1 ongeslachtelijke voortplanting
celdeling
celdeling → hierdoor kunne cellen zich voortplanten (reprocuceren), hierdoor kan een
organisme groeien en voortplanten, ook worden oude of beschadigde cellen vervangen
- Bij celdeling ontstaan uit de moedercel twee identieke dochtercellen, die dezelfde
genetische eigenschappen bevatten
op natuurlijke wijze
ongeslachtelijke voortplanting → door celdeling ontstaan nakomelingen die genetisch
identiek zijn aan de ouder
- eencelligen zoals bacteriën, planten, schimmels en sommige dieren planten zich
ongeslachtelijk voor, de eencellige deelt zich, waarna beide cellen uitgroeien tot
volledige organismen
bij zaadplanten kan op verschillende manieren ongeslachtelijke voortplanting plaatsvinden
- aardbeien vormen uitlopers waaraan nieuwe aardbeiplanten ontstaan
- aardappelplanten vormen knollen met knoppen, uit een knop die uitloopt ontstaat een
nieuwe aardappelplant, de nieuwe aardappelplant vormt op zijn beurt weer nieuwe
knollen, uit elke knol kan 1 nieuwe aardappelplant ontstaan
bolgewassen planten zich ongeslachtelijk voort door bollen, tussen de rokken bevinden zich
knoppen, als in het voorjaar een tulpenbol uitloopt vanuit een knop, wordt een deel van het
reservevoedsel uit de rokken verbruikt, de rokken verschrompelen en de overgebleven
knoppen ontwikkelen zich tot nieuwe tulpenbollen
op kunstmatige wijze
stekken → je snijdt een stuk van een stengel of blad af, op het snijvlak ontwikkelen zich
wortels, hieruit kan een nieuwe plant ontwikkelen
weefselkweek → speciale manier van stekken, stukjes weefsel van een gezonde plant
worden op een geschikte voedingsbodem met plantenhormonen gebracht, de cellen delen
zich en na enkele weken is een hoeveelheid ongedifferentieerd weefsel ontstaan: de callus,
het weefsel wordt in stukjes verdeeld en op een andere voedingsbodem met andere
plantenhormonen gebracht, onder invloed van deze hormonen differentiëren en
specialiseren de cellen zich, er groeien kleine plantjes uit de callus en er worden weer
stukjes weefsel afgesneden en zo gaat het door.
kloon→ organisme dat door ongeslachtelijke voortplanting uit een organisme is ontstaan, het
kweken noem je klonen
celcyclus
voorafgaand aan een celdeling vindt DNA-replicatie plaats
- van elk DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
- vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA, waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten
- centromeer → de plaats waar de DNA-moleculen nog aan elkaar zitten
- spiraliseren → het oprollen van de chromosomen, waarbij ze korter en dikker worden
- chromosomen los van elkaar, chromatiden DNA-moleculen vast aan elkaar
G0-fase → rustfase waarin geen celdeling plaatsvindt
G1-fase → periode tussen mitose en DNA-replicatie
S-fase → periode waarin DNA-replicatie plaatsvindt
, G2-fase → periode tussen S-fase en mitose
M-fase → periode van mitose en celdeling
Fase Wat gebeurt er Kern bevat?
tijdens de fase?
Interfase G1-fase Plasmagroei & 46 Chromosomen zijn
Stofwisseling chromosomen niet te zien met
(23 microscoop
chromosomen
paren)
S-fase DNA-Synthese 46
(DNA-Replicatie) chromosomen
-->
92
chromatiden
G2-fase Plasmagroei & 92
Stofwisseling chromatiden
Synthese van
membranen en
organellen
Deling M-fase Mitose Er ontstaan 2 Chromosomen zijn
(kerndeling) celkernen met te zien met
46 microscoop
chromosomen
Celdeling Celmembraan
snoert in
tussen
celkernen
← mitose
Klonen
embryosplitsing→het embryo wordt in tweeën of vieren gedeeld, elk klompje cellen wordt in
bijv. de baarmoeder van een koe geplaatst en ontstaan een kalf
celkerntransplantatie → onbevruchte eicellen worden uit het organisme gehaald, kernen
worden verwijderd, celkernen van het super organisme ingebracht in de ‘lege’ eicellen, er
ontwikkelen zich klompjes cellen, deze worden in het draag organisme geïmplanteerd