VS wordt op economisch gebied steeds belangrijker:
- Grote staatsschulden van Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië aan de VS.
- Enorme binnenlandse productie.
➔ Minder economische problemen dan Europese landen na WWI.
Jaren 20: Roaring twenties → vrolijke jaren met een vast beeld dat de economische groei
welvaart voor iedereen zou brengen.
➔ Periode van hoogconjunctuur.
Veel aanschaf van nieuwe apparaten → gevolgen:
- Huishouden werd minder zwaar en kostte minder tijd.
- Kon er makkelijker op uit.
- Veel recreatiemogelijkheden.
➔ Consumeren wordt een nieuwe levensstijl.
➔ Zat je krap bij kas? Dan kon je op afbetaling kopen.
VS wordt in korte tijd een consumptiemaatschappij.
➔ Vooral in steden.
Platteland: weinig welvaart en veel armoede.
→ Oorzaak: vraag naar graan vanuit Europa neemt af na WWI.
➔ Tijdens WWI veel graan geproduceerd en kregen leningen bij banken.
➔ Na WWI dezelfde hoeveelheden → landbouwoverschotten.
➔ Prijsdaling, maar toch bleef productie gelijk/steeg (a.g.v. mechanisering).
➔ Als bedrijfsinverstering grote machines kopen → extra schulden.
➔ Veel boeren in de jaren 20 failliet door te grote schulden.
➔ Hun eigendommen komen in handen van de bank.
Amerikaanse economie zwak op 5 punten:
1. Protectionisme = sterk op zichzelf gericht, niks buiten de VS. Isolationisme is meer
politiek gericht.
2. Overproductie in de landbouw.
3. Ongelijke inkomens: live now, pay later.
4. Speculatie met aandelen.
5. Geen toezicht van de overheid op banken.
Amerikaanse politiek: weinig bekommering om de slechte economische situatie in de
landbouw.
➔ Zorgen om drankverbod (Prohibition) → wordt opgeheven in 1933.
Oorzaak: veel conservatieve Amerikanen maken zich zorgen om de gevolgen van de
consumptiemaatschappij → alcohol was de oorzaak van het vrije (godslasterende) gedrag
van hun kinderen.
➔ In de praktijk: regels van drooglegging op grote schaal ontdoken.
➔ Veel smokkel, maffia en gangsters.
Economische groei gebaseerd op een luchtbel: Amerikanen consumeren met geleend geld
dat ze later met rente terugbetalen.
Maar: barsten in de Amerikaanse economie worden zichtbaar.
1
, ➔ Beurzen draaien op volle toeren en veel Amerikanen speculeren op dezelfde manier
waarop ze consumeren: via het afbetalingssysteem.
Oktober 1929: de koersen van de aandelen daalt plotseling.
➔ Handel in aandelen draait echter door → steeds meer aandelen op de markt.
24 oktober (Zwarte Donderdag): aanbod aandelen is te groot → ineenstorting beurs →
beurscrash = een economische crisis van een enorme omvang.
→ Gevolgen:
1. Consumenten proberen hun geld van de banken te halen.
2. Banken die met het geld van hun cliënten hadden gespeculeerd, gaan failliet.
3. Bedrijfsleven en veel particulieren kunnen niet meer aan geld komen →
betalingsverkeer komt in de knoei.
4. Bedrijven verlagen prijzen, maar consumenten consumeren amper → blijven zitten
met voorraden.
5. Bedrijven gaan failliet en moeten werknemers ontslaan → werkloosheid neemt toe.
6. Koopkracht daalt.
7. Markt van vraag en aanbod valt stil.
Economische crisis: Amerika besluit te bezuinigen en leningen aan Europa te stoppen.
➔ Crisis slaat over naar Europa.
➔ Verlamming van de buitenlandse handel.
President Hoover (republikein, zittende president) werd uitgedaagd door Franklin D.
Roosevelt (democraten, FDR): de crisis werd de inzet van de presidentsverkiezingen van
1932.
Roosevelt: voorstander van overheidsingrijpen → gevaarlijk: wordt gekoppeld aan het
communisme (niet geliefd).
Roosevelt nieuwe president: moet Amerika uit de Grote Depressie helpen.
➔ Vooruitstrevend plan: New Deal → Relief, recovery and reform (= hulp, herstel en
hervorming).
➔ Tal van overheidsprogramma's.
Doel: koopkracht herstellen en de werkloosheid te verhelpen.
- Werklozen Amerikanen weer aan werk te helpen: ingezet bij de bouw van grote
openbare werken (wegen, dammen, waterwerken).
Gebaseerd op de theorie van J. Keynes: in tegenstelling tot het liberale principe van
terughoudendheid, moet de overheid juist investeren en werkgelegenheid scheppen, zodat
er weer koopkracht komt.
➔ Mogen zelfs schulden maken; als de economie weer aantrekt en bedrijven belasting
betalen, neemt de schuld vanzelf af.
Effect New Deal: positieve stimulans.
➔ Roosevelt 3 keer opnieuw gekozen (leiderschap WWII ook goed).
Andere oorzaak voor economisch herstel: aanvraag van leningen door Frankrijk en
Groot-Brittannië in 1939 voor wapens (kopen ze ook in VS) tegen een mogelijke nieuwe
oorlog met Duitsland.
Lange termijn gevolg: de theorie van Keynes verdringt het liberale denken uit de 19de eeuw.
➔ Veel westerse overheden passen zijn theorie toe.
➔ Economische sturing door de overheid is een aanvaard principe.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elkedesmit. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.