Samenvatting boek medisch teamwork
Inleiding
CRM heeft tot doel menselijke fouten te voorkomen of de gevolgen ervan te
beperken.
Voor CRM wordt vaak de volgende definitie gebruikt: ‘Het gebruiken van alle
aanwezige bronnen, zoals informatie, apparatuur en mensen, voor het bereiken van
een veilige en efficiënte vlucht.’
CRM omvat teamtraining, gebruik van simulaties, interactieve groepsgesprekken,
specifieke procedures of werkafspraken en het continu verbeteren van de individuele
en teamprestaties.
In de gezondheidszorg is CRM voor het eerst geïntroduceerd in de Verenigde Staten.
De aanbeveling voor het breed toepassen van CRM in het fameuze rapport ‘To err is
human’ van het Institute of Medicine heeft sterk bijgedragen aan de groei van CRM in
de gezondheidszorg.
De trainingen worden door de deelnemers in hoge mate gewaardeerd en hebben een
positief effect op houding en gedrag ten aanzien van CRM. Ook heeft CRM een
positief effect op de tevredenheid van medewerkers. Bewijs voor de effecten van
CRM op de uitkomsten van zorg is momenteel slechts beperkt beschikbaar.
Desondanks maakt CRM een grote opmars in de gezondheidszorg.
Menselijke factoren: normale menselijke beperkingen rond informatieopname- en
verwerking, perceptie en miscommunicatie, spelen een rol bij het ontstaan van
fouten.
Situatiebewustzijn: de juiste perceptie van de werkelijke situatie is cruciaal voor het
nemen van de juiste beslissingen en daaropvolgende handelingen. Samenwerken,
omgaan met stress, leiderschap en communicatie zijn belangrijke factoren die het
situatiebewustzijn kunnen beïnvloeden.
CRM wordt op het niveau van respectievelijk de organisatie, het team en de
professional uitgewerkt.
1. Op het niveau van de organisatie speelt naast management, procesinrichting en
supervisie met name de organisatiecultuur een belangrijke rol. In een open
cultuur, waarin vrijelijk fouten kunnen worden geanalyseerd en besproken, kan
meer van fouten worden geleerd.
2. Op het niveau van het team staan communicatie en leiderschap centraal. Zowel
de zender als ontvanger van informatie kan bijdragen aan oorzaken van en
oplossingen voor miscommunicatie. Leiderschap is van belang om passend bij
een situatie overzicht te houden, taken te coördineren, en mensen aan te sturen,
zodat goed kan worden samengewerkt.
3. Op het niveau van de professional staat de rol van het individu in een team
centraal. Omgaan met stress, verschillen in persoonlijkheid, het beter begrijpen
van menselijke interacties en het herkennen van en omgaan met gevaarlijke
houdingen komen aan bod.
4 onderdelen CRM:
Individu, team, organisatie en situatiebewustzijn.
,Hoofdstuk 1: menselijke factoren en patiënten veiligheid
1.1 inleiding
In relatie tot patiëntveiligheid wordt het begrip ‘menselijke factoren’ gebruikt om aan
te geven dat de cognitieve mogelijkheden van mensen grenzen kennen die tot
onveiligheid kunnen leiden als er in de hoog complexe zorgomgeving geen rekening
mee wordt gehouden.
Daarnaast gaat het ook om de interactie tussen mens en (medische) technologie.
Nieuwe technologieën zijn soms foutgevoelig omdat zij onvoldoende rekening
houden met het functioneren van de mens
1.2 De invloed van cognitieve factoren op ons functioneren
Een mentaal model is de weergave in je hoofd van iets wat eerder heeft
plaatsgevonden en hoe je ermee bent omgegaan.
Een mentaal model bestaat uit informatie die je door ervaring hebt geleerd en wordt
in werking gezet door specifieke informatie ontvangen via de zintuigen. Deze
activerende informatie is onderdeel van het mentaal model
Een mentaal model is meestal onvolledig. Daarom spreken we van een naïef model.
Echter, hoe vaker je een taak uitvoert, hoe completer het mentale model wordt.
Het mentale model van een expert is dan ook uitgebreider dan het mentale model
van iemand met minder ervaring.
Echter, een gedetailleerd mentaal model heeft ook nadelen. Door een gedetailleerd
mentaal model ben je geneigd om snel conclusies te trekken omdat je iets denkt te
herkennen. Deze verkorte beslisroutes kunnen leiden tot vooringenomenheid
waardoor soms te snel conclusies worden getrokken die achteraf niet waar of
onvolledig blijken te zijn.
