Samenvatting van de voorgeschreven stof van het vak Inleiding Europees Recht aan de Universiteit Leiden.
Zelf behaalde ik mede met deze samenvatting een 8 voor dit vak.
Recht van de Europese Unie
Hoofdstuk 2 (p. 31 t/m 104)
1.1 Inleiding
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal had:
- Bijzondere Raad van Ministers
- De Hoge Autoriteit voorloper Europese Commissie
- De Gemeenschappelijke vergadering voorloper van Europees Parlement
- Het Hof van Justitie
EEG- en Euratom-Verdragen had:
- Raad
- Europese Commissie
- Hof van Justitie
- De Vergadering
Instellingen EU art. 13 VEU.
- Europees Parlement
- Europese Raad
- Raad van de Europese Unie
- Europese Commissie
- Hof van Justitie
- Europese Centrale Bank
- Rekenkamer
Organen en Instanties EU overige lichamen die niet in art. 13 VEU staan.
Onderscheid instellingen, organen en instanties belangrijk voor rechtgevolgen
2.1 Europees Parlement
Het Europees Parlement zetelt in Staatsburg waar twaalf maandelijkse voltallige zittingen
plaatsvinden. Extra zittingen worden gehouden in Brussel, hier zijn ook de commissies van
het Europees Parlement gevestigd. Het Secretariaat-Generaal en zijn diensten bevinden zich
in Luxemburg. Het Europees parlement is de enige instelling die direct door de burgers van
de lidstaten wordt gekozen. Het Europees Parlement moet een directe terugkoppeling van
het supranationale niveau naar de bevolking van de lidstaten verzekeren. Deze rol is later
pas ontstaan.
Oorspronkelijk hadden de Europese Gemeenschappen een forum (Gemeenschappelijke
Vergadering) voorzien dat bestond uit vertegenwoordigers van de nationale parlementen
met een adviserende rol. Pas met de uitbreiding zijn bevoegdheden en rechtstreekse
verkiezing is het Europees Parlement meer in het centrum van het Europese bestuur
geplaatst.
Relevante wetten voor het Europees Parlement:
- Werkingsverdrag
- Reglement van het Europees Parlement
- Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie
Rol nationale Parlementen artikel 12 VEU
,Actief bijdragen tot de goede werking van de EU door middel van hun rol in het Protocol.
Nationale parlementen dienen in kennis te worden gesteld van discussiedocumenten van de
Commissie. Nationale parlementen hebben een belangrijke rol inzake de handhaving van het
subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel. Het Europees Parlement ziet toe op de naleving
van de beginselen.
Verschillen nationale parlementen en Europees Parlement
- Het Europees Parlement geeft niet de grondslag aan een Europese executieve
(Europese regering)
- Rechten Europees Parlement m.b.t. wetgeving zeer beperkt, aangezien geen formeel
initiatiefrecht en geen exclusieve besluitvormingsbevoegdheid
Europees Parlement als bron van de democratische legitimatie voor de Europese Unie, hangt
af van:
- Diens samenstelling en verkiezingsprocedure
- De concrete bevoegdheden die het Europees Parlement door de verdragen worden
gegeven
- Zijn positie ten opzichte van andere Unie-instellingen (met name de Raad en de
Commissie)
2.2 Samenstelling en verkiezingsprocedure
- 18e zittingsperiode
- 751 vertegenwoordigers
- Art. 14 lid 2 maximaal 750 leden + voorzitter
- Art. 10 lid 1 representatieve democratie
- Art. 14 lid 2 burgers van de Unie alleen degressief evenredig vertegenwoordigd
- Minimaal 6 zetels, maximaal 96 zetels
- ‘factor lidstaat’ een belangrijke rol bij samenstelling EP kleine lidstaten machtig
Oplossing: niet langer uitgaan van ‘vertegenwoordiging van de bevolking van een
lidstaat’ maar van ‘vertegenwoordiging van de Europese bevolking’
- Als een nieuw land toetreedt nieuwe zetelverdeling
De leden van het EP worden elke vijf jaar door rechtstreekse algemene verkiezingen in alle
lidstaten gekozen. Hierbij zijn de nationale verkiezingswetten van toepassing (art. 223 lid 1
VWEU)
Eisen verkiezing:
- Rechtstreekse, algemeen, vrije en geheime verkiezing
- Niemand mag meer dan eenmaal zijn stem uitbrengen
- Het is toegestaan om een eigen bijzonder kiesstelsel vast te houden.
