Centrale zenuwstelsel en ontwikkeling
Modellen van het zenuwstelsel:
Het zenuwstelsel is een ingewikkeld stelsel en is daarom ook doormiddel van modellen te maken
geprobeerd te verduidelijken. Elk model belicht de wekelijkheid vanuit een andere hoek. Voor welk
model men kiest hangt af van de vraag in welke eigenschap ze geïnteresseerd zijn. Modellen die
ontwikkeld zijn:
Reflexenmodel of stimulus-responsmodel
Kabel- en banenmodel
Hiërarchisch of fylogenetisch model.
We zullen in deze samenvatting alleen de eerste en laatste toelichten.
Reflexenmodel:
Het reflexenmodel is een van de oudste modellen om het zenuwstelsel te beschrijven. Het model
gaat er van uit dat een prikkel of stimulus een stereotiepe reactie of respons oproept. Daarom heet
het model ook wel een stimulus-responsmodel. Er zijn allerlei reflexen in het menselijk lichaam. In
het animale of willekeurige zenuwstelsel bijvoorbeeld de terugtrekreflex of in het vegetatieve of
onwillekeurige zenuwstelsel zijn er reflexen, zoals een mictiereflex (pasreflex) bij bepaalde vulling
van je blaas. Maar toch lijkt dit model wat te eenvoudig om de werking van het zenuwstelsel te
omschrijven. Want het werkt niet alleen maar met een optelsom van reflexen. Reflexmatige reacties
zijn er wel, maar ze bepalen niet je hele actie of gedrag.
Het model heeft wel zijn nut bewezen in de paramedische praktijk. Onderzoek van reflexen geven
informatie over plaats, aard, ernst van een neurologisch aandoening.
Hiërarchisch of fylogenetisch model
Het hiërarchisch model legt een verband tussen de manier waarop het zenuwstelsel georganiseerd is
en de manier waarop het zenuwstelsel zich heeft ontwikkeld. Naar de ontwikkeling kan je op 2
manieren kijken: vanuit ontwikkeling van de soort (fylogenetisch) en vanuit de embryonale
ontwikkeling van het individu (ontogenese). De bioloog Ernst Haeckel heeft deze twee
benaderingswijze met elkaar in verband gebracht. Hij zag embryonale ontwikkeling een herhaling van
de ontwikkeling die de soort heeft doorgemaakt maar dan versneld. Tijdens de embryonale
ontwikkeling van het zenuwstelsel worden namelijk steeds nieuwe structuren toegevoegd. De
oudere structuren blijven bestaan en houden hun functie maar worden wel ondergeschikt aan de
nieuwere. John Hughlings deed deze observatie en gaf dit model een naam: het Hiërarchisch of
fylogenetisch model. Het kan onderverdeeld worden in het archi-, paleo- en neoniveau.
Archi-niveau:
Het archi-niveau is het oudste niveau, of het eerste niveau wat gemaakt werd in de embryonale fase.
Het bestaat uit neuronen in de grijze stof en neuronengroepen in de hersenstam. Het zijn de
onderste delen (meest caudaal) van het centrale zenuwstelsel. ze regelen de eenvoudigste,
automatische verlopende processen, zoals reflexen ten behoefte van de homeostase en het
voorbestaan. Het archi-niveau zorgt kortweg voor overleven.
Paleo-niveau
Paleoniveau is fylogenetisch gezien ouder en regelt ook wat gecompliceerdere dingen. Het bestaat
uit neuronen onder in de hersenen, zoals de hypothalamus en de basale kernen. Het regelt de uiting
van emotie en de sterk geautomatiseerde bewegingspatronen.
Neoniveau
Het neoniveau is het laatst ontstaan. het omvat onder andere het grootste gedeelte van de
hersenschors. Bij de mens is dit niveau sterk uitgegroeid. De grote hersenen puilen uit rondom de
oudere gebieden. Het neoniveau is betrokken bij cognitieve processen (denken), bewuste
waarneming en willekeurige motoriek.
, Functionele anatomie:
het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Aan de hersenen zijn de
volgende onderdelen te onderscheiden:
Hersenstam
Kleine hersenen (cerebellum)
Grote hersenen (cerebum)
Hersenvliezen
Er liggen 3 vliezen om de hersenen en het ruggenmerg heen. het zijn dunne bindweefsellagen. Ook
de vliezen rondom het zenuwstelsel worden ook hersenvliezen genoemd. Van binnen naar buiten:
Harde hersenvlies (dura mater, kort: dura)
Zit stevig vast aan het beenvlies van de schedel. De dura volgt de binnenkant van de schedel en de
binnenkant van het wervelkanaal tot helemaal onderaan. Het heeft een beschermende functie.
Spinnenwebvlies (arachnoidea)
Het middelste vlies, dit vlies is een soort afdeklaag van de subarachnoïdale ruimte; een soort
kruipruimte met spinnenwebdraden en liqour (hersenvloeistof).
Zachte hersenvlies (pia mater, kort: pia
Volgt het oppervlak van de hersenen en het ruggenmerg. Bloedvaten lopen vanaf daar het
zenuwweefsel in.
Liqour
De liqour wordt geproduceerd in een vaatrijk gebied in de wand van de twee grootste
hersenventrikels, dat zijn holle ruimtes in de hersenen. door openingen in de wand van enkele
ventrikels kan de liqour naar binnen stormen naar de subarachnoïdale ruimte. De liqour functioneert
als schokdemper en als uitwisseling van voedings- en afvalproducten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jellegeluk2002. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.