Aardrijkskunde hoofdstuk 3 Zuid-Amerika
§1 Natuurlijke gevaren in Zuid-Amerika.
Aan de westkant van Zuid-Amerika duiken de Nazcaplaat en de Antarctische plaat onder de
Amerikaanse plaat. In deze subductiezone komen op tal van plaatsen vulkaanuitbarstingen en
aardbevingen voor. Een direct gevolg van deze aardbevingen in de zeebodem voor de kust zijn
tsunami’s, vloedgolven die vaak voor grote rampen zorgen.
In hetzelfde gebied waar de aardbevingen voorkomen zijn ook vulkanen actief. Zij zijn immers een
direct gevolg van subductie. In Zuid-Amerika bevinden zich talloze vulkanen, waarvan er alleen al in
Chili zo’n 90 actief zijn. Dit zijn vrijwel zonder uitzondering stratovulkanen die regelmatig uitbarsten,
mar niet gevaarlijk zijn. De erupties beperken zich veelal tot de uitstoot van aswolken en doordat ze
vaak in dunbevolkte gebieden liggen, is de schade en het aantal slachtoffers klein.
Indirecte gevolgen van bevingen zijn aardverschuivingen. Deze massabewegingen ontstaan doordat:
- Bij een aardbeving delen afschuiven op instabiele hellingen.
- Bij overvloedige neerslag modder, puin en gesteente van een helling schuiven. In de regel
beperken de gevolgen hiervan zich tot schade aan wegen, gebouwen en landbouwgrond.
- Er lahars ontstaan bij een vulkaanuitbarsting. Deze modderstromen ontstaan doordat
sneeuw en ijs hoog op vulkaanhellingen smelten als de vulkaan uitbarst. Deze verwoestende
stromen modder, puin, ijs en stenen vernielen alles op hun weg.
Ook steden worden geplaagd door deze aardverschuivingen. Arme bewoners en nieuwkomers
bouwen vaak hun krotwoning op hellingen aan de rand van de stad. In reliëfrijke steden komt het
vaak voor dat huizen in deze volksbuurten naar beneden schuiven.
De nattere gedeelten van Zuid-Amerika worden regelmatig geplaagd door overstromingen. In de
berggebieden zijn dat flash floods, waarbij rivieren plotseling een zeer hoge piekafvoer hebben. Door
hevige regenval in de bovenloop loopt de bedding razendsnel vol en stort het water, vermengd met
alles wat meegenomen wordt, zich naar beneden. In vlakkeren gebieden komen bij rivieren die vaak
een groot debiet hebben, high floods voor. Het niveau stijgt relatief traag tot de rivier buiten haar
oevers treedt. Oorzaak zijn langdurige regenbuien en tropische stortbuien.
Mensen zijn vaak ook de oorzaak van de rampen, vooral door ontbossing. Doordat hellingen kaal
komen te liggen, infiltreert en bijna geen water meer in de bodem, maar stroomt het af via het
oppervlak. Verkeerd landgebruik, bijvoorbeeld zonder terrassering in een reliëfrijk gebied, kan
afstroming bevorderen. Ook stedenbouw en wegaanleg zijn schuldig. Elke verharding van het
oppervlak leidt tot een kortere vertragingstijd. In alle gevallen kan de rivier de plotselinge toestroom
van water niet aan en treedt buiten haar oevers. De gevolgen worden nog versterkt doordat diverse
stedelijke agglomeraties een slecht rioleringssysteem hebben. Bepaalde stadswijken staan daardoor
na een hevige plensbui blank.
§2 hazard management.
De economische schade van natuurrampen in Zuid-Amerika is sterk toegenomen. De oorzaken zijn
talloos:
- De ongebreidelde urbanisatie
- Armoede
- Slecht bestuur
- Constructie van gebouwen en infrastructuur op kwetsbare plekken
, - Klimaatverandering en El Niño
- Ontbossing
Economische gezien zijn rampen voor ontwikkelingslanden desastreus. Wat in vele jaren is
opgebouwd, kan in enkele minuten vernietigd worden.
De verliezen aan mensenlevens door natuurrampen zijn in ontwikkelingslanden twintig maal groter
dan in rijke landen. Dat komt vooral door een verkeerde locatiekeuze vor bouw- en infrastructuur,
het zich niet houden aan bouwvoorschriften, verkeerd omgaan met natuurlijke bronnen (ontbossing
bijvoorbeeld) en gebrek aan een rampenplan.
Hoe hoog het risico voor een natuurramp met catastrofale gevolge is, hangt af van 3 elkaar
versterkende factoren:
1. De aard van de natuurramp: de soort ramp en de intensiviteit ervan , de schaal van de ramp
en eventuele gerelateerde schadelijke gevolgen.
2. Het aantal mensen en gebouwen dat bij de ramp betrokken is, en hoeveel infrastructuur
verwoest wordt. Een aardbeving in het zeer dunbevolkte zuiden van Chili levert weinig
schade op. Het wordt anders als de hoofdstad Santiago wordt getroffen.
3. De kwetsbaarheid van een samenleving, die wordt ander andere bepaald door:
- Fysieke factoren zoals slechte constructie van gebouwen en landgebruik dat bodemerosie
bevordert.
- Sociale factoren zoals bepaalde bevolkingsgroepen die achtergesteld worden, arm zijn en
minder kansen hebben op bijvoorbeeld adequate huisvesting.
- Economische factoren zoals de onverzekerde informele sector. Afhankelijkheid van één
inkomstenbron, precaire voedselvoorziening.
- Milieufactoren zoals uitputting van hulpbronnen zoals water en landbouwgrond,
klimaatverandering.
Als je deze optelsom maakt voor Zuid-Amerika, dan lopen armere bevolkingsgroepen in
krottenwijken het grootste risico. Juist bij die bevolkingsgroep is de risicoperceptie, de mate waarin
men het risico om zelf slachtoffer te worden, vaak laag. Dat komt onder andere omdat natuurlijke
gevaren zich vaak met lange en wisselende tussenpozen voordoen.
Het besef van de mensen dat er een hazard management nodig was, beleid om schade bij
natuurrampen te beperken, kwam pas in de loop van de jaren 70 en 80.tegenwoordig bestaat hazard
management uit maatregelen vóóraf en uit maatregelen erná.
De onderdelen van de actieplannen zijn de volgende:
1. Door het doen van onderzoek de mogelijke risico’s herkennen, vaststellen en begrijpen.
2. Het verminderen van het risico; het behoud van moerasgebieden, mangrovebossen, lagunes
en riffen aan de kusten; tegengaan van houtkap op hellingen; milieumanagement in
stroomgebieden, ecosystemen en stedelijke gebieden; en vooral handhaven van die wetten.
3. Klaar zijn voor als het toch mis gaat, om zo veel mogelijk levens en leefomgevingen te
redden. Dat gebeurt door het gebruik van wetenschappelijke voorspellingen en
waarschuwingssystemen, het opstellen van reddingsplannen en het voorbereiden van hulp
aan lokale gemeenschappen.
4. Het opzetten van rampenfondsen en afsluiten van verzekeringen om de schade te kunnen
dekken.