Dit is een samenvatting van hoofdstuk 12 van het boek 'Onderneming en omgeving'. Ik heb de belangrijkste punten uit het hoofdstuk samengevat. Ik heb ook een samenvatting van hoofdstuk 11 op stuvia staan.
Hoofdstuk 12
12.1
De centrale bank is de bank die aan het hoofd staat van de particuliere banken in een land. De
centrale bank moet ervoor zorgen dat de hoeveelheid ruilmiddel in een land (de liquiditeitenmassa)
niet te hard groeit. Hiervoor gebruikt de ECB rente.
De geldpolitiek van de centrale bank heeft invloed op de rente en de prijsinflatie.
Er bestaan verschillende theorieën:
- de klassieke kwantiteitstheorie
- de keynesiaanse theorie
- de monetaristische theorie
12.2
Lange rente - > 1 jaar
Korte rente < 1 jaar
Lange rente is duurder dan korte rente
- debiteurenrisico risico dat degene aan wie geld is uitgeleend, de verschuldigde rente en aflossing
niet meer zal kunnen betalen.
- inflatierisico risico dat de inflatie tijdens de looptijd van een lening onverwachts hoger wordt dan
op het tijdstip waarop de lening werd gesloten.
De relatie tussen looptijd en rentepercentage wordt meestal grafisch weergegeven met een
zogeheten rentecurve.
Reële rente = nominale rente – inflatie
De rentestructuur van links naar rechts stijgend: hoe langer de looptijd, hoe hoger het
rentepercentage. Er kan ook sprake zijn van een omgekeerde rentestructuur.
De korte rente wordt bepaald door de centrale bank.
De lange rente wordt bepaald door vraag en aanbod op de kapitaalmarkt.
Vraag: consumenten, producenten, overheden.
Aanbod: ontstaat uit besparingen. Aangeboden door: banken, verzekeringsmaatschappijen,
pensioenfondsen.
Korte rente wordt verlaagd door ECB:
- beleggen in kortlopende leningen minder aantrekkelijk mensen beleggen liever in langlopende
leningen veel vraag, dus rente stijgt.
- beleggers verwachten dat het de conjunctuur oppept en oververhitting veroorzaakt toename
van de inflatie beleggers nemen liever kortlopende leningen vraag naar langlopende leningen
daalt, rente langlopende leningen stijgt.
De kapitaalmarktrente kan op verschillende manieren worden beïnvloed door de geldmarktrente.
12.3 De klassieke kwantiteitstheorie
Gemiddelde omloopsnelheid van het geld = het aantal malen dat een euro gemiddeld wordt gebruikt
in een jaar.
Verkeersvergelijking van Fisher:
MxV=PxT
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romeeboogaars. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.