Een samenvatting waarbij elk kenmerkend aspect wordt gekoppeld aan gebeurtenissen, oorzaken en gevolgen enzovoort. