Geschiedenis examen
A: De tijdvakken
Tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers/renaissancetijd (1500/1600)
Kenmerkend aspect: het begin van de Europese expansie
In de tijd van de renaissance (wedergeboorte) ontstond er een hernieuwde belangstelling
voor de wetenschap, kunst en bouwkunst uit de oudheid. Ook kregen mensen een
veranderend beeld van de zichzelf en de wereld. Dit kwam door ontdekkingsreizen:
Handel en rijkdom: vraag naar goud steeg, op zoek naar alternatieve handelsroutes
Religie, faam en fortuin: bekeren christendom, opkomst individualisme
Wetenschap en nieuwsgierigheid: overzees reizen, toename wetenschap
Door sterk centraal gezag kregen vorsten meer greep op hun rijk en konden op zoek naar
overzees rijkdom. Dias ontdekte in 1488 een zeeroute naar het zuiden van Afrika (Kaap de
Goede Hoop). Columbus ontdekte in 1492 Amerika. Ook werd het Aztekenrijk veroverd
(Amerika onder Spaans gezag) en de Inca’s. ze verwierven controle door kolonisatie
(vestigen bevolking in vreemd land).
Kenmerkend aspect: het veranderde mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het
begin van de wetenschappelijke belangstelling
Tijdens de renaissance veranderde het mensbeeld en kwam de mens als persoon meer
centraal te staan (individualistischer). Er kwam steeds meer kritiek op de kerk doordat de
kerk beperkingen oplegde. Men kwam in conflict met de kerk in Rome, die stelde dat het
leven op aarde een voorbereiding was op het leven hiernamaals. Alles moest in het teken
staan van God (‘memento mori’). Het humanisme ontstond in 1450 na de uitvinding van
broekdrukkunst. Men legde de nadruk op het individu (mens en kennis centraal). Het
wereldbeeld van de mens veranderde door de ontdekkingsreizen. Men kwam erachter dat
het bestaande beeld van de wereld niet klopten/volledig. Ook veranderde het
wetenschappelijk denken. Van geocentrisch (aarde als centrum) naar heliocentrisch (zon als
centrum). Door onder andere Copernicus en Galilei werd bekend hoe de wereld eruit zag.
Kenmerkend aspect: de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
Oude Griekse en Romeinse schilderingen en bouwwerken werden bestudeerd waardoor
schilderingen steeds echter leken. Leonardo da Vinci werd een ‘alleskunner’ genoemd.
Kenmerkend aspect: de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in
West-Europa tot gevolg had
Tijdens de Renaissance werd de christelijke kerk in een rooms-katholieke kerk en een
protestantse kerk opgesplitst. Dit heet de Reformatie/hervorming. Na veel
godsdienstoorlogen werd in 1955 de Vrede van Augsburg opgesteld. Hierin stond dat iedere
vorst zelf het geloof van zijn onderdanen mocht bepalen. Drie personen stonden centraal:
, Desiderius Erasmus was een humanist en theoloog. Zijn kritiek op de kerk was
corruptie en afwijkingen van het pure geloof. Dit was te vinden door Bijbelstudie.
Maarten Luther was monnik en theoloog. De Bijbel moest in de volkstaal worden
geschreven. Hij had bezwaar op de aflatenhandel, heiligenverering, sacramenten en
de organisatie van de kerk. Hij wilde de kerk reformen (veranderen).
Johannes Calvijn was theoloog en vond de Bijbel belangrijk. Hij vond dat vorsten niks
te zeggen hadden en was voor een scheiding van kerk en staat. Het volk mocht in
actie komen als vorsten niet regeerden volgens Gods wil.
Kenmerkend aspect: het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat
De Nederlanden begonnen zich te vormen. In 1515 werd Karel V de koning. Hij voerde een
centralisatiepolitiek in (de macht bij één persoon) hiermee versterkten hij het centrale
bestuur. Hij voerde ook een strenge godsdienstpolitiek in: door ketters te vervolgen wilde
hij het protestantisme bestrijden (aanhangers van Luther en Calvijn). In 1955 werd de zoon
van Karel V, Filips 2 de koning. Hij verliet de Nederlanden en Margaretha van Parma werd
landvoogdes (plaatsvervangsters in bepaald gebied). Stadhouder Willem van Oranje werd
leider van het adellijk verzet n wilde godsdienstvrijheid/meer tolerantie. In 1566
overhandigden edelen een smeekschrift aan de landvoogdes om de kettervervolgingen te
stoppen en de oude privileges te respecteren. Dit werd geaccepteerd en vanaf toen durfden
Calvinisten preken en bijeenkomsten te houden. Dit zorgde voor de beeldenstorm in 1566
(kloosters en kerken geplunderd).
Filips 2 stuurde hertog van Alva om de orde te herstellen. Willem vluchtte naar Duitsland om
met zijn leger tegen Alva te vechten. In 1576 gingen Spaanse soldaten in opstand omdat ze
geen salaris kregen. In 1581 wezen de gewesten Filips 2 af als landsheer in het Plakkaat van
Verlatinghe. Spanjaarden namen hierna Antwerpen in. De gewesten wilden geen nieuwe
landsheer maar werden een republiek: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Spanje legde zich daar in 1648 met de Vrede van Münster bij neer.
Tijdvak 6: tijd van de regenten en vorsten/Gouden Eeuw (1600/1700)
Kenmerkend aspect: het streven van vorsten naar absolute macht
In Nederland lag de macht in handen bij rijke burgers (regenten) maar in Drankrijk had
Lodewijk XIV de macht van 1643 tot 1715 in handen. Hij was een absolute vorst, besloot
alles alleen, stond zelf boven de macht en verminderden de macht van steden en adel. Hin
stuurde ambtenaren om regels uit te leggen. Ook was hij streng over de godsdienst:
iedereen moest katholiek zijn. Hij vervolgde Hugenoten (intrekking Edict van Nantes). Hij
richtte academisch op zodat Frankrijk uitblonk in wetenschap en kunst. Jean Colbert hielp
om aan dit geld te komen d.m.v. van het mercantilisme (veel export weinig import). Er
werden wegen aangelegd en er waren hoge importbelastingen. Lodewijk kon het
absolutisme rechtvaardigen door Hobbes. Hij vond dat een autoriteit met absoluut gezag
nodig was om te zorgen voor minder geweld. Ook verklaarden Lodewijk dat hij macht van
God had gekregen (droit divin) daarom mocht niemand in opstand tegen hem.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper catobazelmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,74. Je zit daarna nergens aan vast.