100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Levensfasen €3,48   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Levensfasen

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van het boek Levensfasen, 4e druk. De paragrafen die worden behandelt zijn: 1.1, 1.3, 1.4, 2.3, 2.5, 2.6, 3.3, 3.5, 4.3, 4.5, 4.6, 4.7, 5.4, 5.6, 5.7, 5.8, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.7 en 6.8. Ik heb gebruik gemaakt van het boek en van de powerpoints tijdens de hoorcolleges en de kennisclip...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • Nee
  • 1 - 6
  • 9 april 2021
  • 13
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (39)
avatar-seller
lisadeboer2
Samenvatting Levensfases
1.1 de lichamelijke ontwikkeling
Bij de lichamelijke ontwikkeling van de mens heb je de ontwikkeling van het specifieke individu (de ontogenese) en
de ontwikkeling van de soort (de fylogenese). Bij de ontogene speelt de interactie met de omgeving (moeder) een
belangrijke rol en bij fylogenese meer de ontwikkeling van de soort, de erfelijkheid.
De prenatale ontwikkeling is afhankelijk van 3 belangrijke factoren:
1. Groei: een toename van cellen, lengte en gewicht. Het is in sterke mate erfelijk bepaald. Factoren uit de
omgeving hebben een beperkte invloed op het groeiproces.
2. Rijping: een lichamelijk of fysiologisch proces voor het in staat te zijn om nieuwe functies te vervullen. Het
word niet tot nauwelijks beïnvloed door de omgeving, maar wel door de erfelijke factoren.
3. Leren: negatieve gevolgen van indrinken en het gebruik van drugs. Dit is niet direct een gevolg van een
tekort aan intelligentie, maar heeft wel te maken met de rijping van het zenuwstelsel. het min of meer actief
verwerven van nieuwe kennis, inzicht of vaardigheden door oefening en ervaring
In de prenatale fase, de periode waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp is om geboren te worden,
onderscheiden we 3 belangrijke trimesters.
 1e trimester = Het bestaat uit 2 periodes: de eerste 2 weken, waarin de innesteling plaatsvindt van de
bevruchte eicel en de volgende 6 tot 10 weken. De eerste 2 weken vind de celdeling van de zygote
(bevruchte eicel) plaats, dit is de germinale fase. De eicel bevat 23 chromosomen die het erfelijk materiaal
vormt van de ongeboren mens. Tijdens de volgende periode ontwikkelen zich het centrale zenuwstelsel, de
ogen, het hart, de oren, de tanden, het gehemelte en de externe genitaliën. Vanaf de 3 e week begint het
brein zich te vormen. De 2 periodes in dit 1 e trimester is de embryonale fase.
 2e trimester = De foetus gaat allerlei bewegingen maken zoals buigen, strekken, handen sluiten en kruip- en
klimbewegingen. Dit is van de 3e tot 7e maand. Aan het eind van de 5e maand zijn de hersencellen
aangemaakt en worden ingewikkelde functies zoals zintuigen ontwikkeld.
 3e trimester = Een snelle gewichtstoename van de foetus. Hij kan nu externe prikkels onderscheiden
(donker/licht, harde muziek). Voorkeur voor een zoete smaak.

1.3 visies op het prenatale bewustzijn
Volgens de ene visie komt bewustzijn door leerervaringen tot stand, volgens een andere door rijping en volgens
weer een andere is het al bij de conceptie aanwezig. In het Westen bestaan onder andere de volgende visies:
- De biologische model (genen, lichaam, hersenen, medicijnen)
- Behavioristische model (leerervaringen, straf en beloning)
- De omgevingspsychologische model (interactie tussen aanleg en de sociale en fysieke ruimte)
- De cognitivistische model (informatieverwerking, geheugen en zelfsturing)
- De psychoanalytische model (driften, onderbewustzijn)
- De humanistische model (betekenisgevend, creatief; zelfactualisatie)
- Bio-ecologische visie (systemen bv. gezin, economie, wijk, culturele afkomst, school in wederkerige relatie
met individu)
De evolutionaire visie van Vroon benadrukt de relatie tussen taal en bewustzijn. Een aanwijzing hiervoor is dat
mensen zich zelden wat kunnen herinneren voor de periode dat zij konden praten.
Het gedrag van de mens is afhankelijk van:
Nurture: De sociale en natuurlijke omgeving zijn van de belangrijkste invloed
Nature: Genetische en andere biologische factoren zijn bepalend

John Locke (nurture)
Tabula rasa (= onbeschreven blad)
Omgeving en ervaringen

Jean-Jacques Rousseau (nature)
Van nature goede mens
Ontplooien aanleg

, 1.4 de omgeving van het embryo en de foetus
Gedurende lange tijd is de veiligheid van de baarmoeder overschat. Het heeft een filterende werking tegen
chemische stoffen uit medicijnen, alcohol en drugs, maar dat effect is vaak niet voldoende. Middelen die van buiten
komen en een schadelijke invloed hebben op de prenatale ontwikkeling zijn teratogenenfactoren. Ze kunnen leiden
tot vertraagde groei en gedrags- en functiestoornissen. Ze kunnen zelfs leiden tot dood. Diverse teratogenen zijn:
- alcohol- en/of drugsgebruik (lager geboortegewicht, langzamer reactievermogen, zuurstofgebrek)
- medicijngebruik (lichamelijke afwijkingen embryo)
- ondervoeding (neurologische afwijkingen, ontwikkeling hersenen aantasten)
- chemicaliën en stralingsgevaar (Vergiftiging, afwijking centrale zenuwstelsel)
- ongelukken (vroeggeboorte, beschadiging foetus)
- infecties (afwijking, dood)
- psychische ziekten (stress, angst of depressies)
- zware stress (gedrag van baby’s, meer bewegen in hun slaap, diepe slaap is korter)
- leeftijd van de aanstaande moeder (ontwikkeling kind, jonge of oudere moeders meer kans vroeggeboorte
of miskraam)
- leeftijd van de aanstaande vader (invloed psychische ontwikkeling)
- een te kleine moederkoek of placenta (verminderde toevoer zuurstof en voedingsstoffen)

2.3 de ontwikkeling van het leren
Leren is een blijvende verandering in wat iemand kan of weet op grond van ervaring. Via de zintuigen en motoriek
doet het kind deze ervaringen op. Je kunt leren ook wel de vorming van het geheugen noemen. Er ontstaan tijdens
het leren korte verbindingsstroompjes (kortetermijngeheugen) en permanente verbindingsknopen
(langetermijngeheugen). Vygotsky zegt dat een kind geen afstand kan nemen van de geboden situatie als hij net
geboren is (situationele dwang). Hij beweert dat cognitieve ontwikkeling wordt bepaald door de samenwerking of
interactie met andere mensen.
Pasgeborene kinderen beschikken over alle menselijke zintuigen, die werken op elkaar in en werken samen:
- Horen; baby’s kunnen meteen al klanken onderscheiden en herkennen stem van moeder (al voor geboorte is
gehoor ontwikkeld). Reageren op klanken belangrijk om omgeving te verkennen en te gaan herkennen. In
eerste week na geboorte bijv. al gehoortest, om te kijken of gehoor voldoende is aangelegd.
- Ruiken; baby’s reageren op de geur van moeder en moedermelk, helpt hen om te drinken
- Proeven: baby’s kunnen zoete van zoute smaken onderscheiden, voorkeur voor zoet. Moedermelk verandert
van smaak naar gelang wat moeder eet. Borstvoedingsdeskundigen raden bijvoorbeeld aan om als moeder
gevarieerd te eten, zodat baby alvast went aan verschillende smaken
- Voelen: Mond en later ook handjes en voetjes worden gebruikt om omgeving te verkennen, voorwerpen te
leren herkennen. Maar ook: aanraking is prettig, geruststellend, belangrijk ook voor hechting. Kom ik straks
op
- Zien: speelt eerste half jaar een minder grote rol dan horen, want zicht nog niet volledig ontwikkeld. In het
begin contouren, zwart-wit. Wel vrij snel gezichten interessant. Later kleuren, details en ook actief naar
dingen (mensen) grijpen.
Baby’s zijn voortdurend in interactie met de omgeving. De pasgeborene leert zijn omgeving niet alleen kennen via
zintuigen, maar ook door de motoriek. Dit laatste noem je de sensomotorische ervaringen.
- Oriëntatieregel: Baby richt aandacht en waarneming op opvallende geluiden (denk aan nieuw geluid, iemand
die binnenkomt) en draait hoofd in die richting
- Onderzoek: Baby onderzoekt voorwerpen of vormen met ogen, handen of mond
- Scannen: Baby volgt voorwerp of persoon en als dat verandert of weggaat, blijft hij of zij zoeken (naarmate
ouder wordt besef dat voorwerp nog ergens moet zijn)
- Preferentie: Baby’s hebben een voorkeur voor meest interessante persoon of voorwerp, gaat dan langer
kijken (bijv. grootst, felste kleuren, etc.)
- Habituatie: gewenning. Als baby iets kent, zal hij er minder aandacht aan besteden. Nieuwe voorwerpen of
situaties zijn interessanter
- Omkering: Voelen en zien hangt sterk samen. Als baby voorwerp voelt,
- Circulair: wanneer een handeling iets leuks oplevert, gaat de baby het opnieuw doen, om zelfde effect te
krijgen (bijv. aanraken mobile, gooien met dingen)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisadeboer2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66475 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,48
  • (0)
  Kopen