Geschiedenis hoofdstuk 1t/m8
Hoofdvragen en kenmerkende aspecten
Tijdvak 1, de tijd van jagers en boeren
Kenmerkende aspecten:
1. De levenswijze van jager-verzamelaars.
2. Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
3. Ontstaan van eerste stedelijke gemeenschappen.
Op welke bronnen is onze kennis van de prehistorie gebaseerd?
In de prehistorie bestonden geen geschreven bronnen, de periode loopt tot het ontstaan
van het schrift in 3000 v.C. Voor kennis uit de prehistorie zijn we afhankelijk van de
archeologie die ongeschreven bronnen bestuderen, zoals botresten, potscherven,
voetafdrukken etc. We weten redelijk veel over hoe ze leefden maar door de ongeschreven
bronnen minder over wat ze dachten.
Hoe verspreidde de moderne mens zich over de wereld?
In Afrika hadden mensachtigen zich onderscheden van apen doordat ze beter rechtop
liepen, hieruit ontstonden de eerste mensensoorten. Deze mensen leefden in een
samenleving van jager-verzamelaars. De menssoorten evolueerden steeds verder totdat er 1
menssoort overbleef, de moderne mens. De moderne mens leefde eerst lang alleen in Afrika
maar daarna verspreidde hij zich naar Azië toen Europa en Australië en daarna Amerika.
Hierdoor stierven andere menssoorten zoals neanderthalers uit.
Welke levenswijze hadden jager-verzamelaars?
Mannen hielden zich bezig met de jacht, verdediging tegen dieren en andere mensen.
Vrouwen hielden zich bezig met verzamelen van plantaardig voedsel en de kinderen. Ze
waren nomaden, hadden geen vaste woonplaats, hierdoor hadden ze weinig bezit want ze
moesten alles kunnen dragen. Ze hadden eerst alleen grove werktuigen zoals stenen bijl
zonder stok en daarna ontwikkelden ze ingewikkeldere werktuigen. Ze leefden in hutten en
tenten.
Hoe brachten jager-verzamelaars hun gedachtes tot uiting?
Ze deden aan kunst, ze maakten beeldjes en grotschilderingen van vooral dieren. Jager-
verzamelaars dachten in symbolen, ze begrepen dat een tekening ook een andere betekenis
kon hebben.
,Hoe ontstond de landbouw?
Mensen gingen voedsel verbouwen in een gebied dat de vruchtbare halve maan werd
genoemd in het Midden-Oosten. Eerst verbouwden boeren alleen granen en gerst maar
later ook groenten zoals erwten en olijven. Door landbouw veranderde de hele
samenleving, hierdoor wordt het ontstaan van landbouw ook de landbouwrevolutie
genoemd. Migranten verspreidden vanuit het Midden-Oosten de landbouw naar andere
gebieden zoals Azië, Afrika en Europa.
Welke oorzaken en gevolgen hadden het ontstaan van de landbouw?
Oorzaken: het klimaat veranderde, het Midden-Oosten had nu een klimaat van zachte
winters en warme droge zomers, perfect voor landbouw. Wilde dieren waarop gejaagd werd
waren verdwenen, hierdoor moesten ze ander voedsel vinden. Ze gingen dieren fokken en
ze werden ook op het land gebruikt. Gevolgen:
meer mensen konden worden gevoed, de bevolkingsgroei hield aan. Ook werden er meer
technische uitvindingen gedaan zoals de ploeg. Ook was het gevolg van de landbouw dat er
landbouwsamenlevingen ontstonden.
Hoe ontstonden landbouwsamenlevingen?
Door de landbouwrevolutie gaven mensen het nomadische bestaan op en gingen met grote
groepen samenleven in dorpen. Dit noemen we de landbouwsamenleving. Elk dorp was
autarkisch (zelfvoorzienend) door het verbouwen van voedsel en nijverheid
(werkzaamheden waarbij iets wordt gemaakt). Ook werd bezit belangrijk, hoe meer bezit
hoe meer aanzien en er werd ook gevochten om dingen.
Hoe ontstonden de eerste steden?
Doordat de mensen bijna overal nog leefden van landbouw waren het geen steden maar
dorpen. In een stad zijn de meeste mensen geen boeren maar ze waren afhankelijk van
handel. De eerste steden ontstonden in Mesopotamië, de Soemeriers hadden zich hier
gevestigd, ze bouwden dorpen uit tot steden met bestuursgebouwen, pakhuizen en
tempels.
Welke groepen ontstonden in landbouwstedelijke samenlevingen?
De landbouwstedelijke samenleving ontstond doordat boeren voedseloverschotten hadden
en hierdoor meer mensen konden voeden die niet meer afhankelijk waren van landbouw.
De minderheid van de bevolking leefde nu in steden. Doordat er onderhoud van dammen en
rivieren moest worden georganiseerd ontstond de elite, sociale toplaag die leidinggaf. Ook
ontstonden er militairen die de bevolking beschermden en priesters hielden contact met
goden.
, Welke politieke ontwikkelingen ontstonden?
Er kwam een vorst die samen met zijn adviesraad regeerde, de rest van de bevolking waren
onderdanen. De boeren en slaven moesten een deel van hun voedsel inleveren, door deze
belasting kregen de ambtenaren, militairen, priesters eten. Ook ontstond er een rangorde:
1. Farao/ koning
2. Geestelijkheid
3. Ambtenaren, militairen
4. Boeren en slaven
Welke culturele ontwikkelingen vonden plaats?
Er werden nieuwe werktuigen uitgevonden zoals het wiel. Zo hadden een polytheïstische
godsdienst, een godsdienst met meerdere goden die leken op mensen. Ze verklaarden alles
wat er gebeurde met het handelen van de goden. Ook vonden de Soemeriers het schrift uit,
hiermee konden ambtenaren belastingen bijhouden. Eerst waren het afbeeldingen, later
allemaal kleine tekens. Het spijkerschrift.
Tijdvak 2, de tijd van Grieken en Romeinen
Kenmerkende aspecten:
1. Wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in Griekse
stadstaat.
2. Vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Hoe kwamen de eerste Griekse beschavingen tot ontwikkeling?
Met de uitvinding van het schrift begon de oudheid. Doordat de Grieken, de Minoïsche
beschaving vanuit Europa heersen over Kreta, daar ontstond de eerste Griekse beschaving,
de Myceense beschaving. Ze werden geregeerd door krijgsheren vanuit paleizen.
Hoe kwam de klassieke Griekse cultuur tot stand?
De Grieken leefden in poleis (onafhankelijke stadstaten) met een landbouwstedelijke
samenleving. De Grieken leefden niet in 1 staat maar voelden zich wel 1 volk door de
gezamenlijke cultuur. Ze spraken dezelfde taal, hadden dezelfde verhalen en goden en
kwamen samen tijdens de olympische spelen. Door de kolonisatie en dezelfde munt groeide
de handel, nijverheid en welvaart. Ook bedacht de Griekse beschaving nieuwe vormen in de
beeldhouwkunst en de wetenschap kwam tot bloei. De Grieken noemden de niet-Grieken
barbaren. Griekenland werd 1 rijk doordat het onder leiding van de koning van Macedonië
kwamen. De Griekse cultuur verspreidde heel erg toen de opvolger van de koning van
Macedonië het verspreidde door het Perzische rijk.