Zenuwstelsel / neurologie.
Functie van het zenuwstelsel: snelle reacties geven op prikkels uit de omgeving of het eigen lichaam.
Het regelen van autonome processen zoals: temperatuur, bloeddruk en spijsvertering.
Neuronen / zenuwcellen: geleiden en geven snel prikkels door. De impulsen in een neuroon gaan
maar 1 kant op en elke impuls is even sterk.
Afferent: De aanvoer van prikkels naar de hersenen of ruggenmerg. Sensibel: prikkels vanuit de
huid/slijmvliezen. Sensorisch: prikkels vanuit zintuigen.
Efferente / motorisch: De prikkels vanuit de hersenen of ruggenmerg naar spieren en klieren.
Centraal zenuwstelsel (CZS) bevindt zich geheel in schedelholte en wervelkanaal. Bestaat uit:
• Hersenstam
• Hersenen
• Ruggenmerg
Zij zorgen allen voor de centrale verwerking van prikkels (waarnemen, interpretatie en reactie).
Functie cortex cerebri / hersenstam:
• nodig voor cognitieve processen (bewustwording, denken en willekeurige reacties). Diepere
hersendelen zorgen voor emotionele reacties.
• Vitale functies regelen (ademhaling, bewustzijn, circulatie)
• Reflexen regelen (pupilreactie, slikken)
Functie ruggenmerg: geleidt afferente (aanvoerend) en efferente (afvoerend) prikkels. Het
ruggenmerg is ook nodig bij bepaalde reflexen (bv, terugtrekken bij pijn).
Het perifeer zenuwstelsel (bevindt zich buiten de hersenen en ruggenmerg) bestaat uit:
• 12 paar hersenzenuwen (zijn efferent of afferent)
• 31-32 paar ruggenmergzenuwen (zijn altijd gemengd (afferent en efferent)
• Sympathisch grensstrengen
• zenuwen van het vegatieve zenuwstelsel
Functie perifere zenuwstelsel: geleiding van afferente en efferente prikkels van en naar het centrale
zenuwstelsel.
Fysiologische indeling van het zenuwstelsel:
- autonome zenuwstelsel (onwillekeurig): het parasympathische en sympathische zenuwstelsel.
Stuurt onbewust de BD, temp, AH, blaasfunctie etc. aan.
- Animale zenuwstelsel (willekeurig): Het centrale en perifere zenuwstelsel. Zorgt voor
beweging,gevoel,reflexen etc.
Cerebrum / grote hersenen: bestaan uit linker- en rechterhemisfeer en een centraal deel dat de
hersenhelften verbindt met elkaar en de hersenstam.
,Hemisfeer / hersenhelft: bestaat uit kwabben/lobi, deze zijn gekruist verbonden met het lichaam.
• Lobus frontalis / voorkwab: de primaire motorische schors. Zendt prikkels naar de spieren bij
willekeurige beweging.
• Lobus temporalis / slaapbeenkwab: de primaire sensibele schors. Hier is de waarneming van
prikkels uit de huid en slijmvliezen.
• Lobus occipitalis / achterhoofd kwab: de primair visuele schors. Hier is gewaarwording van
licht.
• Lobus pariëtalis / wandbeenkwab: ligt tussen de lobi/kwabben in.
Corpus callosum: hersenbalk, deze verbind de twee hersenhelften/hemisferen met elkaar.
Door de kruising van motorische, sensibele en sensorische banen, bestuurt de linkerhemisfeer de
rechterhelft en andersom. Bij uitval aan een hersenhelft, heeft dat gevolgen aan de andere kant.
Taalcentrum: dit ligt bij rechtshandigen in de linkerhersenhelft. Bij linkshandigen kan het aan beide
kanten liggen.
Limbisch systeem: bevindt zich centraal in de hersenen. Is verantwoordelijk voor emotionele
verwerking en reacties.
Thalamus: het schakelcentrum tussen de hersenstam en cerebrum/grote hersenen.
Hypothalamus: ligt onder de thalamus en heeft een centrale rol bij hormoonhuishouding en
lichaamstemperatuur.
