Samenvatting
Iedereen kan leren schrijven
Hoofdstuk 1
Stevige basis
8 uur taalonderwijs in de week.
In dit tijdperk schrijven we mega veel, nog nooit zo veel geweest.
Kinderen leren om te schrijven voor allerlei doeleinden en ze worden bewust dat die
doeleinden verschillende eisen stellen aan schrijven.
Waar moet schrijfonderwijs naartoe?
Een koppeling met lezen -> kennis over teksten
Kennis van spelling en grammatica -> bij schrijven van teksten
Woordenschatontwikkeling -> zoeken naar juiste woorden
Interactief -> praten over onderwerp
Werkvorm bijschrijven bij taaltekeningen -> beginnende geletterdheid
Inhoud die voor kinderen interessant is:
1. Ervaringswereld van de kinderen zelf
2. Zaakvakken
3. Literatuur en kunsten
Deze 3 bronnen leveren allemaal:
Stof voor gesprekken
Aanknopingspunten voor woordenschatvergroting
Redenen om begrijpend en belevend te lezen
Voorbeelden van tekstgenres
Inspiratie
Inhoudelijke kennis
Materiaal voor onderwijs in spelling en grammatica
Groep: Wat:
1/2 Tekenen bij wat ze vertellen, leerkracht kan dit opschrijven, over
eigen ervaringen = taaltekening.
3 Van tekenen naar schrijven, enkele woorden bij delen van de tekst,
dit vormt voor hun een tekst, betekenisvol.
4 Uitleven in vertellend schrijven, schrijfplezier, dicht bij spreektaal,
leren over zinsopbouw.
5 Besef van vorm groter, zinsopbouw en interpunctie, woordkeus,
tekstopbouw, lezer moet tekst kunnen begrijpen.
6 Ook niet ervaringsteksten, verschillende schrijfdoelen,
tekstkenmerken. Teksten bespreken, herschrijven en uitbreiden
krijgt steeds meer een rol.
7/8 Doelgericht schrijven gekoppeld aan genrekenmerken, ook
informatie teksten, meer instructie nodig, ervaringsverhalen voor
motivatie.
Hoofdstuk 2
, Functioneel schrijven
Stel geen lengte-eis, voor zwakkere schrijvers is dit een verzwaaring.
Schrijven is de meest bewuste vorm van taalgebruik.
Door vaak teksten te schrijven vergroten kinderen hun kennis van zinsstructuren en
van complexe taalfuncties zoals redeneren en argumenteren.
Kinderen leren over tekstgenres en passen dit toe.
Tussendoelen bovenbouw:
1. De leerlingen schrijven allerlei soorten teksten.
2. De leerlingen herkennen en gebruiken enkele kenmerken van de teksten.
3. De leerlingen stellen een schrijfdoel en het lezerspubliek van tevoren vast.
Groep Tekstgenres
1/2/3 Vertellen en schrijven dicht bij elkaar, eigen ervaringen,
persoonlijke vertellingen en beschrijvingen van waarnemingen,
verklaren en instrueren (chronologische volgorde).
Niet uitleggen hoe je een verklarende tekst moet schrijven maar
voordoen en nadruk leggen op verklarende deel.
4 Plezier, positiviteit naar teksten toe, geen eisen stellen.
Beschrijven, instrueren en enthousiasmeren.
5/6 Meer verschillende testgenres, zonder te veel nadruk te leggen
op vormeisen, schrijven als een lezer, gezamenlijk bespreken.
Procedure, instructietekst, betrokkenheid voorop.
7/8 Hebben al veel ervaring, leren meer over genres en de
kernmerken hiervan, werkstukken, relatie leren tussen bedoeling
en de vorm van een tekst, tekstdoelen.
Welke genre kies je:
Je kijkt naar het doel van het genre.