Onderzoek betreffende criminaliteit
(begrippen uit het boek Criminaliteit en Rechtsstaat staan zo veel mogelijk onderstreept)
Door: Sanne Kersjes
Klas: V6D
, A) De relatie tussen de maatschappelijke positie van mensen en criminaliteit.
1. Hypothese.
Nederlanders die hoger op de maatschappelijke ladder staan, gebaseerd op macht, status
en het inkomen dat zij hebben, hebben meer bekeuringen voor te hard rijden dan mensen
die lager op de maatschappelijke ladder staan, ook gebaseerd op hun macht, status en het
inkomen dat zij hebben.
2. Variabelen.
1. Maatschappelijke positie, verdeeld in en gemeten met drie variabelen:
- Macht= het vermogen anderen te laten doen wat jij wilt, ook tegen de ander zijn wil
in. Hoe meer macht, hoe hoger je staat op de maatschappelijke ladder.
- Status= aanzien. Hoe moeilijker jouw opleiding of baan, hoe meer aanzien je hebt.
Hoe meer aanzien je bent zegt wat over jouw positie op de maatschappelijke ladder.
Hoe meer aanzien, dus status, je hebt, hoe hoger je op de maatschappelijke ladder
staat.
- Inkomen= hoeveel iemand in een jaar netto verdiend. Mensen met een hoger
inkomen worden over het algemeen gezien als welvarender en staan daarom hoger
op de maatschappelijke ladder. Hoe hoog het inkomen is kan daarom een indicatie
geven over welke plek van de maatschappelijke ladder iemand bezet.
2. Het aantal bekeuringen wordt gemeten om te kijken welke groep, de groep laag op
de maatschappelijke ladder of de groep hoger op de maatschappelijke ladder, meer
bekeuringen voor te hard rijden heeft ontvangen.
3. Leeftijd= de leeftijd bepalen we om een gelijke hoeveelheid data per leeftijdsgroep te
kunnen verzamelen. Dit bevordert een representatief onderzoek maken, hierover bij
punt 4 meer.
4. Geslacht= ook het geslacht bepalen we om een gelijke hoeveelheid data per
leeftijdsgroep te verzamelen. Dit bevordert wederom een representatief onderzoek,
hierover bij punt 4 meer.
3. Indicatoren, de variabelen geoperationaliseerd.
1. Macht= mensen met banen die hoger op de maatschappelijke ladder staan, hebben
meer macht. Deze mensen hebben velen onder hen staan aan wie ze leiding geven.
Zij hebben macht over deze mensen. Dus ook, hoe meer macht hoe hoger op de
maatschappelijke ladder. Om macht te meten gaan we daarom kijken welke positie
iemand heeft met zijn werk, over hoe veel mensen is hij de baas/aanstuurder? Hoe
hoger dit aantal, hoe meer mensen er onder iemand staan en dus hoe hoger de
macht van die persoon.
2. Status= dit kunnen we meten aan de hand van het opleidingsniveau, aannemende
dat mensen een baan zoeken die past bij hun opleidingsniveau. Hoe hoger het laatst
behaalde diploma, hoe hoger de status.
3. Inkomen= het netto verdiende loon in één jaar. Iemand staat hoog op de
maatschappelijke ladder als hij of zij boven modaal verdiend, in 2018 was dit 35.000
euro per jaar.