Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid
Coordinator / docent: Dr. Elien De Caluwé.
Boek: McMurran, M., & Howard, R. (Eds.) (2009). Personality, personality disorder and violence.
Chichester, UK: Wiley- Blackwell.
Tentamen: Nederlandstalige multiple choice vragen.
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
Aanvullende informatie uit het boek is ofwel ter aanvulling bij de informatie uit het
hoorcollege bijgevoegd, ofwel als apart stuk onder de aantekeningen van het
desbetreffende hoorcollege.
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
Hoorcollege 1 Introductie (H1)
Persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornis & geweld:
Heterogeniteit in:
- Criminelen: naïef → professioneel
Er is een continuüm in de zin van criminelen, ze kunnen heel naïef zijn, tot heel professioneel.
- Misdaden: triviaal → heel ernstig (bv. geweldsdelicten).
- Geweldsdelicten:
- Delicten waarbij de slachtoffers verwond worden (fysiek + psychologisch).
- Verspreiden van angst in gemeenschappen.
- Heterogeniteit: ‘weinig geweld’ → met voorbedachte rade.
- Één bepaalde groep die (gewelddadige) misdrijven pleegt:
- Mensen met psychische stoornissen (‘geestelijk gestoorde dader’).
- Bv. persoonlijkheidsstoornissen.
Geweld is een belangrijke volksgezondheid kwestie:
- Interpersoonlijk geweld is een groot maatschappelijk probleem.
- Het brengt schade toe aan individuen, families en gemeenschappen (bv. Een meisje
wordt verkracht; dit is vreselijk voor het meisje, voor haar familie, maar ook de
gemeenschap leidt hieronder).
- Meerdere factoren die geweld verklaren (cfr. WHO).
- Focus in deze cursus: individueel niveau (het individu lijdt aan bepaalde / een stoornis
psychopathologie, psychische problemen, en van daaruit gaat hij dan delicten plegen).
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
Geweld: gedragingen die bedoeld zijn om schade toe te brengen aan een levend wezen dat gemotiveerd
is om schade te voorkomen (dat levend wezen wil dus helemaal niet dat een persoon hem/haar/het pijn
doet).
- Geweld zijn GEEN handelingen die;
- Onopzettelijk zijn (bv. verkeersongeval).
- Consensueel (samen hebt afgesproken, bv. SM, bokswedstrijd).
- Op voorhand is beslist dat de gebeurtenis mogelijk pijn kan gaan doen.
- Uiteindelijk voordelig (bv. tandartsbezoek).
Geweld versus agressie:
Geweld: het krachtig toebrengen van lichamelijk letsel, lichamelijk schadelijk.
Agressie: minder fysiek schadelijk (bv. Bedreigingen, negeren, …), maar erg psychologisch schadelijk.
2
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
- Kan net zo schadelijk zijn als fysiek geweld (of meer).
→ Geweld: verwijst naar zowel agressie + fysiek geweld.
Individuele verschillen in aanleg tot geweld:
- Individuele verschillen (persoonlijkheidskenmerken, Big Five (zie HC3)).
- Persoonlijkheidsprocessen (cognitieve, bv. Morele ontkoppeling (zie cursus Inleiding in de
Forensische Psychologie), bv. Hostile Attribution Bias).
- Persoonlijkheidsstoornissen
- Categorisch (cut-off: alleen PSn), dus: dimensioneel perspectief (stoornis wordt
gedefinieerd op een continuüm, niet meer WEL of GEEN stoornis, maar een continue
lijn van ernst in het hebben van een persoonlijkheidsstoornis).
= Persoonlijkheidsproblemen; als je vanuit dat dimensioneel perspectief gaat nadenken over
problemen, dan spreek je over persoonlijkheidsproblemen in plaats van persoonlijkheidsstoornissen.
Persoonlijkheidsstoornissen en geweld
Definitie van Persoonlijkheidsstoornissen in diagnostische classificatiesystemen (DSM, etc.):
- DSM (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders).
