100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 4 samen met werkgroep uitwerkingen deeltijd €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 4 samen met werkgroep uitwerkingen deeltijd

 4 keer bekeken  1 keer verkocht

Inleiding fiscaal recht (RR107): College aantekeningen 1 t/m 4 samen met werkgroep uitwerkingen deeltijd

Voorbeeld 4 van de 61  pagina's

  • 25 april 2021
  • 61
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (82)
avatar-seller
summaryking
lOMoARcPSD|383 406 3




HC 1: Algemene introductie, inleiding inkomstenbelasting, winst uit onderneming
Waarom heft de overheid belastingen? Functies van belastingheffing:
- Budgettair (financieringsfunctie): is omdat de overheid inkomsten nodig heeft om
de overheidsuitgaven te financieren, dus: ter bekostiging van overheidsuitgaven.
- Inkomensherverdeling (inkomensbeleid): tussen personen, personen en bedrijven, generaties
(mensen boven 65 betalen minder premies volksverzekeringen bijvoorbeeld).
- Instrumenteel (regulerende functie): sturen van gedrag van burgers en ondernemingen ten
behoeve van beleidsdoelstellingen bijv. op het gebied van economie, milieu (zwaardere belasting op
vervuilende auto’s), gezondheid (accijnzen), kunst en cultuur (fiscalisten: nevendoelstellingen) te
realiseren. Op dit moment discussie over.

Definitie ‘belastingen’
Verschil leges (bijv. bij paspoort) en belasting: belasting is verplicht om te betalen, kan worden
afgedwongen. Daarnaast is bij belasting geen directe tegenprestatie, bij leges wel: nl. je paspoort.
Verschil boete en belasting: boete is een straf, belasting is geen straf.
Verschil roof en belasting: Een belasting is gebaseerd op een wet.
- Materiële definitie van belastingen: Gedwongen financiële bijdragen van burgers en bedrijven aan
de overheid zonder individuele tegenprestatie, ter financiering van collectieve uitgaven die geheven
worden volgens democratisch tot stand gekomen regels (belastingwetten en –verordeningen).
- Formele definitie van belastingen: belasting is elke heffing die door de wet zo wordt genoemd
(legaliteitsbeginsel). Is wel belangrijk, omdat als iets een belasting wordt gedefinieerd, dan moet dat
wel op grond van de wet (104 Gw). De regering kan niet zomaar een belasting invoeren,
toestemming volksvertegenwoordiging is nodig → waarborg burger.
- Belang: art. 104 Gw: belastingen mogen slechts uit kracht van een wet worden
geheven (legaliteitsbeginsel).

Directe belastingen: belastingen die feitelijk drukken op degene van wie ze worden geheven
(venn bel, ink bel).
Indirecte belastingen: drukken op iemand anders dan degene die de belasting betaald
(btw/omzetbelasting: op ondernemers, maar ondernemers berekenen die door aan hun prijzen,
dus consumenten betalen eigenlijk, maar belastingplichtige is de ondernemer).
IB een negatief bedrag op Miljoenennota 2014? Eerste reden is: de voorheffingen. De loonbelasting
wordt in 9.2 Wet IB aangewezen als voorheffing op de inkomstenbelasting. Alle wn’ers over hun
loon als over de loonbelasting hebben betaald → die in mindering brengen op IB. Daarom levert IB
weinig op. In IB zitten ook allerlei aftrekposten (hypotheekrenteaftrek). Werknemers die al
loonbelasting belasting hebben betaald, vervolgens bij de IB een teruggave krijgen. Dus de plus zit je
in de loonbelasting en de teruggave zie je terug in de IB. Daarom IB negatief.