Verkiezingen voor het EP zijn is de vaste handen van de nationale politieke partijen van
lidstaten. Gezien de enge verbinding met het nationale politieke systeem, blijkt de uitslag
van verkiezingen voor het EP soms meer een afstraffing van de binnenlandse politiek van de
nationale regering te zijn dan een keuze voor een bepaalde politiek binnen de EU. Het is dan
ook nauwelijks meer een programmatische uitspraak als artikel 10(4) VEU stelt dat de
politieke partijen op EU-niveau bijdragen tot de ‘vorming van een EU politiek bewustzijn en
tot de uiting van de wil van de burgers van de EU’.
,Elke burger van de EU, en dus eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit, mag in de
lidstaat van zijn verblijft onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat voor
het EP stemmen en bovendien onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat
al lid voor het EP worden gekozen (artikel 22(2) VWEU). Overigens mogen de lidstaten hun
eigen stelsels wat betreft de minimumleeftijd voor het actief en passief kiesrecht hanteren.
Wat betreft de kwalificatie van kandidaten schrijft het Unierecht voor dat leden van het EP
niet leden van een regering van een lidstaat of van een andere instelling, orgaan of instantie
van de Unie mogen zijn, omdat zij niet gebonden mogen zijn door instructies en geen
bindend mandaat magen aanvaarden (artikel 6-7 Besluit 2002/772 EG, Euratom + artikel 2, 6
en 7 Regelement EP).
Voorrechten en immuniteiten
De leden van het EP genieten de voorrechten en immuniteiten in overstemming met het
Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie. Ondanks de
directe verkiezingen voor het EP bestaan er geen uniforme regels betreffende de bezoldiging
van de leden van het EP. In plaats hiervan zijn de lidstaten overeengekomen om deze leden
wat betreft de bezoldiging gelijk te stellen met de leden van de nationale parlementen. In NL
staat de bezoldiging van EP leden dus gelijk aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal. In het Statuut van de leden van het EP is een uniforme bezoldiging voor de leden
van het EP neergelegd, welke van kracht is sinds juli 2009. Daarnaast hebben de leden van
het EP eind 2011 zichzelf een gedragscode inzake financiële belangen en belangenconflicten
opgelegd. 2.3 Taken
2.3 Taken van het Europees Parlement
De taken van het EP worden in eerste instantie omschreven in artikel 223 t/m 234 VWEU. De
taken kunnen in drie basisfuncties worden onderverdeeld: het EP als
- quasiwetgevingsorgaan
- democratische controle-instantie
- budgethouder.
Het Europees Parlement als quasiwetgevingsorgaan
Het EP heeft zo goed als geen bevoegdheid om zelf wetgevingsvoorstellen in te brengen
(uitzonderingen zijn de bevoegdheid om een uniform verkiezingssysteem voor te stellen en
de bevoegdheid om zijn eigen aangelegenheden te regelen, artikel 223 lid 1 VWEU). Het kan
alleen met meerderheid van stemmen van zijn leden de Commissie door middel van een
resolutie verzoeken om voorstellen voor nieuwe of wijziging van bestaande Uniewetgeving
aan het Europees Parlement voor te leggen (art. 225 VWEU en 46 regelement EP). Het EP
heeft ook geen exclusieve beslissingsbevoegdheid wat betreft wetgevingsvoorstellen. Het EP
neemt alleen deel aan het tot stand komen van de Uniewetgeving samen met de Europese
Commissie en de Raad. De omvang van de invloed van het EP hangt af van de toegepaste
wetgevingsprocedure. Bij toepassing van de gewone wetgevingsprocedure heeft het EP een
medebeslissingsbevoegdheid naast de Raad.
