Samenvatting Engels
Hoofdstuk 4: Meer taaldidactiek
§4.1 Invloeden op taaldidactiek
Welke taaldidactiek wordt gebruikt, hangt samen met de taalkundige, leerpsychologisch,
pedagogische en onderwijskundige kennis, overtuigingen en tradities die in een bepaalde
periode gangbaar zijn. Halverwege de vorige eeuw verliep de internationale communicatie
vooral schriftelijk, dus waren leesvaardigheid en schrijfvaardigheid erg belangrijk.
Tegenwoordig is mondelinge contact juist belangrijk. Er heeft dan ook verschuiving plaats
gevonden van schriftelijke taaluitingen naar mondelinge communicatie.
Persoonlijk gebruik komt voor als mensen bijvoorbeeld contact willen met hun familie in het
buitenland, dan hebben ze taal nodig en willen ze vooral mondeling leren communiceren.
Educatief gebruik komt voor als studenten een vreemde taal willen leren omdat zij stage
gaan lopen in het buitenland, dan willen zij de taal leren voor educatief gebruik (om zich te
redden in het onderwijs) en professioneel gebruik (om hun werk te doen). Ze willen de taal
niet alleen leren spreken, maar ook lezen en schrijven.
§4.2 Verschillende opvattingen over vreemdetaaldidactiek
Een methode, ook wel methodologie, is de didactiek of de manier waarop een vak wordt
onderwezen. Met lespakket of leergang wordt het lesmateriaal bedoeld. Een lespakket kan
uit meerdere dingen bestaan (tekstboek, werkboek, dvd, lerarenhandleiding, website en
digitaal lesmateriaal). Er wordt van uitgegaan dat ieder lespakket werkt volgens een
methode, maar er kunnen ook kenmerken van verschillende methodes in één lespakket
verwerkt zijn. Dan is er sprake van eclectisch lespakket.
Grammatica-vertaalmethode oudste vorm van vreemdetalenonderwijs. Doel is het leren
van de taal door grammaticaregels, taalstructuren en vocabulaire. Veel aandacht voor
vormcorrectheid. Je kunt aan het eind het proces foutloos vertalen. Het levert veel kennis
van de grammaticaregels op. De didactiek sluit niet aan op het natuurlijke proces van
taalverwerking. Het past niet meer bij de eisen van deze tijd, daarom is het niet meer
geschikt voor basis- en voortgezet onderwijs. Er zijn nog wel elementen terug te vinden in
het voortgezet onderwijs.
Audiolinguale methode niet de geschreven taal is de eigenlijke taal, maar de gesproken
taal. Bij deze methode zijn luisteren en spreken de belangrijkste vaardigheden. De
grammaticale structuren worden ingeslepen met behulp van mondelinge
structuuroefeningen of pattern drills. Dit wordt gedaan in een talenpracticum of talenlab,
dit is een omgeving waarin leerlingen interactief oefenen met conversatie en uitspraak. De
docent kan hen beluisteren en feedback geven. De methode is een eentalige methode. Het
biedt authentieke taalinput aan, zodat de leerlingen de taal leren spreken. Pattern drill komt
voor in het onderwijs, verder is de methode vrijwel verdwenen. Sommige elementen komen
nog voor in Eibo-methodes.
Receptieve methode ook wel luister- of leesmethode. Ze krijgen zo veel mogelijk
authentiek taalaanbod aangeboden uit geselecteerd lees- en luistermateriaal. Authentiek
taalaanbod is aanbod dat niet versimpeld of gemaakt is voor een speciale doelgroep. Het is
, een eentalige methode. Er is weinig aandacht voor spreken, ze denken dat ze dit spontaan
gaan doen als ze eraan toe zijn. Het doel is om de taal op dezelfde manier te laten verwerven
als jonge moedertaalleerders. Deze methode wordt daarom natural approach genoemd. De
leerlingen blijken te taal te leren spreken zonder dat ze deze geoefend hebben. Alleen hun
schrijfvaardigheid wordt minder ontwikkeld. Leerlingen vinden dit op den duur saai, ze
worden niet genoeg uitgedaagd om te spreken. Een ander kenmerk van de methode (voor
oudere kinderen) is extensief lezen, het lezen van boeken/teksten.
Total Physical Response De grondlegger is James Asher, in 1963. Hij ging uit van learning
another language through actions. Ook dit is een eentalige aanpak. Drie principes staan
centraal bij TPR:
- Begrijpelijke input
- Een stressvrije omgeving
- Het recht om niet te praten
Ouders gebruiken bij het leren van de moedertaal de vriendelijk gebiedende wijs. De
kinderen hoeven geen antwoord te geven, maar ze reageren wel met passende acties. Door
deze manier van communiceren krijgen jonge kinderen veel input en gaan ze vanzelf terug
praten. Eerst luisteren en (mee)doen, dan (mee)praten. Bij TPR leren leerlingen op een
actieve en motiverende manier. Er worden meerdere zintuigen gebruikt in het leerproces.
Het is mogelijk om binnen korte tijd nieuwe taal te leren verstaan. Er bestaan wel grote
individuele verschillen tussen leerlingen. Er is sprake van doeltaal is voertaal en er wordt
gebruik gemaakt van action chains (samenhangende reeks van handelingen) en action
stories (uitbeelden van een verhaal dat wordt verteld). Een onderdeel van TPR is het leren
van taal met gebarentaal. De bedoeling is dat de kinderen woorden leren waar een gebaar
aan vast zit en dat ze door de combinatie sneller de taal leren.
Communicatieve methode het proces van natuurlijke taalverwerving wordt zo veel
mogelijk nagebootst. Er wordt niet vertaald, maar er wordt gewerkt met het aanbieden van
(taal)functies (taalhandelingen om te communiceren) en (taal)noties (het Engels dat daarbij
hoort) binnen bepaalde thema’s. Kenmerken voor deze methode zijn:
- Er wordt met thema’s gewerkt.
- Integratie van vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven) staan centraal.
- Er wordt zo veel mogelijk gebruikgemaakt van betekenisvolle en gevarieerde input.
- De input is altijd minimaal een niveau hoger dan wat de kinderen gaan leren (i+1).
- Er wordt gebruik gemaakt van strategieën om tekorten te compenseren.
- Fouten worden beschouwd als onderdeel van het leerproces.
- Belangrijk is het reproduceren van chunks: standaardzinnen en standaardgesprekjes.
- Kenmerkend is ook negotiation of meaning (onderhandelen over de betekenis; de
bereidheid en inzet van de sprekers om elkaar te begrijpen om een communicatiestoornis te
voorkomen). Ook correctieve feedback en scaffolding (het geven van taalondersteuning).
Door de taal kant-en-klaar aan te bieden en de leerlingen ermee te laten communiceren,
leren de leerlingen zichzelf te redden in de vreemde taal. Ze kunnen als snel spreken in de
doeltaal. Het biedt tegenwoordig de basis voor praktisch alle methodes voor Engels op de
basisschool en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs.
Total Immersion de didactiek die is ontwikkeld vanuit de natuurlijke manier van talen
leren heet TI, natuurlijke taalverwerving of tweetalig onderdompelingsonderwijs. Het gaat