BEGRIPPENLIJST/SAMENVATTING
MENSTHEORIE B
!!= BEL AN GRIJ KSTE BEGRIPPEN , BIJN A 100% ZEK ER DAT DEZE IN HET TEN TAMEN K OMEN
BEGRIP ZONDER UITROEPTEK EN = BEL AN GRIJ K OM DE !! BEGRIPPEN TE BEGRIJPEN
Inhoud
!!= belangrijkste begrippen, bijna 100% zeker dat deze in het tentamen komen ............................................1
Begrip zonder uitroepteken = belangrijk om de !! begrippen te begrijpen ......................................................1
College 8 samenvattingen.........................................................................................................................................2
hoofdstuk 0:..........................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 10:........................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 12:........................................................................................................................................................4
college 9 samenvattingen..........................................................................................................................................7
Hoofdstuk 11:........................................................................................................................................................7
College 10 samenvattingen.....................................................................................................................................10
Hoofdstuk 9:........................................................................................................................................................10
Hoofdstuk 35:......................................................................................................................................................13
College 11 samenvattingen.....................................................................................................................................15
Hoofdstuk 8:........................................................................................................................................................15
College 12 samenvattingen.....................................................................................................................................18
Hoofdstuk 27:......................................................................................................................................................18
College 13 samenvattingen.....................................................................................................................................21
Hoofdstuk 18:......................................................................................................................................................21
Hoofdstuk 29:......................................................................................................................................................22
Hoofdstuk 36:......................................................................................................................................................24
College 14 samenvattingen.....................................................................................................................................25
Hoofdstuk 22:......................................................................................................................................................25
YOU CAN DO IT
,COLLEGE 8 SAMENVATTINGEN
HOOFDSTUK 0:
!! Definitie ontwikkelingspsychologie en pedagogiek:
- Psychologie= de wetenschap van gedrag en geestelijke processen (denken, voelen)
- Pedagogiek= de wetenschap van het opvoeden
!! Relevantie ontwikkelingspsychologie voor het sociaal werk: Doordat je iets af weet van de
psychologie kun je later de cliënten beter begrijpen in wat er in hun hoofd omgaat. Er zijn 2 dingen
die te maken hebben met de ontwikkeling, namelijk iets dat van binnenuit komt, dus genetisch
bepaald. Als tweede is de omgeving belangrijk in de ontwikkeling.
HOOFDSTUK 10:
Psychosociale functioneren: Psyche= geest (denken, voelen en gedrag), Sociaal= onze interactie met
mensen. Als je benieuwd bent naar hoe iemand psychosociaal functioneert, dan vraag je jezelf af hoe
iemand functioneert in relatie tot anderen, welke rol hij aanneemt en hoe hij alles ervaart, zoals zijn
plek in de samenleving.
!! Psychosociale ontwikkeling volgens Erikson: Het leven zit vol mogelijkheden. Er zijn kansen die je
kunt pakken en kunt laten liggen. Deze keuzes zijn bepalend voor de manier waarop je jezelf
verhoudt tot jou sociale omgeving. Dus ze beïnvloeden het psychosociale functioneren. Wij
ontwikkelen ons dus op psychosociaal gebied als onze relatie met onze sociale wereld verandert en
wanneer onze ideeën veranderen over onszelf.
Wie is Erikson?: Duits Amerikaanse psycholoog (1963). Hij zag de psychosociale ontwikkeling als een
levenslang proces en doorloop je 8 levensfasen.