- American Psychiatric Association (APA), DSM-IV, 2000; DSM-5, 2013.
- ICD-10 (International Classification of Diseases-10):
- World Health Organisation (WHO), 1992.
Bron afbeeldingen: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
Verschil tussen een persoonlijkheidsstoornis en een klinische stoornis:
- Een persoonlijkheidsstoornis BEN je, het is een deel van je karakter, het kan wel iets beter
worden.
- Een klinische stoornis (angst, depressie, dwang) is meer iets dat je HEBT/KRIJGT, maar dit kan
ook weer weg met behandeling of soms vanzelf.
Welke persoonlijkheidsstoornissen zijn er:
- DSM-IV: 10 persoonlijkheidsstoornissen, verdeeld in 3 clusters (A: paranoïde, schizoïde,
schizotypische), (B: antisociale, borderline, theatrale, narcistische), (C: vermijdende, afhankelijke,
obsessief-compulsieve).
- DSM-5 (nieuwe editie sinds 2013)
3
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
Recapitulatie DSM & persoonlijkheidsstoornissen
DSM-IV (1994), DSM-IV-TR (text revision) (2000):
- Categoriaal perspectief (cut-off score: WEL of GEEN stoornis, als er aan genoeg criteria werd
voldaan had iemand een stoornis).
- Comorbiditeit: het samenkomen van twee of meer stoornissen.
- Heterogeniteit: bij stoornissen moet je aan X van de Y aantal criteria voldoen, het kan goed dat
persoon A aan criteria voldoet voor een stoornis, en persoon B aan andere criteria voldoet,
maar dus ook wel dezelfde stoornis toegeschreven krijgt.
- Persoon A en B hebben dan dezelfde stoornis, maar hun klinisch beeld is
extreem verschillend.
- Multi-axiaal systeem:
- As I: Klinische stoornissen.
- As II: 10 Persoonlijkheidsstoornissen.
Kenmerken Persoonlijkheidsstoornissen;
- Ernstige, aanhoudende en starre patronen;
- van gedrag en innerlijke beleving;
- die starten in de adolescentie of vroege volwassenheid;
- die ernstig afwijken van culturele verwachtingen;
- en uitmonden in blijvende stress en beperkingen;
- in interpersoonlijke relaties en in het professioneel leven;
- en door de patiënt als egosyntoon (= het is een onderdeel van mij) ervaren
worden.
Egodystoon: het past niet bij mij (bv. depressie), normaal ben ik anders.
Persoonlijkheidsstoornissen in 3 clusters:
A. Zonderling-excentriek; gestoorde interpersoonlijke beleving:
Paranoide, Schizoide, en Schizotypische PS.
B. Theatraal-emotioneel: ‘ik’ centraal beleefd:
Antisociale, Borderline, Theatrale, en Narcistische PS.
C. Bezorgd-bevreesd: klemtoon op negatieve emotionaliteit:
Ontwijkende, Afhankelijke en Obsessief-Compulsieve PS.
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
DSM-5:
- Categoriaal (sectie II: idem DSM-IV) EN dimensioneel (sectie III) perspectief.
- Sectie III (model voor PS diagnosestelling en conceptualisatie):
4
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
- Multiaxiaal systeem verdwenen.
- Dimensioneel:
- Persoonlijkheidsstoornis = extreme variant van algemene
persoonlijkheidstrekken.
- Kwantitatief verschil tussen normaal en disfunctioneren.
- Een persoonlijkheidsstoornis is een constellatie (samenhangsel) van extreme posities op
algemene trekken.
- Algemene trekken (= persoonlijkheidstrekken, bv. Neuroticisme, Big Five).
- Het is een continuüm met twee polen, bv. Extravert → introvert.
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
DSM-5 (2013):
Algemene criteria dimensionele diagnostiek PS (Sectie III):
A. Matige of ernstige beperkingen in persoonlijkheidsfunctioneren: zelf (= identiteit en zelf
directief gedrag) & interpersoonlijk (= empathie en intimiteit).
