Biologie hoofdstuk 6 ´Soorten en
Populaties´
6.1 de verwantschap tussen soorten
Kenmerken van soorten
Soms lijken 2 dieren uiterlijk op elkaar, maar blijken het toch geen soortgenoten te zijn. Hun gedrag,
voedsel, voortplantingstijdstip of leefgebied zijn totaal verschillend. Overeenkomst in uiterlijke
kenmerken en vruchtbare nakomelingen zijn criteria waar vroeger naar gekeken werd om vast te
stellen of ze van de zelfde soort, tegenwoordig kijken biologen naar de uitslagen van een DNA-
onderzoek.
Soortnamen en indeling
Als een soort beschreven is krijgen ze een binominale naam, dat is het
geslachtsnaam + de soortaanduiding. Bijvoorbeeld Passer domesticus &
Passer montanus, beiden zijn het mussen maar hebben een andere
soortaanduiding. Als er nog een letter of naam staat na de tweede naam is
dat een onderstoort, die wijken iets af qua kenmerken maar zijn wel
hetzelfde soort.
Taxonomie is de wetenschap die soorten indeeld in groepen, de bouw van
de wetenschapper Linnaeus (1707-1779) wordt nog steeds gebruikt. De
taxonomie plaats organismen in steeds grotere groepen, voorbeeld:
1. Domeinen (eukauryotenmet celkern, bacterienprokaryoten, geen celkern en archaeaprokaryoten, celmembraam bestaat uit
een enkele laag fosfolipiden met lange vetachtige staarten.)
2. Rijken (dieren, schimmels, planten) als je eukaryoten hebt gekozen
3. Afdelingen (stekelhuidigen, gewervelden, wormen, geleedpotigen etc.) als je dieren hebt gekozen
4. Klassen (vogels, zoogdieren, reptielen, amfibie en vissen) als je gewervelden hebt gekozen
5. Orde (roofdieren, knaagdieren, buideldieren, slurfdieren etc.) als je zoogdieren hebt gekozen
6. Families (katachtigen, hondachtigen, beren etc.) als je roofdieren hebt gekozen
7. Geslachten (mannenwolven, hondachtigen, vossen en hyenahonden) als je hondachtigen hebt gekozen
8. Soorten (wolf, coyote, gewone jakhals etc.) als je hondachtigen hebt gekozen
9. Organismen (Europese wolf) als je wolf hebt gekozen
DNA
Als dieren op elkaar lijken, zoals de torenvalk en de buizerd, betekend niet meteen dat ze nauw
verwant zijn. Daarom doe je een DNA-onderzoek, om tot een meer betrouwbare indeling van
soorten te komen. Genen die met een constante snelheid muteren, vormen voor biologen een
moleculaire klok. Met behulp van de genen voor eiwitten kunnen ze vaststellen welke soorten
verwant zijn. Als soorten nauw verwant zijn hebben ze een vrijwel gelijk hemoglobinegen.
Soorten houden zich niet aan menselijke regels
Soms kruisen verschillende soorten met elkaar en krijgen ze rare nakomelingen: hybriden. Hybriden
zorgen ervoor om familierelaties tussen soorten in kaart te brengen. Meestal zijn de hybriden
onvruchtbaar. De vrouwtjes wandelende takken planten zich ongeslachtelijk voor.
, 6.2 Populaties
De grootte van de populaties
Elk jaar beschrijven biologen zon 18.000 nieuwe soorten, dat betekend niet dat het nog nooit is
bescheven. Soms zijn er soorten volgens bijvoorbeeld die op een plek zijn waar ze normaal gesproken
nooit voorkomen. Bijvoorbeeld de zilverreiger. De vogel zag je vroeger nauwelijks en nu zijn het er
bijna 6400. Vanaf de Oostvaardersplassen hebben de vogels zich verspreid in verschillende
populaties.
Je kunt de populatiegrootte op verschillende manieren bepalen. Je kunt tellen, maar dat is veel werk
en lastig. Je kunt ook schatten, maar dat is ook onnauwkeurig. De beste manier is de vangst-
terugvangst-methode. Zo pas je de vangst-terugvangst-methode toe:
1. Verspreid 7 kooienje vangt er 15 en maakt die herkenbaar (N1)
2. Vervolgens laat je de 15 konijnen los
3. Verspreid de 7 kooien weer opnieuw 3 gemerkte (N3) en 8 ongemerkte (N2) konijnen gevangen
Aantal gemerkte dieren (N1) Aantal gemerkte dieren (N3)
15 3
? Totaal N2 + N3
11
4. (15x11)/3= 55. Dus populatie van 55 konijnen
Groei van populaties
Het verbod op jagen op Grauwe gans had veel invloed over de
populatie, de populatie groeide sterk door geboorte en
immigratie. Helaas is het niet goed voor de vee omdat vee geen
ganzenpoep in hun eten lust. Het verbod is opgeheven en de
populatie Grauwe ganzen verkleint weer door sterfte en
emigratie.
Gezonde populaties
Een territorium is een gebied dat een mannetje verdedigt tegen andere andere mannetjes.
Koolmezen zijn vaak te vinden in oude bossen omdat daar holle bomen zijn die goed zijn voor de
nestgelegenheid. Jongen bossen hebben een beperkende factor van de groei van de populatie.
Namelijk geen holle bomen hebben. Een vogelnest kan dat probleem oplossen, maar daardoor is er
weer een andere beperkende factor. Ze kunnen wegtrekken en bij een andere populatie
terechtkomen en voor genetisch diversiteit zorgen, das ook goed want door de inbreng van andere
genen de kans op ziektes verminderd. Als ze ervoor kiezen om toch hier te blijven moeten ze met
elkaar voortplanten (met familie) en dat is inteelt. Door inteelt neemt de kans op ziektes toe en kan
de populatie verdwijnen.
Gescheiden populaties
Het opdelen van een soort in kleine stukjes heet versnippering, mensne kunnen bijvoorbeeld ook een
ecoduct te maken zodat dieren veilig over kunnen steken. Dit heet ontsnippering.
Beheer
Mensen proberen een gebied zo in te richten dat soorten zich er thuis voelen en de overlevingskans
groter word. Een herintroductie is het helpen van een populatie laten groeien als de populatie dat
zelf niet kan. Bijvoorbeeld zelf otters in een bepaald veilig gebied neerzetten en hopen dat ze zich
voortplanten en zich verspreiden. Helaas is er ook veel verkeerssterfte.