lOMoARcPSD|383 406 3
Inhoud
W.L. Felstiner, R.L. Abel & A. Sarat, ‘The Emergence and Transformation of Disputes: Naming, Blaming, Claiming’,
Law and Society Review 1980/1981, vol. 15, nr. 3-4, p. 631-654; ................................................................................... 1
M. Galanter [over one shotters en repeat players], ‘Why the "Haves" Come out Ahead: Speculations on the Limits
of Legal Change’, Law and Society Review 1974, vol. 9, nr. 1 .......................................................................................... 2
M. Hildebrandt, ‘Wetenschap in recht en rechtswetenschap. Reactie op ‘Sickesz vs. De Vereniging tegen de
Kwakzalverij’ van E.G.C. Rassin’, Expertise en Recht 2008, afl. 1, p. 9-12 ....................................................................... 3
A. Hoekema, ‘Onderhandelend bestuur’, Recht der werkelijkheid 1994, p. 97-112 ...................................................... 4
N. Holvast, ‘Wie neemt daadwerkelijk de beslissingen binnen de rechtbanken? De betrokkenheid van juridisch
ondersteunend personeel in de rechterlijke besluitvorming’, NJB 2017, afl. 33, p. 2379-2385 .................................... 5
P.G. Korrel & O.W.M. Kamstra, Sociaal Wetenschappelijke en Juridische Methodologie, Amsterdam 1991
(fragmenten) ........................................................................................................................................................................ 6
E. van de Luygaarden, ‘To be or not to be. Over hbo-juristen, (g)een toga en wat ze eigenlijk zouden moeten doen’,
Ars Aequi 2008, p. 912-916; ................................................................................................................................................ 7
P. Mascini en E. van Wijk, ‘‘Vis ruikt nou eenmaal zo’. Responsive regulation door de Voedsel en Waren Autoriteit’,
Tijdschrift voor Criminologie 2008 vol. 50, afl. 2; .............................................................................................................. 9
S.F. Moore, ‘De rol van het 'semi-autonoom sociaal veld' bij de sociale werking van het recht, in: J. Griffiths (red.),
De sociale werking van recht. Een kennismaking met de rechtssociologie en rechtsantropologie, Nijmegen: Ars
Aequi Libri 1996, p. 137-145 en 156-159 ......................................................................................................................... 10
R. Pieterman, De voorzorgcultuur: verschillende manieren van omgaan met schade en schande. Den Haag: Boom
Juridische Uitgevers 2008. (NB vooral de hoofdstukken drie en vier) ........................................................................... 11
R. Pieterman, Rechtssociologische Inzichten. Rotterdam: Donner Boekhandel 1998 ................................................. 12
R. Pieterman, J. Hanekamp & L. Bergkamp, ‘Onzekere voorzorg bedreigt rechtszekerheid’, NJB 2006, afl. 1, p. 2-8.
13
E. Rassin, ‘Sickesz vs. De Vereniging tegen de Kwakzalverij. Een illustratie van het belang van integratie van de
empirische wetenschap in de rechtsgeleerdheid’, Expertise en Recht 2008, afl. 1, p. 3-8 .......................................... 15
Smit, ‘Het normatieve karakter van de rechtswetenschap: recht als oordeel’, Netherlands Journal of Legal
Philosophy 2009, vol. 3, p. 202-225.................................................................................................................................. 16
W.S.R. Stoter & N.J.H. Huls, ‘Nabeschouwing en conclusies’, Onderhandelend wetgeven: een proces van geven en
nemen, Sdu 2003, p. 93-108 ............................................................................................................................................. 17
W.S.R. Stoter & N.J.H Huls, ‘Samenvatting en Conclusie, Regeldruk, Den Haag: Boom Juridisch uitgevers 2006, p. 1-
8 en 167-178....................................................................................................................................................................... 18
R. Susskind, Hoofdstukken 1, 2, 4, 9, 11 en 12, Tomorrows Lawyers: An introduction to your future. Oxford: Oxford
University Press 2017 ........................................................................................................................................................ 24
M. ter Voert & C. Klein Haarhuis, ‘Waarom schakelen burgers (geen) rechtshulp in?’, Recht der Werkelijkheid
2017, afl. 1, p. 24-46; ......................................................................................................................................................... 25
J. Vranken & E. Henderickx, ‘Hoofdstuk 5: Werkwijzen en werktuigen. Over sociologische onderzoeksmethoden en
onderzoekstechnieken’, Het speelveld en de spelregels. Een inleiding in de sociologie, Uitgeverij Acco 2008 ........ 26
1
, lOMoARcPSD|383 406 3
W.L. Felstiner, R.L. Abel & A. Sarat, ‘The Emergence and Transformation of Disputes:
Naming, Blaming, Claiming’, Law and Society Review 1980/1981, vol. 15, nr. 3-4, p. 631-
654;
Geschillen zijn geen dingen maar sociale constructies.
Zorgen, problemen, persoonlijke en sociale ontwrichting zijn dingen die iedere dag voorkomen. Toch wordt het
tolereren hiervan zelden bestudeerd. Het tolereren hiervan kan betekenen dat het voelt als falen bij degene
die beschadigd is.
Er is een onderscheid gemaakt tussen unperceived injurious experience (unPIE) en perceived injurious experience
(PIE). Voor een geschil is het belangrijk dat er een overgang plaatsvindt van unPIE naar PIE om actie te nemen.
