Complete samenvatting inleiding constitutioneel recht (Staatsrecht). Hoofdstuk 1 t/m 7 en 9 dienen als kapstok voor het tentamen staatsrecht in leerjaar 1. Duidelijke omschrijving en alle informatie die van belang is staat hier in.
1. Staat, staatsrecht en functies van het staatsrecht
In het internationale recht is de staat een rechtssubject, dat wil zeggen drager van rechten en
plichten.
Drie elementen van de staat:
1. een grondgebied
2. een bevolking
3. er is sprake van uitoefening van gezag of macht
De drie elementen zijn in de rechtspraktijk vooral van belang voor de beantwoording van de vraag
wanneer er in het internationale recht sprake is van een staat.
De overheid legt vele wettelijke verplichtingen op aan haar burgers en handhaaft deze
verplichtingen door bijvoorbeeld vergunningen, heffingen sancties en maatregelen en door de
strafsancties.
Het staatsrecht is dus in de eerste plaats organisatiesrecht betreffende de overheid. Het legt de
fundamenten voor het staatsbestel van een land. Staatsrecht bepaald de verhouding tussen de
overheidsambten onderling en de verhouding tussen de overheid en burgers. Bijv. De grondrechten
of vrijheidsrechten van de burgers tegenover de overheid, die een belangrijke zelfstandig
bestanddeel vromen van het staatsrecht.
De drie functies van de staatsrecht:
1. Constituerende functie:
Een overheid, bestaat uit allerlei overheidsambten, ingesteld
2. Attribuerende functie:
Bevoegdheden toekennen aan de overheidambten: van grondwetgever naar wetgever in formele zin
3. Regulerende functie:
Onderlinge verhouding geregeld en kan de uitoefening van bevoegdheden aan beperkingen of
grenzen worden onderworpen.
De minister is geen regeringsleider, hij heeft geen leidinggevende bevoegdheden.
Staatsrecht is kort samengevat: het instellen van een overheidsorganisatie, het
toekennen van bevoegdheden en het reguleren van de verhouding tussen de
overheidsambten en de burgers.
Legitimerende functie:
• Daarbij gaat het om de vraag hoe een overheidsorganisatie door de burger aanvaard wordt,
hoe zij instemming en rechtvaardiging verkrijgt. Het is duidelijk dat het staatsrecht die
legitimatie van de overheid niet volledig kan verschaffen. Ook al voorziet het in een
adequaat ingericht staatsbestel, dan nog kan de legitimatie van overheidsoptreden ernstige in
gevaar komen wanneer overheidsfunctionarissen stelselmatig, disfunctioneren en de boel
verprutsen.
, Formele constitutie heeft betrekking op wat de in Nederland de Grondwet genoemd wordt.
Daarin zijn de belangrijkste regels inzake het staatsbestel verankerd en de grondrechten van
de burgers geformuleerd.
Nederland is geen republiek maar een monarchie zie art. 24 GW.
• De koning is niet louter ceremonieel staatshoofd, maar hij maakt deel uit van de regering →
art. 42 GW.
• Voor de samenstelling van het parlement geldt het kiesstelsel van evenredige
vertegenwoordiging → art. 53 GW (20% stemmen = 20% Vd zetels)
• Binnen de regering minister-president, zoals gezegd, geen regeringsleider maar slechts
voorzitter van de ministerraad → art. 45 GW
• De ministers zijn tevens lid van de Staten -Generaal → art. 57 GW
• De rechter mag allerlei typen overheidsbesluiten toetsen op grondwettigheid, maar de
grondwettigheid van wetten en verdragen mag hij niet beoordelen → art. 120 GW
2. Machtenscheiding
Bij het omschrijven van het machtenscheidingprincipe pleegt men in het algemeen terug te grijpen
op theorie van trias politica. Daarin wordt betoogd onder meer dat drie typen werkzaamheden in de
staatsorganisatie te onderscheiden waren.
1. De wetgevende macht → in de zin van het stellen van algemene regels.
2. De uitvoerende macht → in de zin van het handhaven en uitvoeren van wetgeving.
3. De rechterlijke macht → in de zin van de berechting van geschillen en van strafbare feiten.
Het machtenscheidingsprincipe heeft in essentie nog altijd het primaire doel om een waarborg te
zijn voor de vrijheid van burgers, door overheidsmacht te verdelen over meerdere staatsorganen en
daardoor machtsconcentratie tegen te gaan. Machtenscheiding vervult in dat opzicht aldus een
waarborgfunctie bij de inrichting van de overheidsorganisatie.
Tot de algehele grondwetsherziening van 1983 bezigde de oude Grondwet → begrippen
wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, waarbij deze begrippen deels een betekenis hadden
in functionele zin en organisatorische zin.
Drie hoofdfuncties in de Nederlandse staat:
1. Wetgeving
2. Bestuur
3. Rechtspraak.
De grondwet van 1983 positiveerd dus nog altijd, zij het minder pregnant dan de oude Grondwet, de
machtenscheiding.
Machtenscheiding kenmerkend: dat de afzonderlijke, gelijkwaardige en zelfstandige of
onafhankelijke overheidsorganisaties in de staat de drie belangrijkste overheidsfuncties uitoefenen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Tahnee0408. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.