Omgevingsrecht blok 7
WEEK 1
Structuur van de nieuwe omgevingswet
DSO nieuw is het digitaal stelsel omgevingswet. Dit is een gigantische operatie waardoor het nog
niet volledig werkt en dus niet in werking kan treden per 1 jan 2021. Dit wordt 1 jan 2022 (jaartje
vooruitgezet).
Omgevingswet (wo) wordt meerdere (4) wetten samen.
- Omgevingswet, 4 aanvullingswetten, en de invoeringswet (geef aan hoe de wet gaat heten
en wanneer het in werking treedt).
- Daarnaast de 4 AMvB’s waarin materieel het meeste staat.
- Op portal: tekst zoals ow zou luiden + de vier AMvB’s en een uittreksel van wordt.
Inhoudelijk moet je zoeken bij de 4 nieuwe AMvB’s. Hoe uittreksel wordt AMvB’s tijdens tentamen.
Uitgangspunten v.d. WO
Gaan van 26 wetten + 60 AMvB’s + 70 ministeriële regelingen naar 1 wet met 4 AMvB’s + 1
ministeriële regelingen.
Dit zorgt ervoor dat er meer ruimte is voor initiatieven.
- Op termijn zeel veel activiteiten vergunningsvrij te maken. Denk hier aan de kruimelgevallen
die je in blok 5 hebt moeten leren. Bijlage II bor.
- Lokaal maatwerk gemeentes/ waterschap krijgen de bevoegdheid. Men wil gaan
decentraliseren waardoor zij meer inspraak krijgen ipv het rijk. Dit kan uitwijken als dit is
vermeld in de OW.
- Vertrouwen/ gebruiker centraal. Hierbij moet je ook weer denken aan meer vergunningsvrij
bouwen wat voor de burgers weer meer centraler wordt. De privatisering etc. Participatie de
indicatief nemer moet participatie regelen. Dit houdt in dat je veel in contact bent met
verschillende partijen.
De omgevingswet =
Een bundeling van de huidige regelgeving, maar ook regelgeving die we niet meteen met de r.o. of
milieu associeerden. Dus allerlei regels en verordeningen die opgenomen worden in de OW.
Kernbergrip = Fysieke leefomgeving.
Niet in de wet omschreven. Breder dan wat nu in de WRO Wabo bestemmingsplan. Er zijn alleen
maar voorbeelden in de WO. Bouwwerken, infra, water(systemen) boden, lucht, landschappen,
cultuur en natuur.
Wel/ Niet fysieke leefomgeving van belang.
Als iets geregeld moet worden wat invloed heeft op de fysieke leefomgeving dan:
- Mag er door de overheid op basis van de OW geregeld worden.
, - Regels in ‘omgevingsplan’ mogen en horen erin (art 4.2 ow). Dus als de gemeente iets wilt
regelen op gebied van fysieke leefomgeving, moet dit in het OW staan en zich aan de regels
houden.
- Openbare orde valt niet onder de OW. Maatregelen die te maken hebben met bijvoorbeeld
rellen. Verordening hoe mensen zich moet gedragen bijvoorbeeld.
- Voorbeelden:
Wel bouwwerk niet voertuig
Wel ondergrondse afvalcontainer niet vrijstaande glasbak
Wel boom en boomgaard niet landbouwgewassen
Structuur vd ow + AMvB’s (structuren kennen + verschil tentamenstof)
- Omgevingswet
- Omgevingsbesluit, OB; uitwerking van instrumenten vd OW. O.a. wie bevoegdgezag is,
procedures, mileau-effectrapportage, digitaal stelsel Omgevingswet (DSO)
- Besluit kwaliteit leefomgeving BKL: inhoudelijke norm. O.a. instructieregels van het Rijk,
omgevingswaarden regels te hanteren bij omgevingsvergunning. Gaat over de fysieke
regelgeving. Regels die gemeentes/ provincies mee moet nemen bij het opstellen van OW.
- Besluit activiteiten leefomgeving, BAL: algemeen regels waar men zich bij bepaalde
activiteiten aan moet houden, wanneer voor die activiteiten een vergunning plichtig is.