B. Eén of meerdere pathologische persoonlijkheidstrekken.
C. Relatief inflexibel en pervasief, en tot uiting komend in een brede range van persoonlijke en
sociale situaties.
D. Relatief stabiel over de tijd, startend in de adolescentie of vroege volwassenheid.
E. A&B worden niet beter verklaard door een andere mentale stoornis.
F. A&B worden niet toegeschreven aan fysiologische effecten van middelenmisbruik of andere
medische condities.
G. A&B worden niet beter begrepen als normaal passend binnen iemands ontwikkelingsfase of
socioculturele omgeving.
DSM-5 (2013): de nieuwe criteria en hoe deze te meten (persoonlijkheidsfunctioneren en
pathologische / maladaptieve persoonlijkheidstrekken).
- Crit A: Level of Personality Functioning Scale.
- Crit B: Personality Inventory for DSM-5 (PID-5; Krueger et al., 2012).
- 25 maladaptieve persoonlijkheidstrekken in 5 domeinen: dit zijn de negatieve
tegenhangers/varianten van de Big Five persoonlijkheidstrekken.
- Negatief affect → neuroticisme.
- Afstandelijkheid → extraversie/introversie.
- Antagonisme → vriendelijkheid/agreeableness.
- Disinhibitie → concientieusheid.
- Psychoticisme → openheid voor ervaringen.
5
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021 PowerPoint HC1.
Door combinaties van trekken te maken zijn er 6 persoonlijkheidsstoornissen te onderscheiden (in
plaats van 10 zoals in de DSM-IV).
1. Antisociale persoonlijkheidsstoornis
2. Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
3. Borderline persoonlijkheidsstoornis
4. Narcistische persoonlijkheidsstoornis
5. Obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
6. Schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Maar… waar is psychopathie? Psychopathie is namelijk heel sterk gerelateerd aan criminaliteit.
DSM-IV + DSM-5 (Sectie II = DSM-IV As II):
- Antisociale PS = psychopathie
- Diagnosticeren van psychopathie adhv antisociale PS criteria.
DSM-5 (Sectie III):
- Antisociale PS ≠ psychopathie
- Psychopathie specifier
- Eigenlijk is psychopathie dus een nog ergere mate van de antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Persoonlijkheidsstoornissen en geweld:
- Prevalentie persoonlijkheidsstoornissen = 4,4% (mannen: 5,4% vs. vrouwen: 3,4%).
- Meesten zijn niet gewelddadig; zelfs antisociale: 50% niet (laatste 5 j.).
- Maar..... Cluster B: stijging crimineel risico!
- 10x meer kans op strafrechtelijke veroordeling.
- 8x meer kans op effectieve gevangenisstraf.
- PS-delinquenten (met een persoonlijkheidsstoornis) (vs. andere geesteszieke
delinquenten):
- Meer kans op recidive (= terug in de fout gaan) na ontslag uit het ziekenhuis.
- 7x meer kans op het plegen van ernstig recidive.
- Meer kans om opnieuw te worden veroordeeld voor een ernstige overtreding.
- Maar..... meerderheid is helemaal niet opnieuw veroordeeld!
Vier fundamentele persoonlijkheidsdimensies = klinische risicofactoren geweld:
1. Impulscontrole
6
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
2. Emotieregulatie (disregulatie)
3. Narcisme; mensen met narcistische trekken zijn heel gevoelig voor kritiek, hun zelfbeeld is heel
onstabiel. Bij ook maar een beetje kritiek hebben zij het gevoel dat ze zakken, en dat de persoon
die kritiek geeft boven hen komt te staan. Ze gaan dan geweld gebruiken om terug bovenaan te
komen en die persoon de grond in te duwen.
4. Paranoïde cognitieve persoonlijkheidsstijl: als je denkt dat mensen er altijd op uit zijn om jou iets
aan te doen ga je zelf ook veel heftiger en agressiever/gewelddadiger reageren.
