100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 5 €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 5

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 5

Voorbeeld 3 van de 23  pagina's

  • 25 april 2021
  • 23
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (82)
avatar-seller
summaryking
lOMoARcPSD|383 406 3




Je hebt 2 vormen van belastingheffing:
-Aanslagbelasting: belastinginspecteur stelt materiële belastingschuld vast door middel van een
aanslag (art. 11 AWR), vaak op basis van door belastingplichtige in aangifte geleverde gegevens.

-Aangiftebelasting: Belastingplichtige/inhoudingsplichtige stelt materiële belastingschuld vast
in aangifte en betaalt deze belasting (art. 19 AWR)

In de verschillende belastingwetten (IB, VPB etc.) staat hoe deze belasting wordt vastgesteld, in
de AWR staan de algemene regels.

Te weinig belasting geheven?

• Voor aanslagbelastingen geldt art. 16
AWR: Navordering mogelijk indien er sprake is van:
-Een nieuw feit, of
-Kwader trouw van de belastingplichtige, of
-Redelijkerwijs kenbare fout (art. 16 lid 2 sub c)
-Binnen een termijn van 5/12 jaar (art. 16 lid 3 en 4 AWR)

• Voor aangiftebelastingen geldt art. 20
AWR: Naheffing mogelijk indien:
-Dit gebeurt binnen een 5 jaarstermijn (art. 20 lid 3 AWR)

Machtsmiddelen belastingdienst:
->Mag belastingplichtige bepaalde verplichtingen opleggen:
• Aangifte doen (art. 8 AWR)
• Informatieverplichting (art. 47 e.v. AWR)
• Toegang verlenen (art. 50 AWR)
• Administratieplicht (art. 52 AWR)
• Verplichting vertrekken gegevens van derden (m.u.v. verschoningsgerechtigden,
nb: belastingadviseurs hebben alleen informeel verschoningsrecht) (art. 53a AWR)

Voldoet de belastingplichtige niet aan hun verplichtingen, dan mag de belastingdienst het
volgende doen:
• Omkering bewijslast (inspecteur hoeft niks aan te tonen, belastingplichtige moet er alles aan
doen aan te tonen dat zijn inkomen lager was dan dat de inspecteur had gezegd) Art. 25, 27e
AWR
• Bestuurlijke boete
O Verzuimboete: art. 67a ev. AWR
O Vergrijpboete: art. 67d ev. AWR (opzet of grove schuld noodzakelijk)
O Strafrechtelijke sanctie: art. 68 ev. AWR

De belastingdienst is gebonden aan de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur:
• Vertrouwensbeginsel: burger mag op belastingdienst kunnen vertrouwen
• Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen gelijk behandelen
• Verbod op machtsmisbruik
• Fair play beginsel: machtsmiddelen op de juiste manier gebruiken

, lOMoARcPSD|383 406 3




3. De belastingrechter
Moet de belastingwet uitleggen, zorgt voor rechtsbescherming.
Vorm van bestuursrecht, algemene wet bestuursrecht (Awb) is hier dus van toepassing.
Specifieke bepaling staan in de AWR.

Dus: eerst kijken in de Awb, daarna pas in de AWR kijken voor uitzonderingen.

Men kan alleen bezwaar maken tegen belastingaanslagen en voor bezwaar vatbare beschikkingen.
Hierdoor is er een gesloten stelsel van rechtsmiddelen.

Fiscale rechtsgang:
1. bezwaar bij inspecteur
2. beroep bij rechtbank (4 aangewezen rechtbanken),
3. hoger beroep bij gerechtshof
4. Cassatieberoep bij Hoge Raad

4. De belastingplichtige
Heeft verplichtingen tegenover de fiscus, als zij hier niet aan voldaan krijg je ‘omkering
van bewijslast’.

Je mag als belastingplichtige zelf procederen in belastingzaken (alleen voor het pleiten bij de
Hoge Raad is een advocaat nodig: art. 29c AWR)

Advies door belastingadviseurs, vanwege ingewikkelde wetgeving


Inkomstenbelasting
Structuur van de wet:

Hfdst. 1: begrippen die gelden voor de hele wet
Hfdst. 2: raamwerk
Hfdst. 3: box I: inkomen uit werk en woning
Hfdst. 4: box II: inkomen uit aanmerkelijk belang
Hfdst. 5: box III: inkomen uit sparen en beleggen
Hfdst. 6: persoonsgebonden aftrek
Hfdst. 7: buitenlandse belastingplicht
Hfdst. 8: heffingskorting
Hfdst. 9: wijze van heffing
Hfdst. 10: aanvullende regelingen

De volgende vragen moet je jezelf altijd stellen bij de verschillende soorten belastingen:

• Van wie wordt het geheven: het subject
• Waarover wordt het geheven: het object
• Hoeveel wordt geheven: het tarief
• In welke volgorde wordt geheven: alleen voor IB!
• Op welke wijze wordt geheven: aanslag of aangifte?

, lOMoARcPSD|383 406 3




Het subject: art. 1.1: Natuurlijke personen
-Binnenlandse belastingplichtigen: art. 2.1a
-Buitenlandse belastingplichtigen: art. 2.1b

Het object: art. 2.3: 3 categorieën inkomen/boxen:
-Belastbaar inkomen uit werk en woning
-Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang
-Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

-> Hoe worden deze bepaald?: art. 2.4

Tarief:
-art. 2.10: Inkomen uit werk en woning (progressief tarief)
-art. 2.12: Inkomen uit aanmerkelijk belang (22% of 25%)
-art. 2.13: Inkomen uit sparen en beleggen (30%)

In welke volgorde?: art. 2.14: in de volgorde van de hoofdstukken

Op welke wijze wordt geheven?: Art. 9.1: Aanslagbelasting


Sommige begrippen in de wet-IB staan schuingedrukt, dat betekent dat er ergens in de wet
een definitie staat van dit begrip.
-> Staat dit begrip in hoofdstuk 1? – Dan geldt dit voor de gehele wet
-> Staat dit begrip in een ander hoofdstuk dan 1? – Dan geldt dat begrip alleen voor
dat hoofdstuk of die afdeling


Het boxensysteem:
-Per box moet je het belastingbedrag bepalen
-Elke box heeft eigen regels voor het bepalen van het inkomen en eventuele
aftrekposten -Verliesrekening tussen boxen is niet mogelijk -Elke box heeft een eigen
structuur
-Box 1 (werk en woning): progressief tarief
-Box 2 (aanmerkelijk belang): 22/25%
-Box 3: 30%

Berekening IB:
1. Inkomen en belasting per box uitrekenen (2.3, 2.4 IB)
2. Berekende belasting box 1, 2 en 3 optellen (2.7 IB)
3. Op belastingbedrag heffingskortingen in aftrek brengen
• art. 2.7, lid 1 en art. 8.1 e.v.
4. Eventuele voorheffingen in aftrek brengen (betaalde loonbelasting of dividendbelasting):
art. 15 AWR en 9.2 IB
5. Resteert: de verschuldigde IB

Verschil persoonsgebonden aftrek en heffingskorting?
Persoonsgebonden aftrek: komt op mindering van het betaalbaar inkomen (art. 3.1 lid 2, art. 4.12,
art. 5.1 wet-IB). Volgorde: art. 6.2 wet-IB: Box 1, box 3, box 2.
Heffingskorting: komt op mindering van de te betalen belasting (art. 2.7 lid 1 wet-IB)

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper summaryking. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd