Samenvatting Kwalitatieve Methoden, Linn Lujierink
Inhoud
Vier filosofische aannames.....................................................................................................................2
Vijf interpretatieve raamwerken.............................................................................................................2
Verschillen tussen de raamwerken......................................................................................................4
Vijf onderzoek benaderingen..................................................................................................................7
Verschillen tussen de vijf benaderingen.............................................................................................8
Kwalitatief onderzoek...........................................................................................................................10
Validiteit, betrouwbaarheid en evaluatie...............................................................................................11
Validiteit...........................................................................................................................................12
Betrouwbaarheid...............................................................................................................................12
Evaluatie...........................................................................................................................................13
Sample technieken................................................................................................................................14
Ethiek...................................................................................................................................................15
Dataverzameling...................................................................................................................................16
Observatie.........................................................................................................................................16
Observatie (Hennink)....................................................................................................................17
Interviews.........................................................................................................................................18
Etnografische interviews (Spradley).............................................................................................19
Beschrijvende vragen (Spradley)..................................................................................................19
Structurele vragen (Spradley).......................................................................................................20
Document analyse.............................................................................................................................21
Visuele analyse.................................................................................................................................23
Data analyse technieken.......................................................................................................................25
Structuur onderzoeksrapport.................................................................................................................27
Methodologische congruentie...........................................................................................................28
Schrijven van kwalitatief onderzoek.................................................................................................30
Uitvoeren onderzoek gezien de vijf benaderingen................................................................................32
1
,Vier filosofische aannames
Er zijn vier verschillende concepten die de richting van een studie bepalen:
1. Ontologie de studie over de oorsprong van realiteit/ waarheid. De dominante kijk hierop
in kwalitatief onderzoek is dat er verschillende realiteiten zijn.
2. Epistemologie de studie over de oorsprong van kennis. De dominante kijk hierop in
kwalitatief onderzoek is dat kennis is gebaseerd op subjectieve ervaringen van mensen. Als
kwalitatieve onderzoeker wil je dus dichtbij je respondenten komen om deze kennis zo goed
mogelijk te begrijpen.
3. Axiologie de studie naar waardes. In kwalitatief onderzoek zijn er verschillende
perspectieven gezien waardes. Enerzijds gaat het om waardes omarmen en er bewust van
zijn en anderzijds gaat het over dat een onderzoeker zo objectief mogelijk moet zijn.
4. Methodologie de studie naar onderzoek procedures en methodes. In kwalitatief
onderzoek zijn er verschillende methodes:
Inductief (start observatie) versus deductief (start theorie)
Een onderwerp onderzoeken in de context, dichtbij de subjectieve beleving komen.
Kwalitatief onderzoek veranderd continue, dus gaandeweg zullen er keuzes gemaakt
worden.
Vijf interpretatieve raamwerken
De interpretatieve raamwerken zijn de kaders die de positie en de onderzoek benadering
contextualiseren. Er zijn er 5 en deze kunnen aan de hand van de vier filosofische aannames
uitgelegd worden:
1. Post-positivisme er is een realiteit en de onderzoeker moet onbevooroordeeld zijn.
Ontologie: een enkele realiteit bestaat buiten onszelf en onderzoekers kunnen deze niet
in zijn geheel begrijpen.
Epistemologie: mensen hebben niet de volledige kennis van de werkelijkheid. Kennis
wordt onthuld door onderzoek en statistieken.
Axiologie: de bias van de onderzoeker moet gecontroleerd worden, hierdoor komen
waardes niet aan bot en hoeven ze dus ook niet uitgelegd te worden.
Methodologie: een deductief en rigoureus onderzoek met wetenschappelijke methodes.
2. Sociaal constructivisme
Ontologie: er zijn meerdere realiteiten en deze worden geconstrueerd door onze
geleefde ervaringen en interacties met andere. Dit is het sociale deel, de werkelijkheid
wordt geconstrueerd via de sociale interacties. Mensen hebben verschillende
opvattingen, waarheden en realiteiten en de onderzoeker probeert deze te begrijpen.
2
, Epistemologie: het is belangrijker om te begrijpen hoe mensen hun realiteit construeren
in plaats van feiten te begrijpen. Mensen handelen op basis van hun interpretatie van de
werkelijkheid en niet op basis van feiten. Kennis over de werkelijkheid, mede
geconstrueerd tussen onderzoeker en respondenten.
Axiologie: individuele waarden worden gewaardeerd en veranderen.
Methodologie: gericht op het reconstrueren van subjectieve betekenissen van
onderwerpen. Het is inductief en opkomend. Als onderzoeker kun je betere kennis
opbouwen dan individuen, omdat je verschillende mensen onderzoekt.
3. Post modern de waarheid is maar een perspectief, er is niet 1 waarheid.
Ontologie: er zijn meerdere realiteiten, een realiteit wordt bepaald door onze ervaringen
en concepten. Er is geen realiteit buiten deze ervaringen en concepten, er zijn geen brute
feiten over.