→ Kan onderscheid maken tussen: geweld of geen geweld.
→ Belang van het identificeren van deze specifieke persoonlijkheidsrisico's.
- Eliminatie van stigmatiserende generalisatie dat ALLE PSn → geweld.
- Niet iedereen met persoonlijkheidsproblemen of PSn is gewelddadig.
- PS-patiënten in forensische psychiatrische ziekenhuizen/gevangenissen: niet representatief voor
alle mensen met persoonlijkheidsproblemen/PSn.
Antisociale persoonlijkheidsstoornis en geweld:
- Antisociale PS = sterkst gerelateerd aan geweld.
- Waarom?
- Agressief gedrag: criterium van antisociale PS.
- Circulair redeneren!
- Als geweld deel uitmaakt van de definitie, dan is de incidentie van geweld bij mensen met
APS hoger dan bij mensen met een diagnose waarin geen geweld is opgenomen.
- Hetzelfde probleem voor psychopathie, gemeten door PCL-R.
- Goede voorspeller van toekomstig geweld bij veroordeelde daders.
- Maar..... items zijn een mix van te verklaren gedragingen (misdaad, geweld) en
verklarende variabelen (persoonlijkheidstrekken).
Persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornissen & geweld:
Basis persoonlijkheidskenmerken (Big Five): ↑ of ↓ risico op geweld. Voorbeelden?
- Impulsiviteit bij kinderen: later ↑ antisociaal gedrag & agressie.
- Remming/inhibitie bij kinderen: later ↓ antisociaal gedrag & agressie.
Maar..... persoonlijkheidskenmerken: noch noodzakelijk noch voldoende om geweld te verklaren:
- Over de gehele levensduur: continue wederzijdse PxE interacties (interactie tussen persoon en
omgeving).
- Interacties van biologische, psychologische, sociale en contextuele variabelen die de
neiging van een persoon tot geweld beïnvloeden.
- Mechanismen waarbij basiskenmerken de ontwikkeling van/het risico op geweld ↑
(emotieregulatie, perceptie, reacties op sociale signalen,.....).
- Mechanismen kunnen worden gewijzigd (= potentieel om geweld te ↓).
Heeft een gewelddadig persoon een PS of niet?
- Sommigen zouden zeggen dat ernstig geweld een weerspiegeling moet zijn van een
onderliggende PS.
→ Ook zijn er twee overwegingen die gemaakt moeten worden;
1. Mate van keuze in het gebruik van geweld:
- Voor sommigen: geweld is hun gekozen manier van werken.
- Geen moreel conflict, verlies van controle, of stress.
7
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
→ PS (echter.....).
2. Criteria voor PS diagnose:
- Persoonlijkheidsproblemen die niet voldoen aan de PS criteria.
- Nadelen categorisch model.
- Dimensioneel model
Straf of behandeling, of beide?
Doelstellingen van straf:
- Signaal voor samenleving: wat is wel/niet aanvaardbaar.
- Criminaliteit voorkomen en verminderen.
Door sancties op te leggen voor sociaal verboden gedrag, zullen leden van de samenleving in het
algemeen worden afgeschrikt van criminaliteit en zal de individuele dader worden afgeschrikt om opnieuw
criminaliteit te plegen.
→ Maar de waarheid is: over het geheel genomen leidt straf niet tot een vermindering van
criminaliteit…
- Recidive percentages gevangenen (2 jaar na vrijlating): 55-60%.
Wat is effectief om criminaliteit van daders (met PSn) te verminderen?
- Strafmaatregelen niet (boetes, toezicht, drugscontroles, gevangenisstraffen → werken niet goed).
- CBT (= cognitieve gedragstherapie) is effectief en vermindert recidive met 30-40% bij
volwassenen en 60% bij jonge overtreders (zijn nog wat beïnvloedbaarder).
