§4.1: Nieuw leven
Embryonale ontwikkeling
Bij een bevruchting versmelt de kern van de zaadcel met de kern van de eicel.
Een bevruchte eicel en haar dochtercellen delen via klievingsdelingen.
De trofoblast vormt het embryonale deel van de placenta, het baarmoederslijmvlies vormt
het moederlijk deel.
Binnen een trofoblast vormt zich de kiemschijf, waaruit het embryo ontstaat. Hieromheen
ontstaan de amnionholte en het dooierblaasje. De wand van de amnionholte vormt samen
met de chorion (de wand van de trofoblast) de vruchtvliezen. Na acht weken zijn alle
organen aangelegd en is het een foetus.
De geslachtsorganen van man en vrouw hebben een vergelijkbare embryonale oorsprong.
Het SRY-gen beïnvloedt de ontwikkeling van de geslachtsorganen in mannelijke richting.
§4.2: Vorming geslachtscellen
Vorming geslachtscellen
Een meiose levert uit een diploïde kiemcel vier haploïde geslachtscellen, bij vrouwen blijft
er één geslachtscel over; de andere cellen zijn poollichaampjes.
De meiose begint bij meisjes in het foetale stadium en stopt in profase I. vanaf de puberteit
tot de overgang voltooien enkele honderden oöcyten meiose I. zonder bevruchting
verschrompelt een secundaire oöcyt en stoot de baarmoeder haar slijmvlies af. Bij een
bevruchting voltooit de secundaire oöcyt meiose II en blijft een menstruatie uit.
Bij mannen begint de spermatogenese (en de meiose) in de puberteit.
§4.3: Hormonale regeling
Hormonale regeling van de vruchtbaarheid
De hypothalamus stimuleert via ‘releasing’-hormonen (GnRH) de afgifte van FSH en LH
door de hypofyse.
FSH stimuleert bij jongens de productie van zaadcellen, bij meisjes de ontwikkeling van
follikels.
LH stimuleert bij jongens de afgifte van testosteron, bij meisjes de ovulatie.
Testosteron stimuleert de zaadcelproductie en de ontwikkeling van de mannelijke
secundaire geslachtskenmerken.
Testosteron remt de vorming van GnRH, FSH en LH. Door de negatieve terugkoppeling
daalt de testosteronproductie.
, De ontwikkelende follikels vormen oestrogenen. Oestrogenen beïnvloeden de vorming van
GnRH, bevorderen de ontwikkeling van de vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken en
stimuleren de groei van nieuw baarmoederslijmvlies.
Het gele lichaam vormt behalve oestrogenen ook progesteron dat stimuleert de verdere
groei van het baarmoederslijmvlies en remt de productie van FSH en LH.
HCG is een zwangerschapshormoon. Het houdt het gele lichaam in stand en daarmee de
progesterionproductie.
Het hormoon oxytocine speelt een rol bij de geboorte.
§4.4: Hulp bij zwangerschap
Hulp bij zwangerschap
Bij ivf vindt bevruchting in een petrischaal plaats. Na enkele delingen brengt een aarts het
klampje cellen via de vagina in de baarmoeder.
Bij ICSI brengt een arts één zaadcel in de eicel.
Via vruchtwaterpunctie, vlokkentest, navelstrengpunctie en NOPT kan een arts voor
onderzoek DNA van het ongeboren kind verzamelen.
§4.5: Voorkomen van soa’s en zwangerschap
Voorkomen van soa’s en een zwangerschap
Hiv is een RNA-virus dat zich in witte bloedcellen (CD4-cellen) vermeerdert en aids kan
veroorzaken.
Seropositief zijn wijst op besmetting met hiv.
Condooms voorkomen zowel een bevruchting als een besmetting met een soa.
Er zijn verschillende methoden van geboorteregeling: onder andere anticonceptie
(condoom en pil), verhinderen van innesteling van het embryo (spiraaltje) en sterilisatie.
De vruchtbare dagen van een vrouw zijn, bij een regelmatige menstruatiecyclus rond de
ovulatie, meestal zo’n 14 dagen voor een menstruatie.
Begrippen
Abortus: Afbreken van een zwangerschap.
Abortuspil: Vorm van abortus.
Afweersysteem: Beschermt tegen infecties en maakt ziekteverwekker onschadelijk door
antistoffen te maken.
Aids: Ziekte, veroorzaakt door hiv, waarbij het afweersysteem niet meer goed werkt.
Amnion: Binnenste vruchtvlies, wand van de amnionholte.
Anticonceptiemiddel: Middel dat de bevruchting tegen gaat.
Anticonceptiepil: Bevat hormonen progesteron en oestradiol, die de remming van follikels en de
ovulatie remmen.
Baarmoederslijmvlies: De binnenste laag van de baarmoeder.
Balzak: Scrotum.
Bevruchting: Het samensmelten van de kern van een zaadcel met de kern van een eicel.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper casdekker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.