Muziek BT 3
Muziek BT 3
1. Muziekmeester, Hoofdstuk 4 en 5
2. Eigenwijs, inleiding p.9-16
3. Handout, 5 fasen en stappenplan instrumentaal spel
Hoofdstuk 4: Muziek maken
Het is belangrijk om de kinderen in contact te brengen met muziek en hen te helpen te
ontdekken waar hun voorkeuren en sterke kanten liggen. De kinderen leren hiervan, ook in
hun algemene ontwikkeling:
- Muzikale principes: ze maken kennis met allerlei muzikale principes
- Hoog en laag: ze ervaren verschillen tussen hoog en laag
- Instrumenten: diverse instrumenten kennen
- Rekening houden met een ander
- Concentreren
- Ontwikkelen van hun motoriek
Het muziekonderwijs is erop gericht de kinderen te laten experimenteren, spelenderwijs
leren kinderen. Bij het leiding geven aan kinderen tijdens het maken van muziek, komen er
drie hoofdpunten naar voren: (opbouw gebaseerd op de Russische leerpsychologie)
1. Organiseren
Tijdens zo’n muziekles ben je van leraar-instructeur tot groepsbegeleider. Je hebt vooral een
stimulerende rol.
- Organisatievorm, is afhankelijk van de kinderen en leerstof
- Vaak klassikaal
- Strak geleid door de leerkracht
- Geen verschillen maken in niveau, dan krijg je afname van de motivatie. Een kind met
talent kun je het wel moeilijker maken.
- Maak heldere afspraken op het gebied van instrumenten, wat mogen ze ermee doen als
het uitgedeeld wordt, geluidsniveau en zorgvuldig gebruik.
- Wees consequent, zorg dat je de regels naleef.
- Hanteer meteen juiste namen bij instrumenten, weet hoe de instrumenten heten en
welke kloppers erbij horen.
Als kinderen zelf muziek mogen bedenken ontstaan er creatieve situaties. Een heldere
structuur is fijn tijdens lessen met creatieve opdrachten. Bespreek de stappen met de
kinderen, maak de opdrachten niet te complex en geef de kinderen niet teveel vrijheid.
Creatieve situaties:
- improviserend: bedenken en onmiddellijk uitvoeren
- componerend: bedenken en noteren
2. Muzikale leiding geven
Je hebt vooral een stimulerende rol als leerkracht. Maar je geeft ook de maat aan en toont
duidelijk aan wanneer ze moeten beginnen en stoppen.
Punten waarop je moet letten bij het leiding geven:
- Positieve uitnodige houding.
- Reactie bijstellen aan het niveau van de kinderen.
,- Ervoor zorgen dat kinderen zich veilig voelen
- Storend gedrag meteen afkappen
- Stimuleren tot creatief en expressief gedrag
- Stimuleer de kinderen om zelf iets te creeren
Naast activiteiten waarbij kinderen zelfstandig ontwerpen, zijn er ook klassikale
musiceeractiviteiten die door de leerkracht gestuurd worden, namelijk de liedbegeleiding of
het verklanken van een grafisch partituur. Vooral bij het verklanken van een grafisch
partituur begeleidt de leerkracht van minuut tot minuut. Belangrijk hierbij:
- inzet, bijvoorbeeld door af te tellen
- in de maat spelen
- afsluiting
- concentratie van de kinderen, pak van tevoren een stiltemoment.
3. Evalueren
Bij het evalueren kijk je naar de muzikale kwaliteit van het muziekstuk, beoordeel je de
presentatie van de kinderen. Aandacht voor de kwaliteit ervan is een voorwaarde voor het
leerproces. Stel vragen zoals: waardoor klinkt het niet goed? Hoe kan het beter? Moeten ze
meer tijd krijgen?
Kinderen willen graag een beoordeling van hun prestaties, zinvolle opmerkingen zijn dan ook
erg belangrijk. Dit samen met de kinderen doen, werkt vaak erg goed.
