De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. (Tijdvak 4, 5 en 6)
Republiek rond 1500:
- 17 verschillende gewesten.
- 14e en 15e eeuw bourgondische hertogen aan de macht gewesten
doen wel hun eigen ding, maar geven belasting aan de hertogen.
- Ieder gewest had eigen regels, wetten en belastingen.
1477: De laatste bourgondische hertog overlijdt (Karel de Stoute) zijn
dochter erft zijn rijk en kreeg de naam Maria de Rijke. Ze trouwt met
Maximiliaan van Oostenrijk. Nederlands gebied komt in handen van de
Habsburgers. Door trouwen en oorlog krijgen de Habsburgers veel land.
Karel V erfde een enorm groot rijk. Alle vorsten wilden Antwerpen tot hun
bezit hebben, het was een goede handelsstad die erg rijk was.
1515: Karel V erft de Nederlanden en hij wordt landsheer in 1515. In 1519
werd hij keizer.
Karel V wilde meer macht en zijn beleid werd gericht op:
- Streven naar centralisatie.
- Streven om machtige edelen buitenspel te zetten.
- Het zijn van een moderne vorst.
De zuidelijke gewesten waren in de 16e eeuw het rijkst. Er was een grote
lakenindustrie. De rijke steden Vlaanderen, Brugge en Antwerpen waren
erg belangrijk. Hier kwam veel geld vandaan.
1517: Luther hangt de 95 stellingen op de deur van de kerk, de bijbel
geeft u waarheid. Je hebt geen geestelijken nodig om contact met God te
krijgen. Volgens Luther kon alleen God je zonde vergeven en hij vond het
niet kunnen dat de paus zich als plaatsvervanger van Jezus zag. Hiermee
begint de reformatie. De kerk viel uiteen in katholieke en protestantse
kerk.
1522: Karel V: ‘Alle niet katholieken zijn ketters en worden vervolgd.’
1550: Calvinisme slaat aan in de lage landen. Nederlanders verzetten
zich tegen inquisitie.
1555: Karel V doet troonafstand en Filips II neemt het stokje over. Filips II
was Rooms-Katholiek.
1559: Filips II vertrekt naar Spanje en komt nooit meer terug, hij stelt
Margaretha van Parma in als landvoogdes.
1564: Er waren 3 problemen in de Nederlanden:
- Ketters
- Armoede
- Honger
De Nederlandse edelen zien dit ook en ze willen helpen. Willem van Oranje
houdt op 31 december een toespraak waarin hij pleit voor individuele
gewetensvrijheid.
1565: Filips II schrijft Margaretha dat ze zijn bevelen moet opvolgen. Ook
ging het gerucht rond dat Filips II met geweld wilde optreden tegen de
opstand. Het verbond der edelen werd opgesteld.
1566: Smeekschrift werd aan Margaretha gegeven vage beloftes en
minder strenge aanpak voor ketters, hagenpreken stilzwijgend
toespreken, protestantse ballingen mochten terugkomen. Op 10 augustus
begint de beeldenstorm (met geweld vernielen van kostbaarheden uit de
,kerk). Als reactie op deze beeldenstorm komt Alva naar de Nederlanden.
Alva stelt de raad van beroerten in (om ketters op te pakken), er
kwamen hogere belastingen en er kwam een splitsing van Noord en Zuid-
Nederland. Zuid blijft trouw aan Filips II en het noorden komt bij een.
1568: Slag bij Heiligerlee, strijd tussen Noorden en Spanje start bij deze
slag.
1572: Op 1 april is de slag bij Den Briel, de Nederlanders winnen met
behulp van de watergeuzen. Deze slag was een succes en gaf mensen
geloof in de opstand meer mensen sloten zich aan bij de opstand (bij
Willem van Oranje). Ook werd Willem van Oranje als stadhouder benoemd
van Holland en Zeeland. Hij bereide een aanval op Brussel voor maar dit
werd niks door de:
- Katholieke bevolking
- Houding huurlingenleger
- Door bloedbruiloft
1576: Ontstaan pacificatie van Gent, de Spaanse furie, Filips II had
geld te kort, waardoor de huurlegers gingen plunderen dit deden ze vooral
in het Zuiden van Nederland. De mensen in het Zuiden sluiten de
pacificatie van Gent om de Spanjaarden samen te kunnen verjagen.
