Deelopdracht 5
Pedagogische Systemen in de Kindertijd en Adolescentie 2020-2021
Naam: Ilona Brunsveld
Studentnummer: 6836135
Werkgroepnummer: 5
Werkgroepdocent: Marieke Vorstenbosch-Hamers
Datum: 03-02-2021
Aantal woorden: 786
Aantal referenties: 11
,Wat is de relatie tussen de ouderlijke opvoedstijl en delinquent gedrag bij adolescenten
van 12 tot 18 jaar?
Steeds vaker zijn adolescenten van 12 tot 18 betrokken bij een delict. Uit cijfers van het NJI
blijkt dat er in 2019 per 1000 adolescenten 14,8 geregistreerd staan als verdachte van een
misdrijf. Dat was een jaar ervoor nog 13,7 per 1000 adolescenten (Nederlands Jeugdinstituut,
2020). De rol die ouders hierin hebben staat in dit vraagstuk centraal. Hierbij wordt rekening
gehouden met adolescenten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Bij het onderzoeken van de relatie
tussen de ouderlijke opvoedstijl en het delinquente gedrag wordt uitgegaan van de sociale
binding theorie van Hirschi (1969). Het uitgangspunt van deze theorie is dat de mens van
nature geneigd is om ‘slecht’ te zijn, maar dat sociale bindingen dit kunnen voorkomen of
remmen. Een adolescent die beschikt over kenmerken als een positieve houding ten opzichte
van de maatschappij en het hebben van een positieve relatie met de ouders heeft een kleinere
kans om delinquent gedrag te vertonen (Hirschi, 1969). Onder delinquent gedrag vallen
verschillende gedragingen die door wetgever als strafbaar worden gezien (Amo institute of
science, n.d.). De band die een ouder heeft met zijn kind is vaak te koppelen aan de
opvoedstijl die hij hanteert. Responsiviteit en controle zijn hierbinnen twee belangrijke
begrippen. Responsiviteit staat voor het ouderlijk gedrag naar een kind toe die het kind
comfortabel en geaccepteerd laat voelen, en controle gaat om de activiteiten en gedragingen
van het kind. (Hoeve et al., 2009). Voor het krijgen van een goede band met een adolescent is
een juiste balans hiertussen nodig, wanneer dit het geval is wordt er gesproken over een
autoritatieve opvoedstijl uit het model van Baumrind (1971). Wanneer de balans verstoord
wordt en er te veel controle en te weinig responsiviteit gegeven wordt, wordt er gesproken
over een autoritaire opvoeding. Als er juist sprake is van weinig controle en veel
responsiviteit is er sprake van een permissieve opvoedstijl, en wanneer er een tekort is aan
zowel controle als responsiviteit wordt er gesproken over een verwaarlozende opvoedstijl.
, Verwacht wordt dan ook dat wanneer een adolescent een autoritatieve opvoeding ontvangt, en
dus een goede band heeft met zijn ouders, delinquent gedrag minder of niet voorkomt.
In de adolescentie is het belangrijk dat kinderen autonomie ontwikkelen (Harris-
McKoy et al., 2013). Ouders die autonomie bevorderen en controle houden over hun
adolescent blijken uit onderzoek het meest positieve effect te hebben op het gedrag van hun
adolescent (Okorodudu, 2010). Uit onderzoek blijkt dat hoge ouderlijke controle en lage
responsiviteit, de autoritaire opvoedstijl, zorgt voor zowel externaliserende als
internaliserende problemen (de Kemp et al., 2006; Harris-McKoy et al., 2013). Echter is
controle hebben over de adolescent niet slecht. Een tekortkoming aan ouderlijke controle in
de adolescentie, dus een permissieve of verwaarloosde opvoedstijl, staat positief geassocieerd
met delinquent gedrag. (Harris-McKoy et al., 2013; Janssen et al., 2016).
Een andere belangrijke voorspeller van positieve uitkomsten voor adolescenten is
responsiviteit (Hoeve et al., 2009). Ouders die dit niet vertonen hebben een negatieve invloed
op het gedrag van hun kinderen (Okorodudu, 2010). Uit onderzoek is er dan ook een groot
effect gebleken tussen verwaarlozing, vijandelijkheid, afwijzing of combinaties hiervan en het
ontwikkelen van delinquent gedrag welke veel voorkomen bij de verwaarloosde opvoedstijl
(Hoeve et al., 2009). Uit onderzoek van Hoeve et al. (2008) blijkt dat deze opvoedstijl vaak
tot de ergste vormen van delinquentie leidt.
Tot slot is het doorbrengen van tijd met de adolescenten als ouder zijnde erg
belangrijk. Wanneer er meer tijd wordt doorgebracht met de adolescent zal de band tussen
ouder en kind verbeteren wat vervolgens leidt tot minder delinquent gedrag. Echter moet dit
in combinatie gaan met een gezaghebbende opvoedstijl, de autoritatieve opvoedstijl (Sarwar,
2016).
Zoals de sociale binding theorie van Hirschi (1969) vermeld zijn sociale bindingen
van essentieel belang om onder andere delinquente gedragingen te voorkomen of te remmen.