‘satisfaction of search’, een veelvoorkomende valkuil tijdens het diagnostisch
redeneren. Het betekent dat je zo tevreden bent dat je iets gevonden hebt dat je niet
verder zoekt. De arts had wel het idee dat de patiënte een fractuur had, maar zodra
deze gevonden was, was de arts tevreden en heeft toen niet verder gezocht.
Het beeld dat je hebt van je omgeving op een bepaald moment heet
situatiebewustzijn. Dit zijn alle actieve mentale modellen, geactiveerd door informatie
die is opgenomen onder invloed van stress, vermoeidheid, interne doelstellingen et
cetera op een bepaald moment in de tijd.
1.3 Situatiebewustzijn
Mentale modellen vormen de basis voor situatiebewustzijn.
Situatiebewustzijn wordt onderverdeeld in drie niveaus:
1. De perceptie van de huidige situatie, waarbij een zo volledig mogelijk beeld wordt
verkregen van de huidige situatie;
2. De interpretatie van je waarneming, dat wil zeggen het interpreteren van de
informatie, onderkennen van patronen en begrijpen van de consequenties;
3. Op basis van niveau 1 en 2 kunnen anticiperen op de toekomst door te
voorspellen wat er zal gebeuren als een actie wel of niet wordt ondernomen – ‘als
ik dit wel of niet doe, welke gevolgen heeft dit dan voor later?
Situatiebewustzijn wordt beïnvloed door allerlei factoren: te veel of te weinig stress,
verschuiving van doelstellingen, activeren van onjuiste of onvolledige mentale
modellen, omgevingsfactoren, de interactie en communicatie met andere personen
en persoonlijke factoren.
, Een aantal belangrijke cognitieve factoren die invloed hebben op de manier waarop de mens
in zijn omgeving functioneert wordt hierna besproken.
Geheugen
o Er zijn beperkingen aan de hoeveelheid informatie die een mens kan
onthouden. Of we iets kunnen onthouden, hangt van verschillende aspecten
af.
o Echter, informatie die een betekenis heeft, is gemakkelijker te onthouden,
bijvoorbeeld wanneer een aantal van deze letters betekenis voor ons heeft,
zoals KLM-RIVD-NOS. = Dit noemt men ‘chunking’.
o Informatie die veelvuldig wordt herhaald of een sterke emotionele lading heeft,
zal worden verwerkt in ons langetermijngeheugen.
o Andere informatie kan worden opgehaald uit het geheugen door ‘cues’. Op
basis van informatie weet je het niet, maar als je bijv. de patiënt zelf ziet weet
de arts weer over wie het daadwerkelijk ging.
Aandacht
o Door aandacht te richten op relevante informatie wordt deze informatie
verwerkt zodat we deze kunnen onthouden en er iets mee kunnen doen.
o Het bewust richten van je aandacht op bepaalde elementen in de omgeving
heet het top-down sturen van de aandacht.
o Als onze aandacht wordt getrokken door stimuli in de omgeving, dan spreken
we van een bottom-up proces.
o In de praktijk is er sprake van een combinatie van top-down en bottom-up; we
richten onze aandacht doelgericht op bepaalde stimuli, maar tussendoor wordt
onze aandacht weggetrokken naar opvallende elementen in de omgeving.
Soms keren we terug naar de oorspronkelijke taak, maar soms is hetgeen
onze aandacht heeft getrokken dusdanig belangrijk dat we daarmee
verdergaan.
o Op beperkte informatie wordt een mentaal model geactiveerd en wordt door
het gebrek aan aandacht direct omgezet in een onvoldoende
situatiebewustzijn en navenant besluit. Bijv. medicatie op automatische piloot
uit de medicijnenkast pakken en minder aandacht op juiste middel en
dosering.
o Deze automatische handelingen gaan vaak mis omdat er te weinig aandacht
aan de handeling wordt besteed of omdat er geen of beperkte informatie komt
van anderen om een juist situatiebewustzijn te creëren.
Waarneming
o Waarneming is een cognitieve factor die ons voorziet van informatie die we
nodig hebben om een taak uit te voeren. We nemen onze omgeving waar in
een context, zodat we juist die informatie tot ons nemen die belangrijk is bij
het uitvoeren van een taak. Om dit zo goed mogelijk te doen, past ons brein
onze waarneming zodanig aan dat we onze omgeving kunnen begrijpen. Dit
betekent dat een tekort aan informatie moeiteloos door ons brein wordt
aangevuld en te veel informatie door ons brein wordt weggelaten.
1.4 de invloed van organisatorische factoren op ons functioneren
Een nadere analyse van incidenten laat vaak zien dat de oorzaak niet zozeer bij één
individu ligt, maar meer het gevolg is van onvoldoende communicatie en
samenwerking, een niet goed ingericht zorgproces of onverwachte afwijkingen van de
gebruikelijke situaties.