Samenvatting Understanding Nutrition
H3: Vertering, Absorptie en Transport
De spijsvertering is een ingenieuze manier van het lichaam om voedsel af te breken tot
voedingsstoffen als voorbereiding voor de absorptie. In dit proces overwint het lichaam vele
uitdagingen zonder dat dit enige inspanning vergt.
Het gastro(maag)-intestinale(darm) kanaal is een flexibele gespierde buis die zich uitstrekt van de
mond door de slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm en rectum naar de anus. In zekere zin
omgeeft het menselijk lichaam het maag-darmkanaal. De binnenruimte binnen het
spijsverteringskanaal heet de lumen en is continu van begin tot eind.
De anatomie van de spijsvertering
Mond
De spijsvertering begint in de mond. Tijdens het kauwen, breken tanden grote stukken voedsel in
kleinere stukjes en mengen vloeistoffen van voedsel, dranken en speekselklieren met deze stukken
zodat slikken gemakkelijker wordt. Vloeistoffen helpen ook bij het oplossen van het voedsel, zodat je
ook kunt proeven. Op de tong kunnen namelijk alleen deeltjes in oplossing reageren met de
smaakpapillen. Wanneer deze gestimuleerd worden detecteren ze één, of een combinatie van de
vier fundamentele smaaksensaties: zoet, zuur, bitter en zout. Sommige wetenschappers erkennen
ook nog de smaak die geassocieerd wordt met mononatriumglutamaat, ook wel hartige of umami
genoemd. Naast deze chemische triggers hebben ook aroma, het uiterlijk, textuur en temperatuur
invloed op de smaak van het voedsel. De tong biedt smaaksensaties en beweegt voedsel door de
mond, wat het kauwen en slikken makkelijker maakt. Wanneer een mondvol voedsel wordt
doorgeslikt komt het door de keelholte, een korte buis die wordt gedeeld door zowel de
spijsvertering en de luchtwegen. Om de ingang van de longen te omzeilen sluit de
epiglottis(strotklepje) de luchtweg af zodat je niet kan stikken wanneer je iets doorslikt. Als een hap
voedsel is gekauwd en doorgeslikt, wordt het een bolus genoemd.
Slokdarm
De slokdarm bevat een kringspier aan elk uiteinde. Tijdens het slikken opent de bovenste sluitspier,
zodat de bolus vervolgens langs de slokdarm, door de opening van de tweede sluitspier, naar de
maag glijd. De onderste sluitspier, bij de ingang van de maag, sluit achter de bolus zodat deze vooruit
bewogen wordt en niet terug omhoog kan komen.
Maag
In de maag blijft de bolus een tijdje in het bovenste gedeelte, daar worden sappen toegevoegd en
beetje bij beetje wordt het voedsel naar het onderste gedeelte gebracht. Daar wordt het voedsel tot
een half-vloeibare massa gemalen, genaamd chyme (maagbrij). Vervolgens laat de maag de chyme
beetje bij beetje het maagportier (sluitspier van pylorus) passeren, die uitmondt in de dunne darm,
en sluit achter de chyme.
Dunne darm
Aan het begin van de dunne darm, passeert de chyme de opening van de
galbuis. Hier druipt vloeistof van twee organen buiten het
spijsverteringskanaal: de galblaas en de pancreas, de dunne darm in. De
chyme reist naar beneden in de dunne darm door middel van haar drie
segmenten: duodenum (twaalfvingerige darm), jejunum (nuchtere darm),
ileum (kronkeldarm).
Dikke darm