Wat doen de kinderen?
Kinderen leren vooral door te doen, experimenteren en zich orienteren op het onderwerp is
belangrijk. Instrumenten zijn super, maar hebben een grote aantrekkingskracht op de
kinderen. Bij het spelen staat zelfdoen centraal: zelf zingen, spelen, ontwerpen en
improviseren. Hooftpunten hierbij zijn:
- Kinderen ervaren door zelf te spelen: ze ervaren de klankeigenschappen, de vorm en de
betekenis van muziek. Op deze manier onthouden ze veel meer van de muziek en krijgen
meer inzicht.
- Effect op ontwikkelingsgebieden: het spelen op instrumenten heeft effect op motorische
vorming, sociaal-emotionele vorming en cognitieve ontwikkeling.
- Creativiteit en expressiviteit: kinderen ontwikkelen hun creativiteit en expressiviteit.
Het effect van een muziekles op het geheugen is opmerkelijk, regelmatig muziekonderwijs
verhoogt de intelligentie, het verbale geheugen versterkt en het abstracte denkvermogen
stimuleert. Kinderen leren veel door te experimenteren, ze ontdekken:
- hoe harde muziek ontstaat
- wanneer muziek zacht klinkt
- welke materialen schelle/doffe klanken veroorzaken
Tijdens lessen is het ook belangrijk dat er geoefend wordt, herhaal moeilijke stukjes. Na het
oefenen kunnen ze zich presenteren, dit is belangrijk want hiervoor hebben ze geoefend.
Een veilige leeromgeving is hierbij wel belangrijk.
Klankspel
Een stukje vrije muziek dat zowel grafisch genoteerd als geimproviseerd kan zijn. Het accent
valt hierbij niet op melodieen of ritmen, maar op toevallig ontstaande klankeffecten. Dit kan
ontstaan met allerlei verschillende instrumenten en materialen.
- kinderen krijgen de mogelijkheid om zonder veel technische vaardigheden toch muziek te
maken
, - het kan voor orkest of dirigent
Klankverhaal
Kinderen maken de geluiden bij een verhaal of vertelling. Door te experimenteren met
verschillende klankbronnen komen de kinderen erachter hoe je een bepaald geluid kan
imiteren.
Ontwerpen van muziek (improviseren en componeren)
Als een kind zelf muziek bedenkt en eventueel vastlegt. Muziek geven op de basisschool is
niet allen het uitvoeren van liedje/ muziekstukjes die door andere bedacht zijn (reproductie).
Het is ook belangrijk dat de kinderen zelf muziek ontwerpen(productie) Op de basisschool
betekend dit: het bedenken van muziekstukjes. Dit kan op de volgende manieren:
1. Improviseren
Impulsen zijn belangrijk, dit zijn vertrekpunten en stimulansen voor de klankstukjes die de
kinderen zelf bedenken. Een goede impuls helpt kinderen op weg en geeft snel richting aan
een improvisatie of compositie.
Er zijn verschillende vormen van improvisatie:
- tekstimprovisatie, vrije veilige vorm. De improvisatieruimte wordt hier beperkt door de
vorm van een lied of de lengte van een muzikale regel (rekening houden met maat en ritme).
- ritmische improvisatie, beperkte ruimte. Je geeft een ritme en de kinderen bedenken er
een ander ritme bij of achteraan. (bijv. echoklappen)
- melodische improvisatie, beperkte ruimte in keuzes uit een aantal tonen waarmee dek
kinderen gaan improviseren. Het werken met klankstaven is een goed voorbeeld, een aantal
kun je vooraf selecteren.
Componeren
Ook hierbij bied je een impuls aan vanuit klank, vorm of betekenis. Je kunt daarvoor
dezelfde impulsen gebruiken die bij improviseren aan bod zijn geweest.
Er zijn verschillende vormen van componeren: