Scheikunde H12
Koolhydraten:
Koolhydraten zijn koolstofverbindingen met de algemene formule C nH2mOm.
koolhydraten ook wel sachariden en suikers genoemd, worden in groene planten gevormd uit
koolstofdioxide en water, hierbij ontstaat ook zuurstof:
6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2
Dit heet fotosynthese, dit verloopt onder invloed van licht, dat word omgezet in chemische energie.
De stof C6H12O6 heet glucose, dit is een voorbeeld van een monosacharide.
Ringvormige moleculen met 5 of 6 C-atomen en een O-atoom en op alle C-atomen OH-groepen zijn
suikers, de monosachariden.
De eigenschappen hiervan zijn: zoete smaak en goed oplosbaar in water, goed oplosbaar in water is
te verklaren door dat de OH-groepen waterstofbruggen kunnen vormen met water.
Wanneer een suiker is opgebouwd uit moleculen met 2 ringvormen, is het een disacharide, deze kan
ontstaan door een condensatiereactie van 2 monosacharidemoleculen, waarbij water ontstaat:
2 C6H12O6 C12H22O11 + H2O
Als een groot aantal monosacharidemoleculen reageren, kan een polymeer worden gevormd, een
monosacharide kan op deze manier een polysacharide worden:
n C6H12O6 (C6H10O5)n + n H2O
Nog meer polymeren uit glucose zijn; zetmeel: door hydrolyse in lichaam afbreekbaar waarbij glucose
ontstaat. Glycogeen: zetmeelmoleculen dat ontstaat door crosslinks wanneer OH-groep uit
polymeerketen reageert met een van de OH-groepen uit andere polymeerketen. Cellulose:
glucosemoleculen kopellen zich aan zetmeel.
Planten vormen koolhydraten, hierin komt een mengsel van mono, di en polysacharide voor, om de
koolhydraten te gebruiken moeten de di en polysacharide eerst worden afgebroken, dit gebeurt met
behulp van katalysatoren, enzymen en hydrolyse(door water vallen ze uiteen).
(C6H10O5)n + n H2O n C6H12O6
Als de di en polysachariden zijn omgezet naar glucose en fructose worden ze opgenomen in het
bloed, en sommige naar lichaamscellen waar ze worden verbrand, hierdoor krijg je energie:
C6H12O6 + 6 O2 6 CO2 + 6 H2O
De glucosemoleculen die niet gelijk nodig zijn worden glycogeen, dit is een vertakte polysacharide
dat word opgeslagen in de lever, en functioneert als energiebuffer. Overtollige worden vet.
Koolhydraten kunnen ook als bouwstof worden gebruikt, cellulose is polysacharide dat meest
voorkomt, bouwstof van celwanden van planten en bomen, alle cellulose die je in je lichaam krijgt,
verlaat onveranderd het lichaam.
Vetten:
Vetten zijn tri-esters van glycerol, een alcohol met de systematische naam propaan-1-,2,3-triol en
carbonzuur met lange koolstof ketens, deze zuren heten vetzuren.
In een vet zijn vooral verzadigde vetten veresterd, met relatief sterke vanderwaalsbindingen
waardoor het vet bij kamertemperatuur vast is. In olie zijn vooral onverzadigde vetzuren veresterd,
met zwakke vanderwaalsbindungen dus deze is vloeibaar.
Als een olie of vet langdurig word verhit in aanwezigheid van water, treedt er hydrolyse op, de
tri-ester valt uiteen in glycerol en 1 of meer vetzuren.
Vetten worden in het lichaam gebruikt als energiebron, vetten blijven opgeslagen in de vet en