De blik van de Yeti
Hoofdstuk 1 – Ik ben ik (en jij bent jij)
Identiteit is een sleutelbegrip. Identiteit is niet iets wat vaststaand is. We doen onszelf tekort als we
onszelf alleen Nederlander noemen, dat is een deel van onze identiteit.
Meervoudige identiteit
Pinxten en Verstraete noemen het niet typisch Nederlands o.i.d., maar zij spreken van
identiteitsdynamieken: processen die voortdurend veranderen en die resulteren in
identiteitsbeelden die momentopnamen zijn. Het feit dat mensen in de hedendaagse maatschappij
steeds meer tot verschillende groepen behoren, bepaalt de opvoeding: Heyting. Het verdwijnen van
de ene authentieke ‘zelf’ noemt zij; multifrenie.
Veel kinderen kunnen wel omgaan met die verschillende identiteiten. Soenen stelt dat er 3
verschillende interactiewijzen zijn waarover kinderen beschikken:
1) De kind-interactiewijze die hun omgang met ouders en familie bepaalt.
2) De leerling-interactiewijze die hun omgang met de leraren bepaalt.
3) De jongeren-interactiewijze die hun omgang met leeftijdsgenoten bepaalt.
Harris: kinderen worden meer beïnvloed door hun leeftijdsgenoten, dan door ouders. Identiteit moet
bekeken worden vanuit een inclusief concept; je bent niet het één of het ander, maar je bent en, en.
Ieder bouwt zijn eigen puzzel
Onze identiteit is een unieke samensmelting van vele verschillende elementen die voor iedereen
anders in elkaar vallen en in de loop van de jaren ook voortdurend verandert.
Mensen integreren aspecten van de groep, maar ze transformeren ze ook. Biarnès: het menselijk
subject bouwt een identiteit op en die refereert aan zowel de symbolische band die hij heeft met de
groepen waartoe hij behoort als aan een uniek, persoonlijk element, in functie van zijn geschiedenis,
zijn levensloop. De identiteit bestaat uit persoonlijke en culturele aspecten, maar ook uit universele
aspecten: zorgt ervoor dat we elkaar kunnen begrijpen; zoals het verbod op moord. Tussen deze drie
aspecten bestaat een zekere hiërarchie. De een vindt het ene element belangrijke dan het andere.
Gevaarlijke identiteit
Identiteit wordt gevaarlijk als groepen één deel van hun identiteit zo hoog op de hiërarchie zetten,
dat alle andere aspecten worden verwaarloosd.
Identiteit is een actief en kritisch proces
Identiteit is maar voor een heel klein deel bij de geboorte meegegeven. We zijn niet enkel een
product van de groep waar we bij horen, wij beïnvloeden deze groep ook en maken van die
verschillende invloeden een eigen persoonlijke constructie. Tradities en aangeboren kenmerken zijn
maar een klein stukje van identiteit.
,Ieder individu zelf construeert zijn eigen identiteit. Dit is niet meer gebonden aan de groep waartoe
men behoort. De identiteit is niet elke een product van het verleden of beter: van de herinneringen
aan het verleden (la mémoire) maar tevens van de doelen die het individu zich stelt in de toekomst,
van zijn persoonlijk project (projet). Maalouf: spreekt over een roman; ieder schrijft zijn eigen
geschiedenis, rekening houdend met wat we ons herinneren uit de traditie, de symbolen en
overleveringen van de groepen waartoe we behoren, maar ook rekening houdend met de toekomst
die we voor ogen hebben. Heyting: identiteit is een proces van zelfbeschrijving in wisselende sociale
contexten, Bruner noemt dit narrative construal.
Vandaag zijn we allemaal migranten
We zijn allen veroordeeld om te leven als migranten, die van één maatschappij naar een andere
migreren en voor de keuze staan wat we uit welke cultuur wensen over te houden, wat uit het
verleden (mémoire) en wat voor de toekomst (projet). Naast veroordelen geeft dit ook een
ongelooflijke vrijheid; om te veranderen, zelf beslissingen te nemen etc. dit proces van het continu
bouwen aan de eigen meervoudige identiteit is niet eenvoudig.
Identiteitsconstructies kunnen ook mislopen. De oorzaken zijn te vinden in een breuk met de wortels,
met het verleden als in een gebrek aan een toekomstgericht project.
Noodzakelijke kritiek
Een gezonde meervoudige identiteitsontwikkeling in deze multiculturele wereld houdt in dat men
keuzes maakt en kritiek kan leveren op aspecten van de culturen van de verschillende groepen
waartoe men behoort. Groepen die in minderheid verkeren, vinden het lastiger om deze kritiek te
aanvaarden. Men beschouwt het vaak als ‘nestbevuiling’. De kritiek op één van de groepen betekent
vaak een uitsluiting van de andere groep. Het construeren van de eigen identiteit is een zaak van
geven en nemen.
Noodzakelijke wederkerigheid en onvermijdelijke macht
Maalouf hanteert een sleutelbegrip namelijk wederkerigheid (réciprocité). Iedereen moet elementen
overnemen van culturen die machtiger zij dan de onze. Het is net zo belangrijk om elementen uit de,
voor de persoon zelf, belangrijke cultuur te bewaren. Waar we ook zijn; we hebben altijd behoefte
aan tekens waarmee we ons kunnen identificeren en waarmee we uiten wie we zijn. Het principe van
wederkerigheid vraagt dat er gegeven en genomen wordt. De meerderheid kan dus niet zijn
gewoonte, gebruiken etc. opleggen aan iedereen.
Als je beledigd wordt op je herkomst; kleur, godsdienst, sociale klasse o.i.d., kan dat je hele identiteit
bepalen. Men gaat zich groeperen en komt op voor zijn eigen identiteit als daad van
moed/bevrijding.
Verbunt ziet twee belangrijke uitdagingen voor de opvoeding:
1) Kinderen te leren leven met de verscheidenheid;
2) Bestaan als individu, zonder individualistisch te worden.
, Hoofdstuk 2 – Het eigen verhaal schrijven
Het opbouwen van de eigen identiteit, het zelfbeeld, is het schrijven (en herschrijven) van de eigen
geschiedenis en de eigen toekomst. Maalouf spreekt van ‘de roman’, Pinxten en Verstraete: ‘het
narratief, Heyting: ‘zelfbeschrijving’.
Opvoeden in verandering
Van jongs af aan worden kinderen geconfronteerd met verschillende modellen, waarden, gebruiken
en gewoonten. Vroeger was gehoorzaamheid de belangrijkste deugd. Nu is dat
aanpassingsvermogen: aanpassing aan verscheidenheid en verandering. Met elk van de
gemeenschappen waar het individu deel van uitmaakt onderhoudt hij een relatie die een evenwicht
moet realiseren tussen de rechten van het individu (de plichten van de gemeenschap) en de rechten
van de gemeenschap (de plichten van het individu). Dit evenwicht ontstaat door onderhandeling.
Om in een dergelijke veelzijdige maatschappij een plaats in te nemen moet het individu een positief
zelfbeeld opbouwen, een unieke beschrijving van het ‘wie ben ik’.
Het zelfbeeld en het contentement
Erikson: één van de belangrijkste pioniers op het gebied van het beschrijven van hoe de identiteit tot
stand komt. Hij noemde al hoe er verwarring kan ontstaan (identity confusion) wanneer er bijv.
tegenstrijdigheid is tussen het beeld dat wij van ons lichaam en ons persoonlijkheid hebben
(Zelfconcept) en het beeld waaraan wij onszelf graag zouden zien beantwoorden (Ideaal Zelf). Er kan
ook tussen het Zelfconcept en het beeld waarvan wij vermoeden dat anderen het van onszelf hebben
ontstaan (Sociaal Zelf). Contentement: de belangrijkste kenmerken van het identiteitsbeleven zijn
een gevoel van zich thuis voelen in het eigen lichaam, een gevoel van ‘weten waarheen men gaat’ en
de innerlijke geruststelling dat men door de belangrijkste mensen erkend en geaccepteerd zal
worden. Kipling: zelfvertrouwen is het gevoel dat je jezelf kan vertrouwen, wanneer iedereen aan je
twijfelt. Bruner: het Selfesteem (positief beeld van jezelf) bestaat uit een combinatie van wat we
geloven dat we kunnen en wat we vrezen niet aan te kunnen. Het zelfbeeld is dus heel bepalend voor
het later gezond functioneren en opvoeders hebben hierin een rol te vervullen.
Het zelfbeeld evolueert
Kohnstamm: het ik-gevoel ontstaat door het beeld van zichzelf dat iemand door andere mensen om
hem heen krijgt.
Obstakels voor het zelfbeeld
Anderen hebben een grote invloed op het zelfbeeld, maar is niet alles bepalend. Een
identiteitsontwikkeling kan, door het leven in verschillende gemeenschappen, vaak fout lopen.
Hieronder de mogelijke gevaren:
Een eerste gevaar is de verstarring van het zelfbeeld tot één enkele referentiegroep. Iemand neemt,
om verwarring te voorkomen, alles klakkeloos over van een bepaalde groep.
Een tweede problematische ontwikkeling is die van Dr. Jekyll en Mr Hyde. Om innerlijke conflicten te
vermijden leeft men in verschillende milieus, zonder die met elkaar in verband te brengen. Iemand
kan zich zo min of meer in verschillende personages opdelen, zonder dat er sprake is van continuïteit.
Een derde problematische ontwikkeling is het zombie-bestaan. Dat gebeurt als groepen,
gemeenschappen en milieus waarin een individu zich thuis voelt, geen constructieve invloed op hem
uitoefenen. Het is een soort schaduwbestaan.