In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid wordt het EP
slechts betreffende de hoofdlijnen en fundamentele keuzen geraadpleegd. Zijn eigen
, initiatieven zijn beperkt tot het richten van vragen en aanbevelingen tot de Raad (artikel 36
en 41(3) VEU). Een (mede)beslissingsbevoegdheid ontbreekt.
Ook wat een herziening van het EU-Verdrag en het Werkingsverdrag betreft, wordt het EP in
het kader van de gewone herzieningsprocedure alleen geraadpleegd, zelfs als een herziening
zou leiden tot een verandering van de institutionele status van het EP (artikel 48(3) VEU). Dit
verandert alleen voor wat betreft het gebruik van een vereenvoudigde herzieningsprocedure
(passerelle). Hier kan de Europese Raad bepalen dat de Raad een besluit op een bepaald
gebied met gekwalificeerde meerderheid in plaats van eenparigheid mag nemen. Dit vereist
goedkeuring van het EP (artikel 48(7) VEU).
In het kader van uitbreiding van Unie speelt het EP wel een belangrijke rol, gezien de Raad
over een verzoek tot toetreding van een staat alleen na instemming van het EP mag
beslissen (artikel 49 VEU). In de uittredingsprocedure volgens artikel 50 VEU moet het
akkoord over de voorwaarden voor de terugtrekking van de betrokkene lidstaat eveneens
door het EP worden goedgekeurd (artikel 50(2) VEU). Het afkeuren door het EP staat
uiteindelijk echter niet in de weg aan het vertrek van een lidstaat (artikel 50(3) VEU). De
nieuwe ex-lidstaat zal echter wel belangstelling hebben om een overgangsregime in een
terugtrekkingsakkoord te onderhandelen en daarnaast een akkoord over zijn toekomstige
betrekkingen als derde land t.o.v. de EU te sluiten. Het EP kan wel een goedkeuringsrecht
hebben ten aanzien van dit akkoord (zie III-32 in boek)
Het Europees Parlement als democratische controle-instantie
Het EP is niet alleen beperkt tot het adviseren over en eventueel goedkeuren van
wetgevingsvoorstellen. Uit verschillende bepalingen in het Werkingsverdrag blijkt dat naast
de Europese Commissie ook het EP een rol als toezichthouder is toebedacht, niet in de
laatste plaats ten opzichte van de andere Unie-instellingen.
Het EP kan onderzoeken instellen bij vermeende inbreuken op het Unierecht of bij gevallen
van wanbeheer bij de toepassing van het Unierecht. Hiervoor kan het EP enquêtecommissies
in het leven roepen (artikel 226 VWEU en artikel 198 Regelement EP).
Naast de participatie in de benoeming van de Europese Commissie is het EP ook betrokken
bij de controle van de werkzaamheden van de Europese Commissie. De Europese Commissie
is verplicht om jaarlijks het algemeen verslag over de werkzaamheden van Unie aan het EP
voor te leggen (artikel 249(2) en 233 VWEU). Bovendien legt de Europese Commissie haar
jaarlijkse beleidsstrategie aan het EP voor.
Het EP heeft vraagrecht ten opzichte van de Europese Commissie. De Europese Commissie is
verplicht mondeling of schriftelijk antwoord te geven op haar door het EP of door de leden
daarvan gestelde vragen (artikel 230, 2e alinea VWEU).
De bevoegdheden van het EP ten opzichte van de Europese Commissie gaan echter verder
dan een recht op informatie en toelichting. Op initiatief van ten minste een tiende van de
leden van het EP kan een motie van afkeuring bij de voorzitter van het EP aanhangig
gemaakt worden (artikel 234 VWEU en 119(1) Regelement EP). Een motie van afkeuring is
aangenomen als, na een plenair debat, een meerderheid van twee derde van de
uitgebrachte stemmen en tevens een meerderheid van de leden van het EP in het openbaar
voor de motie stemmen. De Europese Commissie is van verplicht om als college,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper valeriebulk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.