Samenvatting Grootstedelijke problematiek IVK
Veiligheid op 2 manieren:
Top/down
Bottom up
Twee uiterste benaderingen van stedelijke planning (in de tijd van JJ was stedelijke planning
vooral Top-down).
Top-down:
Functionalistisch,
modernistisch: vorm volgt functie,
grootschaligheid,
functiescheiding (wonen, werken, recreëren, transport, zie voorbeeld van de Bijlmer),
planners maken de stad.
Bottom-up:
Traditionalistisch: menselijke maat,
kleinschaligheid,
‘alledaags’,
functiemenging,
‘duurzaam’,
mensen maken de stad.
Het is vaak een combinatie van beide en nooit sec één!
-Veiligheid wordt primair door gebruikers van de openbare ruimte voortgebracht, van onderop!
-Economie is een belangrijke conditie om veiligheid te bevorderen
Bloei of verval is een economische aangelegenheid
-Kenmerken voor grootstedelijke problematiek
Een sterke en ingewikkelde samenhang tussen economie, cultuur en sociale structuur met
bestuur, politiek en planning.
-Moderne stadsplanning= met ruimtelijke ingrepen proberen het leven van mensen in de stad te
veranderen.
Wat is stedelijkheid?
Grote aantallen: (pos) kritische massa VS (neg) bestuurbaarheid
Hoge dichtheid: (pos) Productiviteit VS (neg) Leefbaarheid, anonimiteit en verstopping
Grote diversiteit: (pos) specialistische culturele diversiteit VS (neg) spanningen in opvattingen
-Waarom is de stad een symbool voor vooruitgang?
De stad is de plek waar het gebeurt: nieuwste snufjes, bijzondere concerten en
tentoonstellingen
In de stad kun je vooruitkomen: Werk, innovaties en opleidingsmogelijkheden
Steden zijn aanjagers van economische groei
-Belangrijkste factoren voor steden:
Economie
Ruimte/ligging/inrichting
-Stadslucht maakt vrij: Burghers werden bevrijd van hun positie als ‘horige’ van de stadsheer na
minimaal 1 jaar binnen de stadmuren te hebben doorgebracht.
-De basis voor het denken over moderne, grootschalige woningcomplexen ligt in de verloedering in
arbeidersbuurten door woningnood en verdere urbanisatie en verval tijdens de industriële revolutie.
, -Stadsvernieuwing is vanaf de jaren 70 begonnen met behoud van de sociale structuur van de wijk
onder de noemer 'bouwen voor de buurt’.
-Boodschappen JJ:
Grote steden die het goed doen kenmerken zich door hoge economische sociale
verwevenheid.
Moderne planners hebben weinig oog voor die complexiteit.
Stedelijke planning gaat vaker over hoe mensen zouden moeten leven dan van precieze
kennis hoe een grote stad werkt (het echte leven).
Planning en ontwerp
Jane Jacobs, chapter 1 (Introduction)
Het boek is een aanval op de (toenmalige) modernistische planning. Die heeft de stad schade
berokkend.
Planners weten niet hoe steden functioneren: bijv. de straat is slecht, dus steden moeten in
functies worden opgeknipt.
De bestaande gebouwde omgeving en de geschiedenis van de stad zijn belangrijk.
Grote ‘doorbraken’ in het stedelijk weefsel zijn vaak schadelijk voor de stad.
Een stad kan ook zonder (die) planning: bijv. North End (Boston): van ‘slum’ naar succeswijk.
De modernistische planning MOET veranderen!
Wat is er volgens JJ mis met de stad (in de jaren ‘60) ondanks (of beter ‘dankzij’) moderne
stedelijke planning? Concentratie van armoede in bepaalde wijken, stille, saaie
middenklassebuurten, winkelcentra vol met daklozen en junks die kopieën zijn van
winkelcentra in de buitenwijken, boulevards waar niemand wil wandelen, snelwegen die dwars
door steden voeren en buurten in stukken delen.
De bredere stedelijke problematiek, Enkele uitdagingen / ‘wicked problems’ van Westerse
steden:
Toegankelijkheid woningen en infrastructuur:
door segregatie exclusief en toenemend onbetaalbaar.
Concentratie van armoede in bepaalde buurten.
Delen van de stad daarnaast ook fysiek onbereikbaar, vanwege beperkte ruimte.
Vastgoedprijzen, zowel van woningen als bedrijfsruimtes, worden almaar duurder. Dit dwingt
kleinere ondernemers om naar goedkopere plekken aan de randen van de stad te verhuizen
of via internet te handelen. Het dwingt minder koopkrachtige huishoudens de stad uit.
De groeiende kloof wereldwijd, maar ook in de grote steden, creëert sociale spanningen.
Daarnaast neemt de druk op de fysieke infrastructuur (wegen) toe.
Onveiligheid/onleefbaarheid:
delen van de stedelijke openbare ruimte worden als onveilig en/of onleefbaar ervaren. bijv.
kwaliteit van de woonomgeving en openbare ruimte; milieuproblematiek.
Onveiligheid: in een rechtvaardige stedelijke samenleving kan iedereen in dezelfde mate
delen in wat de stad te bieden heeft.
In veel steden zijn sommige delen minder toegankelijk voor bepaalde categorieën burgers en
zij ervaren de stad als onveilig: senioren, jonge vrouwen, homoseksuelen, dak- en thuislozen.
In sommige steden neemt de zware criminaliteit toe (zie bijv. Mocro-maffia, drugsoorlog
Amsterdam).
Democratie:
het stadsbestuur worstelt met complexiteit en responsiviteit.
Veel stadsbewoners voelen zich slecht vertegenwoordigd door het stadsbestuur. Dat geldt in
veel landen vooral voor mensen in achterstandsposities. Burgers willen meer te zeggen
hebben.
De overheid loopt tegen haar grenzen op van wat zij in een complexe samenleving nog in
haar eentje kan besturen.
Er wordt steeds meer samengewerkt in netwerken.
Wat is stedelijke planning? “De systematische voorbereiding van beleidsvormende en uitvoerende
handelingen, die gericht zijn op het bewust interveniëren in de ruimtelijke orde en op het organiseren
van deze interventies”