→ Behandeling werkt beter dan straf.
Persoonlijkheidsproblemen & PSn als verzachtende omstandigheid:
- Rechtvaardigen van antisociaal gedrag/geweld: psychologische verklaring of psychiatrische
diagnose met deficiënties die afbreuk doen aan de persoons eigen verantwoordelijkheid.
→ Als zulke mensen een delict plegen, moeten we dan verzachtende omstandigheden
toepassen? JA.
- Aangetast (wat kunnen personen niet meer): Rationele beslissingen nemen, controle
over gedrag, bewustzijn van schade.
- Voor geestesziekten, leerstoornissen, verstandelijke beperkingen, dementie:
- Onwaarschijnlijk om gestraft worden, wordt ontoerekeningsvatbaar gezien.
- Maar niet voor persoonlijkheidsprobs of PSn (gezien als verantwoordelijk).
- PS patiënten worden als normaal gepercipieerd.
- Antisociale PS: kent gevolgen maar kan gedrag niet controleren.
- Vergelijkbaar met ons, maar continuüm van persoonlijkheidsproblemen.
Persoonlijkheidsstoornissen worden dus meestal niet gezien als stoornissen in de categorie die minder
gestraft worden en worden gezien als ontoerekeningsvatbaar.
- Indien verantwoordelijk → proportionele straf + effect op persoon?
- Straf heeft als doel: gedragsverandering, als direct + onvermijdelijk.
- Als iemand de straf in relatie tot de daad kan begrijpen + als straf kan leiden tot een verandering
in houding of gedrag: straf nodig!
- Antisociale PS + psychopathie: biopsychosociaal benadeeld = verzachtende
omstandigheid voor schuld.
- MAAR antisociale PS kan leren van straf, psychopaat NIET.
- Behandeling persoonlijkheidsprobs/PSn → gedragsverandering!
- Strafrecht + forensische geestelijke gezondheidszorg (straffen + behandelen).
8
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
- Maar niet alle overtreders met PHprobs/PSn zijn behandelbaar.
- Geschikte behandeldoelen?
Identificeren van behandeldoelen
Intermitterende explosieve stoornis of PS:
- Geweld gedreven door emoties (woede).
- Onvermogen om gedrag te controleren = emotionele disregulatie.
- Deze mensen willen minder boosheid en meer zelfbeheersing.
- Behandeling is dan een optie (emotieregulatie, agressieregulatie).
→ Er gebeurt heel weinig, maar toch ontploffen mensen.
Psychopathie:
- Geweld gedreven door mogelijke voordelen.
- Controle over personen + materiële voordelen.
- Deze mensen hoeven niet te veranderen, maar zullen zeggen dat ze zeker moeten veranderen
(doen ze alleen om straf te vermijden).
- Deze mensen verdienen het minder om een behandeling te krijgen, dienen eerder
gestraft te worden.
→ Maar wat als ze emotionele en cognitieve tekorten hebben die tot geweld leiden? Bv. afwezigheid van
angst en empathie,...
Behandeldoel = geweld verminderen
- Maar eerst moet je begrijpen hoe mensen gewelddadig
worden.
- Bij de geboorte: hoog risico op geweld, maar ook ervaringen
gedurende het hele leven.
= levensloop ontwikkelingsmodel.
Bron afbeelding: Criminaliteit, cognitie en persoonlijkheid 2021
PowerPoint HC1.
Identificeren van behandeldoelen voor Antisociale persoonlijkheidsstoornis:
Antisociale PS: ontwikkelingstrajecten:
- Vroege impulsiviteit → kind gedragsproblemen → volwassen antisociale PS.
- Lage MAOA activiteit + mishandeling bij jongens → kans x3 zo groot op een gedragsstoornis &
x10 zo groot veroordeeld voor een gewelddadig delict volwassenheid.
- Conflict- en antisociaal gedrag in gezinnen.
- Schoolverzuim.
- Delinquente leeftijdsgenoten.
