Fiscaal recht
Probleem 1
1. Wat betekenen de volgende begrippen?
Voorheffing Drukt uit dat belasting vooraf wordt geheven als een soort voorschot.
Komt veel voor bij loonbelasting en dividendbelasting.
Art. 15 AWR jo. 9.2 IB
Inhoudingsplichtige Wordt als term gebruikt voor rechtssubjecten die voor de inning van
belasting die formeel niet door henzelf, maar door anderen
verschuldigd is, moeten zorgdragen.
vb werkgever
Belastingplichtige Persoon die volgens de overheid verplicht is belasting te betalen.
Deze persoon kan een natuurlijk persoon zijn (particulier) of een
rechtspersoon (onderneming).
Een belastingplichtige is verplicht om direct belasting te betalen
door middel van belastingaangifte.
Art. 2.1 jo. 1.1 IB
Heffingskorting Korting op in de inkomstenbelasting en premies
volksverzekeringen
2. Wat is het verschil tussen aanslagbelasting en aangiftebelasting?
Aanslagbelasting Heffing bij wege van aanslag
Aangiftebelasting Heffing bij wege van voldoening of afdracht op aangifte
Indirecte belasting: Indirecte belastingen zijn belastingen op goederen en diensten, zoals
omzetbelasting, accijnzen en invoerheffingen. Indirecte belasting worden ook wel een
kostprijsverhogende belastingen genoemd en zijn de tegenhanger van de directe
belastingen
Directe belasting: Belastingen op inkomen, winst en vermogen, die direct bij een
handeling worden ingehouden.
vb de Belasting Toegevoegde Waarde (btw)
Aanslagbelastingen
o De materiële belastingschuld wordt geformaliseerd door de inspecteur door
middel van een aanslag (art. 11 lid 1 AWR)
o Inspecteur kan van de aangifte afwijken en heeft in bepaalde gevallen geen
aangifte nodig om aanslag op te kunnen leggen → ambtshalve aanslag (art.
11 lid 2 AWR)
Hierbij moet de hoogte van de aanslag door de inspecteur naar redelijk inzicht
worden vastgesteld
, lOMoARcPSD|383 406 3
o De inspecteur heeft gedurende 3 jaar na het ontstaan van de materiële
belastingschuld de mogelijkheid een aanslag vast te stellen. Deze kan worden
verlengd op verzoek van belastingplichtige (art. 11 lid 3 AWR)
o Een te laat opgelegde aanslag is vernietigbaar, niet nietig
o Bij een belasting die per tijdvak (kalenderjaar) wordt geheven begint de termijn te
lopen bij het eind van het tijdvak (art. 11 lid 4 AWR)
o De inspecteur wordt daarbij geacht de aangifte van de belasting- of
inhoudingsplichtige te hebben bezien. Als achteraf blijkt dat de aanslag tot een lager
bedrag is vastgesteld dan de belastingplichtige materieel verschuldigd is, dan kan de
inspecteur een navorderingsaanslag opleggen (art. 16 AWR)
- Tijdstipbelastingen: Het tegenovergestelde van een tijdvakbelasting is een
tijdstipbelasting. Dit zijn belastingen die afgedragen moeten worden tijdens een
gebeurtenis. Zo moet overdrachtsbelasting worden betaald op het moment dat
een woning gekocht wordt.
- Tijdvakbelastingen: Bij een tijdvakbelasting kan de belastingschuld pas worden
bepaald na het einde van de periode waarin de organisatie of persoon belasting
verschuldigd is. Bij het invullen van de aangifte inkomstenbelasting (IB) moet het
verzamelinkomen over een heel jaar worden ingevuld. Dit betreft een
tijdvakbelasting.
Aangiftebelastingen
o De materiële belastingschuld wordt geformaliseerd door de
belastingplichtige die zelf aangifte doet, of door de
inhoudingsplichtige, zoals werkgever (art. 19 AWR)
o De belastingplichtige draagt op aangifte een bedrag af ter delging van de door hem
berekende materiële belastingschuld
o In dit systeem zijn er geen door de inspecteur vastgestelde aanslagen, alleen
gedane aangiften en ‘spontane’ betalingen
o De hoogte van de periodieke voldoening/afdracht op aangifte wordt door de
Belastingdienst op dat moment niet/nauwelijks gecontroleerd, behalve dat wordt
bijgehouden of de aangegeven bedragen zijn ontvangen
o Als blijkt dat er te weinig belasting is afgedragen, dan kan de inspecteur alsnog
een naheffingsaanslag opleggen
- Aftrekbelasting
- Voldoeningsbelasting
o Bij ondernemingen wordt periodiek een deelonderzoek ingesteld, waarbij loon- en
omzetbelasting onderzocht worden. Als dan blijkt dat er te weinig belasting is
betaald, kan er een naheffingsaanslag worden opgelegd (art. 20 AWR)
- Binnen 5 jaar
- Niet het vereiste van ‘nieuw feit’
Voor beide belastingen geldt dat de inspecteur aan degene die vermoedelijk belasting- of
inhoudingsplichtig is een aangiftebiljet kan uitreiken (art. 6 AWR). De persoon die dit
aangiftebiljet dan ontvangt dient aangifte te doen (art. 8 lid 1 AWR)
Als men geen uitnodiging heeft gekregen tot het doen van aangifte, dan moet diegene
zelf vragen om een aangiftebiljet (art. 6 lid 3 AWR jo art. 2 en 3 Uitvoeringsregeling
AWR)
,
,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper summaryking. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.