Wijzen van belastingheffing, twee manieren, onderscheid wie de materiële belastingschuld vaststelt:
1) Aanslagbelastingen: belastinginspecteur stelt materiële belastingschuld vast door middel van
een aanslag (art. 11 AWR) (vaak op basis van door de belastingplichtige in aangifte aangeleverde
gegevens) (aangifte = hulpmiddel voor de inspecteur om de belastingschuld vast te stellen)
2) Aangiftebelastingen: belastingplichtige/inhoudingsplichtige stelt zelf de mat belastingschuld
vast in aangifte en betaalt deze belasting (art. 19 AWR). Wordt meer kennis van belastingplichtige
verwacht.
- In de materiële belastingwet staat de wijze van heffing. Uittreksel Waterwet art. 7.10: ‘bij wege van

, lOMoARcPSD|383 406 3




aanslag’. Aanslagbelasting: dus de inspecteur stelt de belasting vast.
Art. 14 Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994: ‘De belasting moet op aangifte worden voldaan.
Aangiftebelasting, dus belastingplichtige doet aangifte en betaalt zijn belasting.
Dus:
→ In materiële wet: aanslagbelasting of aangiftebelasting?
→ art. 11/19 AWR: vertelt hoe de heffing verloopt.

Te weinig belasting geheven
Wat dan? Nadrukkelijk onderscheid aangifte- en aanslagbelastingen. Bij de aanslagbelastingen is het
uitgangspunt dat de inspecteur al een keer heeft gekeken en dan aanslag vaststellen. Van de
inspecteur mag dan ook een zekere zorgvuldigheid worden geëist bij het vaststellen van de aanslag
(beginsel van behoorlijk bestuur), want volgens het rechtszekerheidsbeginsel moet de
belastingplichtige er toch vanuit kunnen gaan dat als hij die aanslag krijgt en betaalt dat dan de
belastingschuld is voldaan en niet later wordt geconfronteerd met een bedrag dat achteraf moet
worden betaald. Als toch blijkt dat de aanslag te laat is vastgesteld, dan art. 16 AWR: onder bepaalde
voorwaarden kan er worden nagevorderd (dwz: alsnog een hogere aanslag worden opgelegd).
Aanslagbelastingen: navordering, art. 16 AWR. Voorwaarden art. 16 AWR zijn echter wel heel
restrictief. Alleen indien:
- er moet sprake zijn van een nieuw feit: een feit dat de inspecteur niet kon weten
- te kwader trouw belastingplichtige: zelfs geen nieuw feit, maar wel te kwader
trouw belastingplichtige, dan mag inspecteur toch hogere aanslag vaststellen
- ook kan worden nagevorderd als er sprake is van een redelijkerwijs kenbare fout (art. 16 lid 2
onderdeel c). Daar is in ieder geval sprake zijn als aanslag 30% lager is dan hij zou moeten zijn (lid
2). Dan mag inspecteur dus alsnog een hogere aanslag vaststellen, ook al is er geen sprake van een
nieuw feit of een te kwader trouw belastingplichtige.
- wel binnen een termijn navorderen (want rechtszekerheid!): art. 16 lid 3 en lid 4 AWR. 5 jaar
voor binnenlandse gevallen en 12 jaar voor buitenlandse gevallen.
Bij aangiftebelastingen (belastingplichtige stelt zelf vast wat de belastingschuld is, aangifte doet en
meteen betaalt): Hier heeft de inspecteur natuurlijk nog nooit gekeken naar de belastingschuld.
Voor naheffing dus geen eisen voor de inspecteur (art. 20 AWR). Geen aanvullende eisen, maar de
inspecteur moet wel binnen 5 jaarstermijn naheffen: art. 20 lid 3 AWR.
Dus: bij aanslagbelastingen veel voorwaarden, bij aangiftebelasting alleen redelijke termijn.

