WGDO lesweek 2 : Bevruchting en ontwikkeling
De bevruchting
Iedere menstruatiecyclus komt er een rijpe eicel vrij bij de eisprong. Na de eisprong komt de eicel
terecht in de eileider en kan deze bevrucht worden. De rijpe eicel leeft ongeveer anderhalve dag en is
maar 12 uur hoog vruchtbaar. Daarna wordt de vruchtbaarheid snel minder tot de eicel helemaal
afsterft.
Tijdens geslachtsgemeenschap komen er bij een zaadlozing miljoenen zaadcellen in de vagina. Alleen
de sterkste en snelste zaadcellen zwemmen via de baarmoedermond en baarmoeder naar de
eileiders. Uiteindelijk komen er slechts een paar honderd aan bij de eileiders. De eerste zaadcellen
komen daar binnen 5 minuten aan, maar de hele bevruchting zelf neemt wel 24 uur in beslag.
In de baarmoeder of eileiders kunnen zaadcellen doorgaans 2 tot 3 dagen overleven. Het komt
echter ook voor dat zaadcellen een stuk langer of korter in leven blijven. Normaal gesproken zijn de
beste dagen om te proberen zwanger te worden de 3 dagen voor je ovulatie en de dag van de
ovulatie. Dit zijn je meest vruchtbare dagen.
Ontwikkeling embryo tot baby
Week 1: Een rekenlesje
Je zou kunnen zeggen dat je de eerste en de volgende week cadeau krijgt. Je bent op dit moment
immers nog niet zwanger. Waarom deze week toch meetelt? Dat is om zo nauwkeurig mogelijk te
kunnen berekenen wanneer de baby geboren wordt. Om die reden wordt er niet uitgegaan van het
moment van de bevruchting (dat weet je immers niet precies), maar van de eerste dag van je laatste
menstruatie.
Door daar negen maanden plus zeven dagen bij op te tellen, kun je zelf berekenen wat de
uitgerekende datum is. Het gaat uiteraard om een schatting. Of de baby ook exact op die dag komt, is
nog maar zeer de vraag. Een echo op onze praktijk zal bepalen wat je als uitgerekende datum kunt
aanhouden.
Week 2: Een miniscule kans
Ongeveer halverwege je maandelijkse cyclus maakt een rijpe eicel zich los uit de eierstokken. Vanaf
dat moment tot enkele uren later is bevruchting mogelijk. Een eicel heeft op zich geen lang leven,
slechts een kleine zesendertig uur. Zaadcellen houden het langer vol, ongeveer tweeënzeventig uur.
Als je een of twee dagen voor de eisprong hebt gevreeën, kunnen er dus nog levende zaadcellen
aanwezig zijn. Bij elke zaadlozing komen er ruim vijfhonderdmiljoen zaadcellen vrij. Die gaan allemaal
op weg naar dat ene eitje. Uiteindelijk bereiken maar een paar honderd zaadjes hun doel en krijgt er
hooguit eentje de kans het eitje binnen te dringen. Dat is het moment van de bevruchting.
Week 3: De bevruchting
Wanneer de zaadcel met het binnenste van het eitje in contact is gekomen, voegen ze zich samen,
zoals twee zeepbellen één zeepbel kunnen worden. Die kern is de eerste cel van je kind. Deze cel
deelt zich vervolgens eerst door twee, dan door vier, daarna door acht en zo verder. Als het eitje zich
na ongeveer een week in de baarmoederwand nestelt, is het al een klompje van zestien cellen. In dat
vrijwel onzichtbare klompje ligt al oneindig veel vast, zoals de bouw van je kind, de kleur haren en
ogen, de intelligentie, het karakter en zelfs de geur van de huid!
,Week 4: Taken verdelen
Het stipje in je buik groeit zo hard, dat het met het blote oog zichtbaar zou kunnen zijn. Inmiddels
heeft het zich vermenigvuldigd tot enkele duizenden cellen. Onderling hebben die cellen het werk
inmiddels verdeeld. De cellen die de baby gaan vormen bevinden zich aan één kant: de embryonale
knoop. De cellen rondom de holte vormen over een paar weken de placenta die je kind negen
maanden lang van voedsel zal voorzien. Weer een andere groep zorgt voor de vliezen. Over een paar
dagen zal het trosje cellen dat je baby gaat worden zich in de baarmoeder nestelen. De eerste weken
wordt je kind gevoed via de bloedvaten in de baarmoederwand.
Week 5: Rijstkorreltje
Het klompje cellen dat straks je baby wordt, heeft nu ongeveer de maat van een korrel rijst. Het
begint zelfs al een beetje vorm te krijgen. Als je het goed zou bekijken, zou je een hoofdje en een
staartje kunnen ontdekken. De ontwikkeling van je kind is fascinerend. Denk alleen maar eens aan
alle lichaamsdelen waarvan we er twee hebben. Twee armen, twee ogen, twee longen, twee nieren…
Ze ontstaan tegelijkertijd, maar door verschillende groepen cellen. Het is haast niet te geloven dat de
ene groep voor het linkeroor zorgt, terwijl een andere groep een oor met dezelfde grootte en vorm
voor de rechterkant ontwikkelt! Ondertussen wordt er alles aan gedaan om van je baarmoeder een
veilig nestje te maken.
Week 6: Kloppend hartje
Het vruchtje wordt nu embryo genoemd en lijkt een beetje op een garnaaltje. Langzaam ontstaat er
een duidelijk hoofdje en een nekje. Er zijn ook al beginnende oogjes die nog ver uit elkaar staan, bijna
aan de zijkant van het hoofdje. In het midden van het gezichtje verschijnt het puntje van de neus. Op
de echo is heel vaag de ruggengraat te zien. Er is ook al een bloedsomloop en er is een begin
gemaakt met organen als lever en nieren en met het maag-darmsysteem. En, misschien wel het
allerleukste om te weten, het hartje is gaan kloppen! Het kloppend hartje kun je zien op een echo via
de vagina.
Week 7: Armpjes en beentjes
De baby groeit nu 1 millimeter per dag en is ongeveer zo groot als de nagel van je pink. Vooral de
ontwikkeling van de armpjes gaat razendsnel. Vorige week waren er alleen nog maar een paar
knobbeltjes aan de romp zichtbaar, nu heeft de baby al duidelijk een boven- en onderarm. Over drie
dagen ontwikkelt zich aan het einde van de onderarm een soort schijf, waaraan je het begin van de
vijf vingertjes al kunt zien. De beentjes zijn iets later aan de beurt. In verhouding tot de rest is het
hoofdje ontzettend groot. Dat zal nog een hele tijd zo blijven: pas later in de zwangerschap wordt het
lijfje in verhouding wat groter. Maar een hele tijd na de geboorte krijgt het hoofdje pas de juiste
proporties.
, Week 8: Kwetsbaar
Tot nu toe was de baby eigenlijk een slap vormpje. Deze week ontstaat het begin van het volledige
skelet. In alle opzichten begint het ‘fabriekje’ nu echt te draaien: het hartje klopt zo’n 140 keer per
minuut, de hersenen beginnen te functioneren en kunnen signalen uitzenden naar de organen, de
maag produceert al verteringssappen, de lever maakt bloedcellen… De baby in je buik groeit op dit
moment supersnel en ontwikkelt zoveel belangrijke eigenschappen, dat hij ook heel kwetsbaar is.
Daarom is het juist in deze eerste weken zo belangrijk dat je schadelijke stoffen als alcohol,
sigaretten, drugs en medicijnen vermijdt.
Week 9: Mopsneusje
Vanaf deze week wordt er door de deskundigen niet meer over een embryo gesproken, maar over
een foetus. Je kind kan al met de handjes (ter grootte van een erwt!) wriemelen en is in het bezit van
een prachtig mopsneusje. Amper drie centimeter lang heeft hij inmiddels een echt menselijk gezicht
gekregen, compleet met mondje en zelfs al een tong. Ook de armen zijn weer een stukje verder
gegroeid en hebben nu handen met vingertjes. En de benen, die nu gaan groeien, hebben al knieën,
enkels en tenen. Wist je dat de baby zich ook al kan bewegen? Maar dat kun je nu nog niet voelen.
Week 10: De eerste mijlpaal
Vanaf nu is je kind compleet en zal het alleen nog maar groeien. Toch is het nog lang niet
levensvatbaar. Het heeft nog maanden de tijd nodig om zich verder te ontwikkelen en de organen
moeten rijpen om straks goed te kunnen werken. De baby voelt zich dus voorlopig opperbest in jouw
buik. Als de organen eenmaal goed gevormd zijn, kan er niet veel meer fout gaan en dat is een
geruststellende gedachte. De baby heeft nu een boven- en een onderkaak, waarin al twintig kleine
knobbeltjes zitten die na de geboorte de melktandjes worden. En boven op het bolletje groeit het
eerste haar! Hij houdt meestal de beentjes voor zich gevouwen en meet nu zo’n viereneenhalve
centimeter. In deze week wordt meestal de baby opgemeten, met een echo via de buik, om de
uitgerekende datum vast te stellen.
Week 11: Jongen of meisje
Je kind maakt een ware groeispurt door. In één week tijd is het maar liefst een volle centimeter
gegroeid en verdubbeld in gewicht! Vanaf nu blijft die groei nog even in dat enorme tempo
doorgaan. Pas na de zestiende week wordt het weer wat minder. Niet dat de baby er zelf erg van
onder de indruk is. Je hebt zelfs kans dat hij op dit moment rustig op zijn duimpje ligt te zuigen. En
dat terwijl hij zo’n belangrijke fase doormaakt. Want dit is het moment waarop de geslachtsorganen
worden gevormd: de eierstokken of de zaadballen. Overigens stond meteen al bij de bevruchting vast
of de baby een jongetje of een meisje wordt.