Bedrijfseconomie Personeelsbeleid en Interne Organisatie hoofdstuk 5 t/m 8
Hoofdstuk 5 De organisatie.
Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen gericht op het bereiken van een of
meerdere doelstellingen.
Doel van de organisatie:
- Iedere organisatie heeft een doel. Om dat doel te bereiken worden mensen en middelen
ingezet.
- Het omzetten van input naar output noemen we het transformatieproces.
Bestaansrecht van de organisatie:
Een organisatie heeft bestaanssrecht als ze waarde creëert en deze waardecreatie resulteert in het
genereren van zodanige opbrengsten dat die de kosten voor het realiseren van de waardecreatie,
overstijgen.
Organisaties voorzien in maatschappelijke behoeften doordat zij:
- Zorg dragen voor de productie van goederen en diensten die de samenleving kan afnemen.
Hiermee leveren organisaties een belangrijke bijdrage aan e welvaart van de maatschappij.
- Werkgelegenheid creëeren en daarmee inkomen verschaffen aan allen die betrokken zijn bij
de organisatie.
- Met innovaties het leven van mensen leuker, beter en aangenamer maken.
- Belastingopbrengsten genereren doordat zij winsten maken die door de overheid belast
worden. Op die wijze dragen organisaties bij aan de instandhouing van de publieke sector.
Kansen en bedreigingen voor organisaties vanuit de maatschappij:
- Het bestaansrecht van een organisatie komt tot uitdrukking in het feit dat de organisatie
voorziet in maatschappelijke behoeften.
- De maatschappij oefent invloed uit op organisaties. Hierin liggen zowel kansen als
bedreigingen.
Soorten organisaties:
Je kunt onderscheid maken op bijv. grootte van de organisatie, het product of de output van de
organisatie, de markt waarop de organisatie opereert, het commercieel of niet-commercieel zijn van
de organisatie, de rechtsvorm van de organsiatie, etc.
- Grootte wordt vaak uitgedrukt in de omzet die de organisatie realiseert of in het aantal
personen dat in de organisatie werkt. Op basis van het aantal personen dat in een
onderneming werkt, wordt in Nederland onderscheid gemaakt in klein, middelgroot en
groot. Kan ook uitgedrukt worden in afzet of omzet en dat in absolute cijfers of relatief. Beter
is om de grootte uit de drukken in het aandeel van de organisatie van de desbetreffende
markt.
- Kunnen ook ingedeeld worden naar het product dat zij voortbrengen: goedere of diensten.
Kenmerken diensten:
- Immaterieel: diensten kunnen niet aangeraakt worden of geproeft.
- Onscheidbaarheid: productie en consumptie van diensten vallen meestal samen.
, - Vergankelijkheid: diensten kunnen niet op voorraad worden geproduceerd.
Ook de markt waarop organisaties actief zijn, is een criterium waarop organisaties ingedeeld kunnen
worden.→ Individuen (consumenten) of organisaties (producenten). Afhankelijk hiervan spreken we
over een consumentenmarkt of producentenmarkt.
Een volgende critierium is het wel of niet streven naar (een zo groot mogelijke) winst. Organisaties
die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van het maken van winst noemen we commerciële
organisaties, ondernemingen of profitorganisaties. Niet-commerciële organisaties, ook wel non-
profitorganisaties genaamd, zijn voor hun voortbestaan niet afhankelijk van het maken van winst.
Deze organsaties streven dan ook andere doelen na.
Het laatste criterium is de rechtsvorm, de juridische vorm van een organisatie.
- Commerciële sfeer: eenmanszaak, vennootschap onder firma (vof), besloten vennootschap
(bv) en naamloze vennootschap (nv).
- Niet-commerciële sfeer: vereniging en stichting.
Voor iedere rechtsvorm vastgestelde regels:
- Wie de leiding heeft.
- Wie er aansprakelijk is voor de schulden van de organisatie.
- Hoe er besluiten worden genomen.
- Of er belasting betaald moet worden over de winsten.
- Hoe de organisatie wordt opgericht.
- Hoe de organisatie beëindigd wordt.
Rechtspersoonlijkheid:
Je kan organisaties ook onderscheiden in het wel of niet hebben van een rechtspersoonlijkheid.