Lastig is om na te gaan wat de definitie van beschadigd is. Dit vat ieder individu namelijk anders op. Nadat iets als
schade gezien wordt, moet men een klacht of iets dergelijks indienen. Dit gebeur door de schuld bij de ander te
leggen. Het beschadigde persoon moet zich te kort gedaan voelen en moet geloven dat er iets gedaan moet
worden als reactie op de schade.
De derde fase is de fase waar er gevraagd wordt om een schade vergoeding bij iemand. Dit heet claiming. En
claim veranderd in een geschil indien het vergoeden is afgewezen. Dit hoeft niet persé uit de woorden te vloeien.
Om ergens een klacht van te maken moet er eerst een verandering optreden in de situatie, zodat iemand het
niet meer prettig vind. Dit kan verschillende manieren:
Veranderen van de gevoelend van iemand;
o Eerst was iets geaccepteerd en nu niet
meer Het gedrag is plotseling opgetreden.
Binnen een geschil zijn er verschillende soorten partijen. Natuurlijk heb je de 2 tussen wie het geschil afspeelt,
maar daarnaast heb je ook nog het sociale leven van iemand wat van invloed is, de status en geschiedenis met
vorige conflicten.
Iemand moet ook beslissen of het hem waard is hier conflict van te maken.
2
, lOMoARcPSD|383 406 3
M. Galanter [over one shotters en repeat players], ‘Why the "Haves" Come out Ahead:
Speculations on the Limits of Legal Change’, Law and Society Review 1974, vol. 9, nr. 1
De vraag in dit onderzoek is: onder welke omstandigheden kan procesvoering herverdeeld worden. Hierbij is
het rechtssysteem onderverdeeld in de volgende 4 elementen:
1. Regels;
2. Rechtbanken;
3. Advocaten;
4. Procespartijen.
Door het verschil in grote, recht en middelen hebben sommige actoren meer mogelijkheden tot het treden tot de
rechter dan andere. Deze actoren worden dan ook opgesplitst in one-shotters (OS) en repeat players (RP). OS gaat
zeer weinig naar de rechter, terwijl een RP dit geregeld doet. Bij een OS kan je denken aan een individu die in
verband met een schade claim naar de rechter gaat, terwijl een RP een groot bedrijf is met veel crediteuren van
wie ze nog geld terug krijgen. Daarnaast kan het voor een OS zo’n klein bedrag zijn waarvoor ze naar de rechter
stappen dat de kosten horen zijn dan de opbrengst, dit is bij een RP vrijwel nooit het geval.
Een RP kent de volgende definitie: een eenheid dat regelmatig te maken krijgt met procesvoering, lage inzetkosten
heeft en de middelen heeft een lange procedure aan te gaan. Een OS is een eenheid die te grote claims of te kleine
claims heeft.
De volgende voordelen kunnen verwachte worden aan de kant van een RP:
- Voorsprong in kennis;
- Ontwikkelen van expertise en toegang tot specialisten;
- Mogelijkheden tot het ontwikkelen van informele relaties met rechtelijke instituties;
- Hij moet zich voordoen als een strijder;
- Ze spelen in op hun kansen;
- Invloed uitoefenen op rechtsregels (jurisprudentie);
- Invloed uitoefenen op de regels van de procedure;
- Beter beeld welke regels zij moeten toepassen;
- Kunnen beter investeren in de benodigde middelen;
Er is veronderstelt dat OS relatief onverschillig zijn tegenover de uitkomst van regels in bepaalde zaken. Je zou
verwachten dat dit afhankelijk is van de bevolking. Dit kan dan weer de positie van een OS en RP beïnvloeden.
Dit kan onderscheidde worden in:
- Bereidheid tot officieel oplossingsmogelijkheid;
- Hoge waardering voor de officiële regels.
vs OS RP
OS Box 1 Box 2
Echtgenoot vs echtgenoot Postorder bedrijf vs consument
Buurman vs buurman Fiscus vs belastingplichtige
RP Box 3 Box 4
Consument vs bank Vakbond vs bedrijf
Huurder vs verhuurder Bedrijf vs overheid
Horizontale as → eiser
Verticale as → verweerder
Box 1
Bestaat meestal uit scheidingen. De claims zijn meestal onomstreden. Meestal is het met een schikking opgelost.
3
, lOMoARcPSD|383 406 3
Box 2
In deze box valt vrijwel alles, tenzij de persoonlijke schadezaken en scheidingen. Het is vooral routinematig werk.
Box 3
OS is vooral uit op geld door de schadeclaims die hij indient.
Box 4
Er zullen vrij weinig claims zijn van een RP tegen een RP. Zij zullen geschillen vooral buiten de rechter oplossen.
Advocaten zijn RPs. We kunnen aannemen dat een groot bedrijf die vaker rechtshulp nodig heeft, in grotere
zaken een betere service zal verwachten. Ze zullen een relatie onderhouden met het kantoor en al hun zaken
daar afhandelen.
Specialisten kunnen onderscheiden worden in zij:
- Die zijn gespecialiseerd in een rechtsgebied;
- Die zijn gespecialiseerd in een bepaald soort rechtbank;
- Die in zowel een rechtsgebied als rechtbank gespecialiseerd zijn.
Er zijn 4 types voor het hervormen van ongelijkheid:
1. Veranderen van de regels;
2. Uitbreiden van de juridische instanties;
3. Verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de rechtshulp;
4. Verbeteren van de positie van OS.
4