Grootstedelijke problematiek
Zelfstudie lessen 1 + 2
Kenmerken grootstedelijke problematiek
Een sterke en ingewikkelde samenhang tussen enerzijds economie, cultuur en sociale structuur in
een ruimtelijke context, anderzijds bestuur, politiek
● economie : hoe mensen met elkaar welvaart voortbrengen
● cultuur : hoe mensen samenleven
● sociale structuur : hoe mensen met elkaar omgaan en verbonden zijn met elkaar
relatief slecht zichtbaar
ruimtelijke context kun je zien en bepaalt groot en deels hoe mensen (kunnen) leven
● moderne stadsplanning (vooral tweede helft 20e eeuw) : met ruimtelijke ingrepen proberen
het leven van mensen in de stad te veranderen
Wat is stedelijkheid? (stedelijke problemen)
drie criteria
1. grote aantallen mensen
2. hoge dichtheid (gebouwen) → stank maar ook erkenning
3. grote diversiteit → spanningen maar ook levendige economie
Waarom zijn steden belangrijk?
Grootste deel bevolking woont in steden (2030 rond 70%)
Verstedelijking staat nog altijd symbool voor vooruitgang en modernisering. Stadslucht maakt vrij!
(succesvol, hier gebeurt het)
Veiligheid en de stad
De ligging en inrichting van de stad (ruimtelijke context, hoe samenleven?) zijn heel bepalend voor
economische, culturele en sociale dynamiek en daarmee voor de veiligheid
Voorbeelden
- Rome : heel fysiek en ruimtelijk ingegrepen —> eenheid zijn, binnen de muur wonen elkaar
beschermen (heuvel, muur)
- Georges-Eugène Hausman (Parijs) : zijn grootsheid vertalen haar nieuw ontwerp hart van
Parijs (plein in het midden, zon)
Het ontstaan van steden
Van de eerste steden (mesopotamië) via de middeleeuwse stad naar de moderne, westerse stad: de
geografische (ruimtelijke) factor is dus van groot belang
Er is overschot aan landbouw → handelen (vruchtbare halve maan) → markten (kiem
gelegd voor verstedelijking). Rondom markt gaan mensen zich vestigen
Vee produceert mest en die kan je goed toepassen (verantwoordelijke manier), in combinatie met
werktuigen werd de landbouw steeds meer —> meer overschotten en steeds meer handel
stadslucht maakt vrij
Industrialisering en urbanisatie: op weg naar de moderne stad
Middeleeuwse stad, ambachten ontwikkeld (weefmachine, waterrad en zo machines aandrijven)
stoommachine, foot lose machines
Westerse stad groeit compleet uit en in de 19e eeuwe kwamen er problemen : vuil, achterbuurten.
Er waren interventies nodig, zoals de aanleg van riolering, vakbonden, infrastructuur
In de 20e eeuw heft in eigen handen nemen : groei van steden, ontstaan stedelijke planning (naar je
hand zetten en ingrijpen), ruimtelijke ordening
, Groeikernen, randgemeenten
Na WO2 groei steden versnellen (snelle welvaart) → woningnood en zo kwamen er
goedkope woningen aan rand van de stad
Suburbanisering
Welvaart brengt een suburbane middenklasse voort die buiten de ongezonde stad willen wonen :
buitenwijken
Economische herstructurering vanaf jaren 70 leidt tot stedelijke crisis
Economische groei begint te haperen, de industriële industrie niet heel succesvol en anderen
organiseren beter.
Nieuwe tak in economie, diensteneconomie → enorme werkloosheid incl verval in stad,
protesten
Stadsvernieuwing
Delen oude stad, verkrotte arbeidershuisje gesloopt en nieuwe moderne geslaagde bebouwing.
Emancipatie en gelijkheid hoog dus mensen een kans geven ‘bouwen voor de buurt’
- de sociale structuur in de wijken moet behouden blijven
Stedelijke vernieuwing
Post-industriële periode → opbloei en er wordt volop gebouwd vanuit kantoren,
middenklasse terugwinnen
Broedplaatsen voor creatieve en jonge ondernemers
Detroit
1. een booming, moderne stad met een bloeiende dienstensector, downtown waar je plezier
kunt hebben en geld kan uitgeven veiligheid gemanaged met repressie, surveillance..
2. stad die langzaam opkrabbelt uit bestuurlijke crisis, gevolg van economische herstructurering
inclusief massale werkloosheid burgers en bedrijven helpen elkaar
Hoofdstuk 1 - Jane Jacobs -
Dit boek is een aanval op de gangbare stadsplanning en stadsvernieuwing. Het verval
van oude steden of de neergang van nieuwe verstedelijkte buitenwijken is in economisch
of sociaal opzicht niet onvermijdelijk, maar planners weten niet hoe hun steden
functioneren. De bestaande omgeving, de geschiedenis van de stad zijn belangrijk en
doorbraken zijn schadelijk. Een stad met een moderne stedelijke planning houdt te
weinig rekening met veiligheid en hoe dat ontstaat. Een stad kan ook zonder die planning
→ North End (Boston). Ernstige achterbuurt met overbevolking, zware industrie, maar
met de laagste misdaad. Iemand die ook geen stadsplanning maakte was Le Corbusier.
Hij ontwierp wolkenkrabbers en zo bleef een heel groot deel van de grond onbebouwd
(rekening houden met ruimtelijke-en sociale omgeving, zorgt voor vrijheid)
Howard (Tuinstad) : romantisch idee over hoe je het stedelijk idee ook kan organiseren.
Slechte kwaliteit woningen, ellendige steden, allemaal niet nodig → Als we die steden
kunnen bevrijden, licht, lucht, groen, dan hebben we een ideaalplaatje. Jane, een stad is
niet alleen wonen!
Boodschap Jane Jacobs
Stedelijke planning gaat vaker uit van een idee over hoe mensen zouden moeten leven, dan een
precieze kennis over hoe een grote stad echt werkt en wat precieze kenmerken zijn van individuele
grote steden.