- Lage SES en buurt hoog criminaliteitsgehalte
Risicofactoren = behandel- of preventiedoelen (deze bovenstaande risicofactoren kunnen ook gezien
worden als behandel- of preventiedoelen):
- Gezinsondersteuning, opleiding van ouders, schoolinclusieprogramma's.
- ↑ probleemoplossing, emotionele controle + veranderen antisociale houding.
Identificeren van behandeldoelen voor Psychopathie:
Psychopathie: ontwikkelingstrajecten:
- Agressie in kindertijd: meestal reactief.
9
, Samenvatting Criminaliteit, Cognitie en Persoonlijkheid
Amber van Beers
- Subgroep: reactief + instrumenteel (agressie met doel om iets te verkrijgen).
- Koele & niet-emotionele trekken (CU-traits) bij kinderen (de subgroep heeft deze vaak):
→ Ernstige agressie, aanhoudende gedragsproblemen.
- Hoge erfelijkheid
- = kern van psychopathie
- Neurobiologische risicofactoren (bv. hoofdtrauma na een auto ongeluk).
- Sociale en omgevingsrisicofactoren (hechting, opvoeding).
→ Behandeldoelen mogen niet verschillen voor psychopathie.
Behandelingen voor overtreders met persoonlijkheidsstoornissen
- Aard en mate van disfunctioneren → straf, behandeling of beide.
- Werkelijkheid: niet veel beschikbare behandelingen & diensten voor persoonlijkheidsstoornissen.
- Ontwikkeling van specialistische, op de gemeenschap gebaseerde behandelingsdiensten.
- CGT (cognitieve gedragstherapie) & psychodynamische therapie: goede effecten.
- Beperkt gedegen onderzoek + voornamelijk BPS (borderline persoonlijkheidsstoornis).
- Antisociale PS behandeling? Slechts 2 studies! (erg specifieke behandeling).
- Psychopathie behandelbaarheid? 24 studies, maar methodologisch slecht.
- Verder onderzoek nodig naar de effectiviteit van de behandeling.
- Behandeling op basis van empirisch bewijs.
- ↑ vertrouwen van geestelijke gezondheidswerker, rechterlijke macht, & cliënt.
Overtreders zonder persoonlijkheidsproblemen of persoonlijkheidsstoornissen
- Gevangenis- en reclasseringsdiensten behandelen daders met PSn.
- Maar niet als zodanig gediagnosticeerd!
- Gevangenen: Man/vrouw: 65%/42% een PS, 47%/21% antisociale PS.
- Behandeling vermindert recidive! Wat werkt? RNR principes.
- Risk principe: je moet mensen behandelen die een hoog risico op recidive hebben.
- Need principe: je moet de needs/behoeften van de dader behandelen (waar criminaliteit
uit voortvloeit), bv. antisociaal gedragspatroon, criminele vrienden, etc.
- Responsivity principe: je moet responsief zijn en je aanpassen aan de noden van je
patiënt. Bv. iemand met een mentale beperking kan geen cognitieve gedragstherapie
doorlopen, je moet je manier van behandeling aanpassen op je patiënt.
- Voorbeelden: …
- Behandeling werkt voor daders in gevangenis & reclassering!
- Bevatten hoog percentage overtreders met PSn.
→ Zijn er al effectieve behandelingen voor daders met PSn ontwikkeld?
→ Of, overtreders met PSn extra behandelingscomponenten nodig?
→ In de gevangenis/probatie ipv in de geestelijke gezondheidszorg behandelen?
Aanvullingen uit het boek Personality, personality disorder and violence -
H1 Personality, Personality Disorder and Violence: An Introduction
Een van de belangrijkste redenen om persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornis en geweld te
bestuderen, is het bevorderen van psychologische en psychiatrische behandelingen.
- Zowel de strafrechtelijke- als de geestelijke gezondheidszorg spelen een rol bij het behandelen
en beheren van mensen die gewelddadig zijn.
10