Machtsmiddelen van de belastingdienst
- Verplichtingen belastingplichtigen: aangifte doen (art. 8 AWR), informatieverplichtingen (art. 47
e.v. AWR), toegang verlenen (art. 50), administratieplicht (bedrijven: boekhouding voeren, maar ook
inlichtingen over derden verstrekken op aanvraag van de BD. Bijv. bank gegevens verstrekken van
rekeninghouders.) (art. 53a). artsen, dominees, advocaten hoeven dit niet. Accountants wel.
- Belastingadviseurs geen formeel verschoningsrecht, wel informeel verschoningsrecht
mbt correspondentie met cliënt.
- Niet voldoen aan verplichtingen:
→ omkering bewijslast: zeer effectief bij aanpakken drugshandelaren. Normaal bij belastingrecht
vrije bewijsleer: belastinginspecteur moet het aannemelijk maken als hij zegt dat het inkomen
hoger is dan opgegeven in de aangifte, de belastingplichtige moet aannemelijk maken als hij meer
aftrekposten heeft en op het moment dat je dus niet aan je informatieverplichting hebt voldaan en
niet je aangifte juist hebt ingevuld en de bewijslast wordt omgekeerd, hoeft de inspecteur sowieso

, lOMoARcPSD|383 406 3




niks meer te doen en moet de belastingplichtige bewijzen dat inkomen niet heeft gehad en het is
vrijwel onmogelijk om te bewijzen dat je dat inkomen niet hebt gehad, want je kunt het hebben
uitgegeven. Meestal bij omkering bewijslast dus einde verhaal voor belastingplichtige, dan boete
(zie hieronder) (art. 25, 27e AWR),
→ bestuurlijke boete: art. 67a ev AWR of vergrijpboete (art. 67d AWR: opzet of grove
schuld noodzakelijk),
→ strafrechtelijke sancties (art. 68 ev AWR).

Materiële belastingrecht: Structuur van de Wet IB 2001
Verschillende soorten regimes. Voordeel: structuur van de wet is vrij goed gemaakt.
H. 1: begrippen die gelden voor de hele wet (een definitie in Wet IB 2001 is altijd italic gedrukt)
H. 2: raamwerk
H. 3: box I: inkomen uit werk en woning
H. 4: box II: inkomen uit aanmerkelijk belang
H. 5 box III: inkomen uit sparen en beleggen
H. 6: persoonsgebonden aftrek: aftrekposten (alimentatie, giftenaftrek, aftrek vanwege bezit
monumentenpand: deze zijn niet aan een inkomensbestanddeel toe te rekenen! Dus niet toe te
rekenen aan een box I (progressief tarief: hoe hoger het inkomen, hoe meer u betaalt), II of III!
Hebben ook niks te maken met inkomensverwerving, maar de wetgever vond het belangrijk daar
toch rekening mee te houden, vanwege: draagkrachtbeginsel, giften zijn belangrijk. De
aftrekposten komen dan in mindering op verschillende boxen (art. 6.2). leveren meeste rendement
op de belastingplichtige: in eerste instantie op box I, want dat het hoogste tarief, vervolgens in
mindering op box III, omdat box III een tarief een tarief van 33% heeft: art. 2.13 en daarna pas box
II, want 25%.)
H. 7: buitenlandse belastingplicht
H. 8: Heffingskortingen: kortingen op de te betalen belastingen, aftrekpost op de te betalen
belastingen = neutraal ten opzichte van het inkomen dat je hebt, omdat het niet meer er vanaf hangt
in welk tarief je valt.
H. 9: wijze van heffing
H.10: aanvullende regelingen

Wet IB 2001: Kernpunten
- Van wie wordt belasting geheven? (subject): staat altijd aan het begin van een wet! Art. 1.1 jo. 2.1
a en b: natuurlijke personen die binnenlandse of buitenlandse belastingplichtigen zijn.
- Waarover wordt belasting geheven? (object): art. 2.3 Wet IB: drie categorieën inkomen. Hoe
wordt het object bepaald? Zie art. 2.4 Wet IB → geeft een routebeschrijving.
- Hoeveel wordt belasting geheven? (tarief): art. 2.10, 2.12 (22% alleen dit jaar, na 31 dec weer 25%),
2.13 (→proportioneel tarief. Daar tegenover degressief tarief: naarmate meer verbruik energie,
hoe lager de belasting zal zijn, is bij energiebelasting bijvoorbeeld het geval voor bedrijven.)
- In welke volgorde wordt belasting geheven? Inkomensbestanddeel dat onder meerdere
hoofdstukken/artikelen kan vallen. Welke gaat dan voor? Art. 2.14 Wet IB 2001: welk artikel het
eerste in de wet is opgenomen, dat is de wijze waarop het wordt belast en dan wordt het niet meer
belast door het latere artikel. Deze vraag is uniek voor de Wet IB 2001.
- Op welke wijze wordt belasting geheven? Art. 9.1: de IB is een aanslagbelasting. De inspecteur
stelt dus de IB vast (daarbij gebruik makend van de aangifte) en dat betekent dat de vereisten voor
navordering gelden als de aanslag te laag is geweest.