Veelal is dit aan milieu en gezondheid gerelateerd. Dit is vaak vanuit Rijksniveau geregeld.
- Besluit bouwwerken en leefomgeving bbl: idem als BAL, maar dan t.a.v bouwen en slopen.
Hierbij moet je denken aan huidige bouwbesluit.
Verschil BAL en BBL = dat het BBL vooral gericht is op het bouwen en slopen van huidige gebouwen
en dat de Bal vooral bezighoud met milieu, gezondheid wetgeving bezighoudt.
De 6 instrumenten vd omgevingswet
- Omgevingsvisie artl 3.1.: rijk, nationale omgevingsvisie NOVI is vastgesteld.
- Programma art 3.4. Een verzameling van concrete maatregelen.
- Decentrale regels. Regels van de gemeente, provincie en waterschap.
1. Één omgevingsplan per gemeente (in DSO) art 4.1 De gemeente stelt deze op en is
verplicht om tenminste 1 te maken zodra de nieuwe OW ingaat.
2. Waterschapsverordering per waterschap (in DSO) art 4.1 het waterschap stelt deze
op
3. Omgevingsverorderning per provincie (in DSO) art 4.1 provincie stelt deze op.
- Algemene rijksregels (per AMvB), art 4.3. Regels die het rijk heeft gemaakt. Regels voor het
hele land waar elke stad, provincie en gemeente zich aan moet houden.
- Omgevingsvergunning art 5.1
, - Projectbesluit (minister, GS d.b. waterschap) art 5.44. Projectbesluit is een extra
mogelijkheid om bepaalde bezwaren van gemeentes etc. te omzeilen en toch nog iets te
bereiken.
Omgevingsvergunning: paralleltraject om toets aan BBL te privatiseren. Dus de toets aan een BBL-eis
wordt dadelijk niet meer gedaan door de gemeente maar de privatiserende partijen. Dit zorgt voor
verandering zie aandachtspunt 1.
- Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, WKB: naar OW en burgerlijk wetboek
- Daarnaast omgevingsvergunning indien rijksregels het eisen of als het ‘’omgevingsplan’ het
eist. Dus mag het naast het bouwen iets zijn waardoor toch iets getoetst moet worden dient
er een omgevingsvergunning aangevraagd te worden.
Vergunning wordt gebonden aan type bouwwerk en in jaren na 1-1-2022 steeds meer afgeschaft.
Omgevingsvisie, art 3.1-3.3.
- Beleid op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau plicht. Per niveau wordt er een
omgevingsvergunning gemaakt.
- Programma. Hierin wordt opgesteld hoe men het kan halen, uitvoering en welke subsidies je
kan aanvragen.
- Inhoud van omgevingsvisie
o = samenhangende visie op strategisch niveau dat betekent dat de hoofdlijnen van de
kwaliteit van de leefomgeving geïnventariseerd wordt en beschreven en vervolgens
de hoofdlijnen van de ideeën de toekomstige ontwikkelingen die het bestuursorgaan
voor ogen heeft:
o Beschrijving v.d. hoofdlijnen van de kwaliteit van de leefomgeving
o Hoofdlijnen v.d. voorgenomen ontwikkelingen, gebruik ervan beheer ervan,
bescherming ervan en behoud van het grondgebied
o De hoofdzaken v.h. voor de fysieke leefomgeving te voeren beleid.
- NOVI bevat o.a. ‘’agenda’s ‘’ t.b.v. bestuurlijke samenwerking Rijk, en regio’s waarin ook
sectorale opgaven (mobiliteit, energie, landbouw, economie, natuur, gebouwde omgeving)
Omgevingsvisie
- Bevoegd gezag minister binnenlands zaken, Provinciale Staten en gemeenteraad.
- Bij het vaststellen van de omgevingsvisie art 10.7 OB
o Hoe zijn de burgers er bij de voorbereiding betrokken. Is er participatie geweest
tijdens dit proces?
- Ook inspraak verplicht art 10.26 en 16.23
o U.o.v. en zienswijzen door eenieder in te dienen.
Programma’s artt 3.4 3.5.