaliteits- en prijsniveau van een productgroepen of het
serviceniveau van de winkelformule te verlagen. Gaat vaak gepaard met prijsverlagingen.
Merkextensie: waarbij een bestaande, als positief ervaren merknaam wordt geplakt op een nieuw
product in een andere productgroep of categorie.
7.4) productlevenscyclus (plc): een -grafische weergave- van het verloop van de afzet van een
product in de tijd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper brittversteeg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,19. Je zit daarna nergens aan vast.