Ontwikkelingstaak: Uitdagingen die horen bij een bepaalde leeftijd, die je moet voltooien
Crisis: Elke fase wordt afgesloten met een crisis of ontwikkelingstaak. Sluit je deze fase niet
voldoende af, dan spreek je van een crisis. Belangrijk om te weten is dat een crisis nooit helemaal kan
worden opgelost. Het gaat erom hoe je succesvol met de uitdaging omgaat
Vastlopen psychosociale ontwikkeling: Wanneer je een ontwikkelingstaak niet kan voldoen en dat je
dus de levensfase niet afsluit
7 levensfasen:
- Babyfase
- Peuterfase
- Kleuterfase
- Basisschoolleeftijd/schoolkindtijd
- Adolescentie
- Jongvolwassenheid
- Middelbare leeftijd
YOU CAN DO IT
, - Ouderdom
!! Babytijd: 0-1,5 jaar. Vertrouwen vs wantrouwen
Het gevoel van vertrouwen groeit wanneer een baby wordt geknuffeld, gevoed en verschoond
wanneer hij daar behoefte aan heeft. Ouders bieden de baby zo een ‘’veilige basis’’. Wanneer ouders
niet in staat zijn om de baby geborgenheid, veiligheid en de juiste verzorging te bieden, dan zal hij
geen vertrouwen krijgen in de sociale wereld.
!! Peutertijd: 1,5-3 jaar. Autonomie vs schaamte en twijfel
De ontwikkeling van zelfstandigheid staat centraal. Het kind zal in deze levensfase op onderzoek
uitgaan. Hij leert lopen, spreken en durft de wereld te verkennen. Bijv: lichtkoppen aan/uit doen, op
een klimrek klimmen en er af vallen, eten op de grond gooien en ‘’zelf doen’’ roepen wanneer de
schoenen moeten worden aangetrokken.
Wanneer ouders in deze fase het kind teveel kritiek geven of overmatig beschermen, zal het kind
schaamte gaan ervaren en aan zichzelf gaan twijfelen.
!! Kleutertijd: 3 tot 6 jaar. Initiatief vs schuldgevoel
De vorming van het geweten vindt plaats. Het kind zal in deze fase activiteiten uit zichzelf starten.
Het wordt een doelgericht mensje en zal met zijn grote fantasie allerlei initiatieven willen
ondernemen. Bijv. zelf willen kiezen welke kleding hij/zij aantrekt, wat hij eet en met wie hij speelt.
Té veel straf en correctie leidt tot een schuldgevoel. Wat je het beste kunt doen is: niet te hoge eisen
stellen, het kind de gelegenheid geven om zelfstandig te handelen en hem hierin te ondersteunen en
sturen.
!! Basisschooltijd/ schoolkindtijd: 6 tot ongeveer 12 jaar. Vlijt vs minderwaardigheid
Het kind leert nieuwe vaardigheden: lezen, schrijven en rekenen. Hij leert omgaan met sociale
relaties en conflicten. Hij gaat ontdekken waar hij goed in is door middel van een hobby of sport.
Vlijt = competentie, dus ergens goed in zijn. Wanneer zijn omgeving hem niet ondersteunt en hij
wordt overvraagd, dan zal hij zich minderwaardig gaan voelen en een laag zelfbeeld krijgen.
!! Adolescentie: Identiteit vs rolverwarring
Het vormen van een eigen identiteit staat in deze fase centraal. Er komen veel veranderingen, het
lichaam rijpt, er komen seksuele gevoelens en hij leert steeds abstracter denken. Ook wil hij eigen
keuzes maken en zoekt hij het contact op met leeftijdsgenoten. Door deze behoefte aan
zelfstandigheid, veranderd de relatie met de ouders. Je onderzoekt wie je werkelijk bent. In een
opvoedingsklimaat waar gezag en uitgesproken verwachtingen de boventoon voeren, zal de
adolescent in verwarring blijven over welke rollen hij moet aannemen.
!! Jongvolwassenheid: Intimiteit vs isolement
Wanneer een jongere niet in staat is om een duurzame relatie aan te gaan, dan krijgt hij te maken
met gevoelens van eenzaamheid en afzondering = isolement. Op zijn best heeft iemand dan
oppervlakkige contacten of wisselt regelmatig van partner.
!! Middelbare leeftijd: Generativiteit vs egocentrisme
YOU CAN DO IT