Organisaties met rechtspersoonlijkheid: besloten vennootschap, naamloze vennootschap,
coöperatie, stichting en vereniging. (Maakt deze organisatie schulden dan kunnen de schuldeisers
wel de organisatie hierop aanspreken, maar niet de bestuurders van de organisatie persoonlijk
aansprakelijk stellen)
Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid: eenmanszaak en vennootschap onder firma. (hier is het
de eigenaar of de vennoten die echten en plichten aangaan en die volledig aansprakelijk zijn voor de
schulden van de onderneming)
Er wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke personen (mensen in tegenstelling tot
rechtspersonen) en rechtspersonen. Rechtspersonen zijn geen mensen van vlees en bloed maar
organisaties met rechtspersoonlijkheid. Dit betekend dat deze organisaties mensen in dienst kunnen
nemen, leningen kunnen aangaan en koopcontracten kunnen afsluiten. Uiteraard zijn het mensen in
dienst van deze organisaties die deze handelingen verrichten, maar zij verrichten deze handelingen in
naam van de organisatie.
Niet-commerciële organisaties:
Voor organisaties die een ideëel doel nastreven en niet gericht zijn op winst zijn de vereniging en de
stichting de meest geschikte organisatievormen. Een vereniging of stichting mag geen commerciële
organisatie zijn. Dit wil niet zeggen dat ze geen winst mogen maken, maar het is wettelijk verboden
deze winst onder de leden te verdelen.
, De stichting:
De stichting is een rechtspersoon die geen leden kent en opgericht is om een in de statuten
(regelementen) vermeld doel te realiseren. Er mag wel winst gemaakt worden, maar deze mag niet
zomaar uitgekeerd worden. Hiermee wil de wet voorkomen dat iemand onder het mom van een
stichting geld inzamelt en dat in eigen zak steekt.
Structuur:
Een stichting heeft een bestuur, maar geen leden. In beginsel benoemt het bestuur zichzelf. We
spreken in dit geval van coöptatie (=het zelf kiezen of aanwijzen van nieuwe leden). Naast een
algemeen bestuur is er vaak ook een dagelijks bestuur dat beslissingen neemt over de minder
belangrijke zaken van het bestuur. Het dagelijks bestuur blijft echter verantwoording schuldig aan
het algemeen bestuur.
Een veel voorkomend model is een stichting met een raad van toezicht en een college van bestuur.
Het college van bestuur is dan het bevoegd gezag en de raad van toezicht houdt onafhankelijk
toezicht op het college van bestuur. Ook is de raad van toezicht een adviserende instantie voor het
college van bestuur. De raad van toezicht is in de rol van werkgever belast met het benoemen,
schorsen en ontslaan van bestuursleden.
In het bestuur worden besluiten met meerderheid van stemmen genomen
De stichting is zelfstandig dragen van rechten en plichten. Dit betekent dat bestuurders niet
aansprakelijk zijn voor schulden van de stichting, tenzij er sprake is van onbehoorlijk bestuur.
Bij groter organisaties is het gebruikelijk dat er naast een bestuur een of meerdere directeuren
worden aangesteld. De directeur/directie is dan de uitvoerder van de dagelijkse werkzaamheden van
het bestuur.
Oprichtingseisen:
De oprichting van een stichting vindt plaats bij notariële akte. Zo’n akte is een door een notaris
volgens wettelijke eisen opgemaakt stuk. In de akte van oprichting moeten de statuten van de
stichting zijn opgenomen. In de statuten moet in ieder geval opgenomen zijn:
- De wijze van benoeming en ontslag van bestuursleden.
- Hoe de besluitvorming plaatsvindt binnen de stichting.
- De bestemming van het overschot van de stichting in geval van ontbinding.
Een stichting dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zolang dit niet gebeurt, is
iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de stichting. Hoofdelijk
aansprakelijk betekent dat wanneer de stichting haar schulden niet meer kan terugbetalen de
schuldeiser een willekeurig bestuurslid persoonlijk aansprakelijk kan stellen voor de schulden.
Taken en bevoegdheden:
Het bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken en met het beleid op langere termijn. Het
bestuur heeft als taak alles te doen wat kan bijdragen aan het realiseren van de doelstelling van de
stichting. Het bestuur is wettelijk verplicht een boekhouding bij te houden en na afloop van elk
boekjaar een jaarrekening op te maken die in ieder geval de balans, de staat van baten en lasten en
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marrehuijsmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.