.Hoofdstuk 9, de tijd van wereldoorlogen (1900 – 1950)
Kenmerkende aspecten:
1. De rol van moderne propoganda en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie
2. Het in praktijk brengen van totalitaire ideologien, communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
3. De crisis van wereldkapitalisme
4. Het voeren van twee wereldoorlogen
5. Rasiscme en discriminatie die leiden tot genocide in het bijzonder op de joden
6. De duitse bezetting van Nederland
7. Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en
de betrokkenheid van de burgers
8. Vormen van verzet tegen westerse imperialisme
Oorzaken eerste wereldoorlog:
Revanchegedachte Duitsland na de Frans-Duitse oorlog
Nationalisme
Moderne imperialisme
Bondgenootschappen
Wapenwedloop
Militarisme
Aanleiding eerste wereldoorlog: moord op Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand
Er stonden in de eerste wereldoorlog duidelijk 2 blokken tegenover elkaar, Duitsland en
Oostenrijk aan de ene kant en Rusland, Frankrijk en Engeland aan de andere kant.
Geallieerden: Groot-Brittannië, Frankrijk, Amerika, Italië en Rusland.
Centralen: Duitsland, Oostenrijk, en het Ottomaanse rijk.
Om spanningen in Europa te beperken worden er bondgenootschappen gesloten., Engeland,
Frankrijk en Rusland horen bij elkaar en Duitsland, Oostenrijk en Italie vormen een team.
De spanningen lopen toch hoog op en als in 1914 Frans Ferdinand, de Oostenrijkse
kroonprins wordt vermoord verklaard Oostenrijk de oorlog aan Servië. Door de
bondgenootschappen raakte heel Europa al snel betrokken. De oorlog maakte veel doden
door nieuwe wapens zoals tanken, duikboten en vlammenwerpers maar verder haalde de
oorlog niet veel uit. De oorlog liep al snel vast en het werd een loopgraven oorlog. Aan het
begin van de oorlog verwachtte iedereen een snelle oorlog met vlugge aanvallen, dit is dus
niet gebeurd. Er waren meerdere fronten waar landen tegen elkaar vochten. De fronten
bleven bijna 4 jaar lang op dezelfde plek. Na 4 jaar is het geld in Duitsland op en de
bevolking komt in opstand. De Duitse keizer vlucht naar het neutrale Nederland. Duitsland
vraagt om vrede en in 1918 word de vrede getekend
, Na de eerste wereldoorlog ontstaat een interbellum, een periode tussen 2 wereldoorlogen.
Het is een tijd van goeie en slechte tijden. Na de oorlog ontstond een
consumptiemaatschappij en er was veel optimisme, door het optimisme gingen veel
mensen beleggen in aandelen en ze gaven veel uit. Uiteindelijk ontstond er twijfel en veel
aandeelhouders verkochten hun aandelen, de koers daalde diep en er ontstond een
beurskrach. Hieruit ontstond een crisis waardoor veel mensen werkeloos werden. Deze
grote crisis wordt ook wel de Grote Depressie genoemd. Roosevelt haalde Amerika
uiteindelijk uit de crisis door zijn plan, The new deal.
Mensen zochten naar sterke leiders zodat het goed zou gaan met het land, mensen zoals
Hitler, Stalin en Roosevelt profiteerden hiervan. Stalin was na Lenin al aan de macht in
Rusland en Hitler werd op Democratische manier verkozen in Duitsland. Hitler speelde in op
de nationalistische gevoelens van de Duitsers en wilde van Duitsland een heel machtig land
maken. Hij gaf de joden overal de schuld van. Ook wilde hij wraak nemen na de eerste
wereldoorlog en de Frans-Duitse oorlog. Dit is weer niet gelukt want de geallieerden
wonnen uiteindelijk de oorlog. Doordat de spanningen opliepen na de atoombommen op
Japan ontstond de Koude oorlog.
Begrippen:
Collaboratie: samenwerking met de vijand
Onderduiker: iemand die zich schuilhoudt
Autonomie: zelfbestuur
Non-coöperatie: niet samenwerken
Deporteren: wegvoeren
Dorvoerkamp: concentratiekamp vanwaar mensen worden gedeporteerd
Getto: aparte woonwijk
Holocaust: moord op joden tijdens de tweede wereldoorlog
Pogrom: gewelddadige uitbarsting van jodenhaat
Razzia: drijfjacht
Shoah: moord op joden in de tweede wereldoorlog
Vernietigingskamp: concentratiekamp om mensen te vermoorden
Vooroordeel: mening die niet op feiten is gebaseerd
Massaorganisatie: organisatie gericht op veel mensen
Appeasement: vrede bewaren door conflicten te vermijden
Asmogendheden: Duitsland, Italië en Japan en hun bondgenoten (ww2)
Invasie: vijandelijke inval
Isolationisme: geen internationale verplichtingen aangaan
Antisemitisme: jodenhaat
Bolsjewieken: communisten
Collectivisatie: privéboederijen aan op in grotere landbouwbedrijven
Eenpartijstaat: staat met 1 partij die alle macht heeft
Fascisme: antidemocratische, gewelddadige, nationalistische en totalitaire politieke
beweging
Gelijkschakeling: aanpassing aan totalitair regime
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mensencarlijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.