Nederland (1948-2008)
3.1 (1948-1978)
Tot de tweede wereldoorlog: Verzuiling
Er waren 4 zuilen:
1. Katholieken: samenleving op basis van christelijke normen en waarden
2. Protestanten: samenleving op basis van christelijke normen en waarden
3. Socialisten: gelijkwaardigheid voor de arbeidersklasse
4. Liberalen: zoveel mogelijk vrijheid voor het individu om zich te ontplooien
Na de Tweede Wereldoorlog werden de verzuilde verhoudingen van voor de oorlog aanvankelijk
hersteld.
Nederland begon aan een snelle wederopbouw, waarbij de Marshallhulp steun bood.
Vanaf het moment dat de Marshallhulp inging, ging de wederopbouw snel en daarna bleef de
economie groeien op een nooit eerder vertoond tempo.
1. De koude oorlog en
2. Het begin van de Europese samenwerking
Lieten zien dat Nederland niet langer een neutraliteitspolitiek voerde.
Neutraliteitspolitiek= Politiek van een land om geen bondgenootschappen te sluiten en zo buiten
internationale conflicten te blijven
Direct na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een babyboom
Babyboom= geboortegolf vlak na WOII. De vreugde over de bevrijding leidde er toe dat veel meer
mensen een gezin stichtten dan in voorgaande en ook latere jaren.
De natuurlijke bevolkingsgroei zette zich in de eerste decennia na de oorlog voort.
In de jaren 1950 en 1960 kende Nederland een periode van economische groei en toenemende
industrialisatie. Een belangrijke motor van de economische groei was de industrialisatie. In veel delen
van het land ontstond industrie of werd de bestaande industrie uitgebreid.
Oorzaken voor deze economische groei waren:
1. Marshallhulp
2. Met de geleide loonpolitiek stimuleerden de rooms-rode regeringen de export en de
werkgelegenheid.
3. Daarnaast profiteerde Nederland van het economisch herstel van Duitsland
4. En de vondst van aardgas in Groningen.
Rooms-rode regeringen: regeringen met de katholieken en de sociaaldemocraten. (1946-1958). Voor
de tweede wereldoorlog waren de socialisten en katholieken vijandig. Daarna kwam het inzicht dat
ze samen moesten werken om Nederland opnieuw op te bouwen
Geleide loonpolitiek: De regering ging zich bemoeien met de loonontwikkeling. Het beleid was dat de
loon niet of weinig stegen. Hierdoor konden Nederlandse producten goedkoper verkocht worden
, dan producten uit andere landen. Dit stimuleerde de Nederlandse export. Begin jaren ’60 werd deze
politiek losgelaten en per bedrijfstak werd de stijging van de lonen bepaald. Hierdoor stegen ze toen.
Duitse wirtschaftswunder: Nederland handelde veel met Duitsland.
Leidend was het idee van een maakbare samenleving met meer economische gelijkheid als ideaal.
Door wetgeving zou de overheid de samenleving kunnen verbeteren. Het idee ging samen met een
ideaal van meer sociaaleconomische gelijkheid. Verschillen in inkomen, macht en onderwijs moesten
worden verkleind.
Door de toenemende welvaart konden politici en sociale partners samen bouwen aan een
verzorgingsstaat.
Sociale partners: werkgevers en vakbonden (werknemers)
De overheid en de sociale partners werkten nauw samen en voerden intensief overleg. Dit wordt het
poldermodel genoemd: het voeren van overleg gericht op overeenstemming.
Verzorgingsstaat: in de jaren ’50 en vooral in de jaren ’60 kwam in Nederland de verzorgingsstaat tot
stand. In een verzorgingsstaat rekent de overheid het tot haar taak niet alleen de veiligheid, maar
ook de welvaart en het welzijn van de burgers te garanderen. V.b: gezondheidszorg, onderwijs en
werkgelegenheid. Ook sociale zekerheid: inkomen en/of verzorging garanderen.
Willem Drees was minister-president van 1948-1958. Was van de pvda. Hij was initiator van diverse
sociale wetten.
Na de invoering van de AOW in 1957 werd sociale wetgeving verder uitgebreid.
v.b: ww, bijstandswet, wet op de arbeidsongeschiktheid.
Vanaf het begin van de jaren 1960 stegen de lonen sterk. In Nederland ontstond een
consumptiemaatschappij.
Consumptiemaatschappij: maatschappij waarin niet meer de noodzakelijke levensbehoeften centraal
staan, maar de behoeften aan luxe en status.
In veel huishoudens deden apparaten hun intrede en voor steeds grotere groepen werd een vakantie
mogelijk, ook in het buitenland.
De groeiende welvaart ging hand in hand met verstedelijking en groeiende mobiliteit.
Door de auto nam het woon-werkverkeer toe. Veel mensen verhuisden naar snelgroeiende
forenzensteden zoals Zoetermeer, Spijkenisse en Nieuwegein. Ook steden groeiden.
Na de jaren 1950 was er sprake van ontzuiling van het sociale en het politieke leven.
Ontzuiling: het minder sterk worden of verdwijnen van de verzuiling. Ontstond in de jaren ’60
oorzaken:
1. Mensen kwamen vaker in aanraking met andersdenkenden (nieuwe buitenwijk, tv,
uitstapjes, vakantie, enz)
2. Secularisatie (=ontkerkelijking) gelovigen gingen minder naar de kerk en vonden het niet
meer zo belangrijk dat hun kinderen naar een christelijke school gingen.
V.b sociaal: er kwam tv en radio van een schip.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sedrik. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.