, lOMoARcPSD|383 406 3




Boxen-systeem
- Per box belastingbedrag bepalen (art. 2.7), want u heeft eerst berekend wat het belastbaar
inkomen is, dan moet op ogv 2.10, 2.12 en 2.13 het tarief er op loslaten en dat betaal je als
belasting en het gezamenlijke bedrag van die belastingen is de verschuldigde IB.
- Daarbij is van belang dat iedere box eigen regels heeft voor het bepalen van het inkomen en
evt. aftrekposten.
- Elke box heeft een eigen tarief(structuur): box 1 (progressief), box 2 (25%, in 2014 tijdelijk 22% tot €
250.000. mag niet uitgaan van 25% in uitwerkingen!), box 3 (30%), zie art. 2.10, 2.12 en 2.13.
- Geen verliesrekening tussen boxen: dus als iemand in box 1 een negatief inkomen heeft, dan kan
hij dat niet verrekenen met een positief inkomen in box 3. Je kunt wel binnen een box inkomen
verrekenen (negatief inkomen met een positief inkomen verrekenen) in box I.

Berekening verschuldigde IB (LET OP DE JUISTE VOLGORDE!): Strikte volgorde:
1. Inkomen en belasting per box uitrekenen (2.3, 2.4 IB)
2. Berekende belasting box 1, 2 en 3 optellen (2.7 IB)
2. Op totaalbedrag heffingskortingen in aftrek brengen: art. 2.7 lid 1 en art. 8.1 e.v.
4. Eventuele voorheffingen in aftrek brengen (betaalde loonbelasting of dividendbelasting): art. 15
AWR en 9.2 IB. Voorheffingen worden door de wet bepaald.
5. Resteert: de verschuldigde IB.

Factoren bij verschuldigde belasting: verschuldigde belasting = tarief x grondslag
Tendens laatste jaren:
- tariefsverlagingen
- grondslagverbredingen (schrappen aftrekposten)
- streven naar meer belasting op consumptie (BTW-verhoging) en minder belasting op inkomen,
want anders is er weinig streven om te gaan werken, dus door belasting op inkomen te verlagen, kun
je wel nog belasting heffen via de consumptie.

Wie geniet winst uit onderneming?
Waar staat het in de wet? 2.3, 2.4, 3.1: vertelt u precies welke inkomens die in box I worden belast
- art. 1.1 IB: natuurlijk persoon
1. art. 3.2 ondernemer
- art. 3.4: voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks
wordt verbonden voor verbintenissen betreffende de onderneming
2. Art. 3.3: Medegerechtigden tot het vermogen van een onderneming, niet zijnde ondernemers
of aandeelhouders (De BV geniet winst uit onderneming, niet de aandeelhouder(s)!)

Art. 3.4: Het begrip onderneming
Vier kenmerken voorvloeiende uit de jurisprudentie:
- duurzame
- organisatie van kapitaal en arbeid (afhankelijk van soort onderneming hoe omvangrijk)
- met behulp waarvan door deelname aan het economisch verkeer (bijv. bij moeder schoonmaken
niet, want je moet naar buiten treden als deelnemend aan het economisch verkeer)
- wordt beoogd winst te behalen (subjectief beoogd & objectief te verwachten)

Krijgt sneller met BTW (Omzetbelasting) te maken
Voor de BTW ben je al vrij snel een onderneming, terwijl je dat voor de IB dat niet zo snel zal zijn

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper summaryking. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd