Algemene leerdoelen
De module is opgebouwd uit algemene leerdoelen. Het examen controleert of jij de
algemene leerdoelen beheerst. Na het volgen van de lessen en het bestuderen van
de theorie kun je:
1 de belangrijkste begrippen van het publiek- en privaatrecht uitleggen;
privaatrecht regelt de juridische relaties tussen burgers onderling en tussen burgers
en bedrijven.
Publiekrecht geeft regels voor de juridische verhouding tussen burgers/bedrijven
enerzijds en de overheid anderzijds.
2 de belangrijkste begrippen van het staatsrecht uitleggen;
beschrijft de organisatie van de overheid
2e Kamer, ministers, de koning, gemeenteraad, burgemeester en college van
burgemeester en wethouders
positie van burger in de staat
grondrechten die burgers hebben en die de overheid moet respecteren
3 de belangrijkste begrippen van het bestuursrecht uitleggen;
ordenen van de samenleving
landelijk niveau regering
beschrijft manier waarop overheid met burgers om moet gaan
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
4 uitleggen hoe de rechtspraak in Nederland geregeld is;
rechters hebben een onafhankelijke positie, zijn objectief en onpartijdig
rechter bepaalt wat mag en niet mag
er zijn 11 rechtbanken (arrondissement), 4 gerechtshoven en 1 Hoge Raad
afdeling Kanton, civiel recht, strafrecht en bestuursrecht
iedereen heeft recht op hulp bij een conflict
rechter zorgt ervoor dat voor iedereen dezelfde regels gelden
5 de belangrijkste begrippen van het burgerlijk recht uitleggen;
juridische relaties tussen burgers onderling geregeld
ook rechtspersonen
gaan over op geld waardeerbare zaken
regels in Burgerlijk Wetboek (BW)
kent geen opsporingsapparaat
3 delen: P&F, rechtspersonenrecht en vermogensrecht
6 de belangrijkste begrippen van het strafrecht uitleggen;
verboden waar overheid straf op heeft gesteld
politie (onder leiding van OM) controleert verboden
speelt zich af tussen dader en overheid
strafproces: het verloop van de rechtszaak nadat iemand strafbaar feit heeft gepleegd
Wetboek van Strafrecht (WvSr) en Wetboek van Strafvordering (WvSv)
7 uitleggen wat met privacywetgeving wordt bedoeld;
in deze wet wordt bepaald hoe en wanneer persoonsgegevens mogen worden
verwerkt, en welke rechten natuurlijke personen hebben met betrekking tot hun
gegevens
nieuwe Europese wet die alle lidstaten van de EU zullen invoeren
persoonsgegevens, verwerken en toestemming voor verwerken,
verantwoordingsplicht.
Bijzondere persoonsgegevens (zijn extra gevoelig) verboden, tenzij toestemming.
Naast AVG: Wet politieregisters, Wet Strafvorderlijke en justitiële gegevens, Wet
gemeentelijke basisadministratie.
FG: functionaris gegevensbescherming, sommige organisaties verplicht.
Autoriteit Persoonsgegevens: organisatie die toezicht houdt en waar je terecht kunt
als onenigheid is tussen instelling en klant
, Beveiliging instelling zelf regelen
Wet SUWI: Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen verplicht
uitvoeringsorganen in de sociale zekerheid samen te werken en gegevens uit te
wisselen
Toegang Suwi-net: UWV, SVB, Belastingdienst en gemeentelijke dienst Werk en
Inkomen
8 de belangrijkste begrippen uit het Europees recht uitleggen.
Ontstaan EU 1950, Frankrijk en West-Duitsland besluiten kolen- en staalunie te
beginnen
Betrokken Italië, België, Nederland en Luxemburg erbij en richten in 1951 Europese
Gemeenschap voor kolen en Staal (EGKS) op
1957 Verdrag van Rome uitbreiding hele economie, oprichting Europese
Economische Gemeenschap (EEG) voor gemeenschappelijke markt
1973 uitbreiding EEG met Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Ierland
1981 toetreding Griekenland
1986 toetreding Spanje en Portugal
1993 Verdrag van Amsterdam afspraken over gemeenschappelijke interne markt met
vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
1993 Verdrag van Maastricht hierin worden afspraken voor gezamenlijke munt Euro
gemaakt
1995 toetreding Finland, Oostenrijk en Zweden
2004 toetreding Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen,
Slovenië, Slowakije en Tsjechië
2007 toetreding Bulgarije en Roemenië
2009 Verdrag van Lissabon waarin structuur van Europese samenwerking wordt
gewijzigd ook Europees Handvest vd grondrechten juridisch bindend
(mensenrechtenverdrag)Handvest maakt duidelijk dat EU is gebaseerd op
gemeenschappelijke waarden, zoals respect voor menselijke waardigheid, vrijheid
Europese instellingen:
Europese Raad: vergadering van staatshoofden en regeringsleiders van alle
landen van EU
Functionaris Voorzitter van Europese Raad: gezicht van EU, maakt activiteiten
Europese Raad zichtbaar en bewaakt voortgang
Raad van Ministers: Vakministers van 27 EU-landen met coördinerende,
wetgevende- en begrotingstaken.
Europese Commissie: dagelijks bestuur EU. Gevormd door 27
Eurocommissarissen. Frans Timmermans NL
Europees Parlement: Europese volksvertegenwoordiging. 754 leden parlement
worden rechtstreeks door burgers 27 EU-landen gekozen. Parlement heeft ook
budgetrecht, pas als parlement EU-begroting heeft goedgekeurd kan er geld
uitgegeven worden
Europese Rekenkamer: controleert de uitgaven van EU, controleert het Europees
Parlement
Europese Hof van Justitie: moet ervoor zorgen dat de Europese wetten in hele
EU op dezelfde wijze worden uitgelegd, toegepast en gehandhaafd.
Functionaris Hoge vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken en
Veiligheidsbeleid. Sinds 2009/Verdrag van Lissabon. Soort minister van
Buitenlandse Zaken van EU. Coördineert het buitenlands beleid van EU en
vertegenwoordigt EU in rest van de wereld.
Europese Centrale Bank: de bank van de EU die de koopkracht van de euro
bewaakt.
1999 11 van 17 EU-landen kozen €. Doel handel tussen lidstaten gemakkelijker te
maken en vanuit Europa stevige munt tegenover US-dollar neer te zetten. In 2002 als
betaalmiddel ingezet. Nu voeren 17 van 27 lidstaten de euro.