1579: Pacificatie van Gent valt uit elkaar. De unie van Atrecht werd
opgericht (Zuidelijke gewesten met Spanje) en de Unie van Utrecht
werd opgericht (Noordelijke gewesten tegen Spanje).
1581: WoV is vogelvrijverklaard door Filips II. Het plakkaat van
Verlatinghe wordt ingediend. Filips II wordt niet langer erkend als vorst.
Ze konden geen nieuwe vorst vinden.
1588: De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd officieel
erkent door Frankrijk en Engeland.
Gouden eeuw 1588-1648
Er kon geen landbouw meer plaatsvinden door de hoeveelheid water
graantekort. In de Oostzee was er een overschot aan graan. Nederland
kocht bulkgoederen (goederen waar je alleen aan verdient als je er veel
verkoopt). We hadden ruimte over voor andere landbouw. Er vond
specialisatie plaats commerciële handel. Handel met Oostzeegebied
is moedernegotie, van de moedernegotie werden de mensen in
Nederland erg rijk.
Moedernegotie, import van graan Specialiseren, boeren
specialiseren in handelsgewassen Commercialiseren, boeren lieten
zich leiden door de markt, waar is er vraag naar?
1585: Val van Antwerpen, de Spanjaarden wilden Antwerpen. Het was
dé stapelmarkt van Europa. De Spanjaarden wisten de stad in handen te
krijgen het noorden blokkeerde de Schelde, zo kon je Antwerpen niet
meer bereiken de rijke Antwerpenaren vertrokken naar het Noorden. De
Antwerpenaren brachten:
- Geschoolde arbeid
- Kapitaal
- Kennis over handelen
, - Netwerk
Spanje voerde een handelsembargo in: Nederlandse schepen mogen
niet meer aanleggen in Spaanse en Portugese havens handel lijdt onder
de strijd Nederlandse schepen gaan zelf op zoek naar Azië. Er was
een groei in de koopvaardij vloot, handelsvloot en het
handelskapitalisme (zoveel mogelijk winst) kwam op. Compagnieën
van verre, tijdelijke ondernemingen naar Azië.
1598: Filips II overleden dochter erft een failliet rijk, Spanje heeft
behoefte aan rust.
Er waren vanuit Nederland veel verschillende schepen in Azië, er was veel
onderlinge concurrentie.
1600: Gouden eeuw. Alle 7 gewesten hadden hun eigen bestuur,
gewestelijke staten. Samen vergaderende ze in de Statenvergadering.
Staten-Generaal zorgde voor:
- Buitenlandse politiek
- Gezamenlijke defensie
- Generaliteitslanden
Gewestelijke staten zorgden voor:
- Belastingen
- Rechtspraak
- Eigen wetgeving
Verschillende geloven werden getolereerd, zo kregen ze meer kennis en
rijkdom. Er was een grote groep katholieken in de Nederlanden, die
hadden gewetensvrijheid (je mag het geloof hebben maar uitingen
ervan waren niet toegestaan), zo ontstonden er schuilkerken. Deze
werden ook gedoogd omdat de katholieken rijk waren en de calvinisten
waren zelf ook vervolgd geweest, wat ze niet leuk vonden.
Inwoners van de republiek:
- Gegoede burgerij: regenten, kooplieden een bankiers.
- Kleine burgerij: winkeliers, schoolmeesters enz.
- Volksklasse: de kleinste groep.
1602: VOC werd opgericht, de VOC had een handelsmonopolie en
mocht oorlog voeren en forten bouwen. Ze hadden handel in onder andere
specerijen, opium en olifanten
1609: Begin twaalfjarig bestand, voorlopige vrede tussen Spanje en de
Republiek.
Voorstanders twaalfjarig bestand:
- Johan van Oldenbarnevelt
- Gewest Holland
- Want:
o Gunstig voor de Hollandse handel
o Defensie-uitgaven kunnen sterk verminderd worden
Tegenstanders twaalfjarig bestand:
- Stadhouder Maurits
- Andere gewesten
- Want:
o Vreesde dat Spanje tijdens het bestand troepen zou versterken