Epistemologie: kennis wordt bepaald door concepten, iemand positie en
machtsstructuren. Er is niet 1 waarheid, de waarheid heeft betrekking op een bepaald
referentiekader en er zijn dus meerdere manieren om dit te weten.
Axiologie: respecteer en erken verschillende waardensystemen. Waarden moeten
worden geproblematiseerd en ondervraagd, want er is niet 1 goede waarde.
Methodologie: methodes moeten in twijfel getrokken worden. Benadruk de transpiratie
van een onderzoek door problemen en moeilijkheden te bespreken.
4. Pragmatisme kijken wat werkt.
Ontologie: er is geen verplichting tot een bepaalde kijk op de werkelijkheid. Kies een kijk
op de werkelijkheid die werkt voor je onderzoek. Een werkelijkheid die daadwerkelijk
waardevolle kennis oplevert.
Epistemologie: kennis ontwikkeld door midden van vele onderzoeksmethoden, gebruikt
methoden die in die situatie werken. Wees pragmatisch en doe iets wat voor de situatie
werkt.
Axiologie: bespreek waarden als ze de resultaten lijkten te beïnvloeden, bespreek of
negeer waarde indien nodig om een bepaald doel te realiseren.
Methodologie: afhankelijk van de onderzoeksvraag en beschikbare middelen. Je kunt
gemengde methode kiezen, kies wat werkt!
5. Kritische theorie begint vanuit een aanname en vanuit hier wordt er onderzocht gedaan.
Ontologie: er zijn meerdere realiteiten en deze zijn gebaseerd op macht- en
identiteitsstrijd. Verschillen in achtergronden resulteren in verschillen in realiteit.
Privilege of onderdrukking op basis van ras, etniciteit, klasse, geslacht, etc. Het doel is om
maatschappelijke kwesties aan het licht te brengen en te veranderen. Het gaat over
transformatie en activeren.
Epistemologie: kennis beïnvloed door identiteit, kennis opgedaan door studie van sociale
structuren, onderdrukking en macht. Kennis opgedaan door onderzoek kan helpen om
de werkelijkheid te veranderen.
Axiologie: diversiteit van waarden wordt benadrukt. Waarden die mensen hebben zijn
afhankelijk van hun identiteit en sociale groep.
Methodologie: over het algemeen sociale structuren identificeren die sociaal onrecht
institutionaliseren. Dit documenteren en oproepen tot actie en verandering. Er is altijd
een element dat beschrijft hoe het probleem kan worden aangepakt.
Buiten de vijf raamwerken bovenstaand is er ook nog een transformatie raamwerk en deze gaat
samen met post modern. Deze heeft als doel om de samenleving te transformeren en veranderen.
Het is een emanciperende benadering en kan als volgt uitlegt worden aan de hand van de vier
filosofische aannames:
3
, o Ontologie: er zijn meerdere realiteiten en deze zijn gedefinieerd door interactieonderzoekers
en gemeenschappen. Onderzoekers hebben een actievere houding en kijk.
o Epistemologie: kennis is niet neutraal en wordt beïnvloed door machtsstructuren. Kennis is
een co-creatie van de onderzoekers en respondenten.
o Axiologie: respect voor meervoudige waardensystemen. Waarden moeten worden
geproblematiseerd en ondervraagd, want er is niet 1 goede waarde.
o Methodologie: methoden stimuleren de participatie en actie van respondenten. Er is een
reflectie op methoden, maatschappelijke vraagstukken en maatschappelijke verandering.
Verschillen tussen de raamwerken
Het verschil tussen post positivisme en sociaal constructivisme is makkelijk, aangezien het post
positivisme van 1 realiteit uitgaat terwijl het sociale constructivisme van meerdere realiteiten uitgaat.
De verschillen tussen de andere raamwerken is lastiger en zijn weergegeven in onderstaande
tabellen:
Sociaal constructivisme Post modern Transformatie
Ontologie Meerdere realiteiten in Meerdere realiteiten in Meerdere realiteiten
sociale wereld en 1 sociale en natuurlijke ontstaan door de
realiteit gezien de wereld interacties tussen de
natuurlijke wereld (dit is onderzoekers en
zwak constructivisme) samenleving
Epistemologi Kennis is een sociaal Kennis is een sociaal Kennis is sociaal
e construct door menselijke construct door construct, niet natuurlijk,
interactie machtsstructuren en door macht en sociale
concepten relaties
Axiologie Herkennen meerdere Herkennen meerdere Herkennen meerdere
waarde systemen waarde systemen, waarde systemen, kritisch
kritisch zijn op zijn op waarde systemen.
dominante waardes en Waardes over gelijkheid
een reflectie op de en emancipatie.
waardes van de Informatief om
onderzoekers individuen aan te sporen
tot verandering
Methodologi Vaak inductief, de focus Niet echt gefocust op Participeren en
e op het begrijpen van een methode, alles zou collaboratieve methodes
subjectieve ervaringen kunnen die actie gericht zijn
4