Basale kernen / corpus striatum: De kernen langs de thalamus die samen het corpus
stratum/gestreept lichaam vormen. Ritme en flexibiliteit va bewegingen wordt hier geregeld.
Evenwicht van dopamine en acetylcholine is van groot belang. Dopamine gebrek leidt tot Parkinson
verschijnselen.
Cerebellum / kleine hersenen: coördineren spierbewegingen. Als er iets mis is: praten/lopen ze alsof
ze dronken zijn. Cerebellum heeft ook 2 hersenhelften, en ligt achter de hersenstam onder de
achterhoofd kwab.
Hersenstam/truncus cerebri: verbindt grote hersenen en ruggenmerg, er lopen afferente (sensibel)
en efferente (motorische) banen. Hier bevind zich het centrum voor ademhaling, circulatie,
bewustzijn en (pupil)reflex.
Vaatvoorziening van de hersenen: Hersenen hebben continu glucose en zuurstof nodig. 3 slagaders
brengen zuurstofrijk naar de cirkel van Willis. Vanuit deze cirkel gaan er 3 slagaders naar de
hersenhelften (voorin, zijkant, achterkant).
Bij een MAP lager dan 60mmHG: zuurstoftekort/ischemie wat kan leiden tot bewustzijnsverlies.
Bij een MAP hoger dan 160MMhg: kan leiden tot hersenoedeem en hypertensieve encephalopathie
(hersenziekten).
Het ruggenmerg bestaat uit:
• Sensibele (afferente) banen: van lichaam naar hersenen.
• Motorische (efferente) banen): van hersenen naar lichaam.
• Reflexcentra: ligt in de grijze stof.
, Voor de geboorte loopt het ruggenmerg tot aan de stuit, doordat deze sterker wordt, krimpt de
wervelkolom. Bij volwassene is het ruggenmerg tot aan de bovenste lumbale wervel.
Lumbaal punctie / spinaal anesthesie: de naald wordt een paar wervels lager ingebracht om het
onderlijf te verdoven.
Animale prikkels: gaan van huid en zintuigen naar het centrale zenuwstelsel en dan naar de
skeletspieren: bewegen, praten, mimiek etc.
Het zenuwstelsel wordt opgesplitst in 3 grote delen:
• Vegetatief / autonoom zenuwstelsel = het sympathische en parasympatische zenuwstelsel
• Sympathische zenuwstel = vechten/vluchten/bevriezen
• Parasympatische zenuwstel = rusten/verteren/herstellen
Vegetatief zenuwstelsel: sturen de activiteit van gladspierweefsel, klieren en hart.
Autonoom zenuwstelsel: ademhaling, circulatie, spijsvertering, uitscheiding, voortplanting.
Sympathische zenuwstelsel (stressreactie): hartslag, ademhaling, spierspanning en bloedglucose
stijgt. Transpireren, en vergrote pupillen. Verminderde bloedtoevoer naar huid en buikorganen,
daardoor koude ledematen, droge mond, misselijkheid en verteringsproblemen bij stress.
Noradrenaline: stimuleert alfareceptoren die zorgen voor vasoconstrictie in buik/huid (vernauwing)
Adrenaline: stimuleert betareceptoren waardoor hartslag, ademhaling glucose en spierspanning
toenemen.
Parasympatische zenuwstelsel (opbouwreactie): vaak in rust, en stimuleert reacties voor opbouw en
onderhoudt van het lichaam. Remt stressreacties en activeert klieractiviteit, peristaltiek, mictiereflex
(plassen bij volle blaas) en scherpzien.
Acetylcholine: wordt afgegeven door nervus vagus. Stimuleert o.a. de spijsvertering.
Pijn
Pijn = een onaangenaam gevoel, geassocieerd met weefselschade.
Weefselschade = ontstekingen, trauma, gezwellen of afsluitingen.
Pijn begint met prikkeling van de vrije zenuwuiteinden. Hierbij speelt histamine en prostaglandinen
uit het beschadigde weefsel een belangrijke rol. Vervolgens bereiken de zenuwsignalen via de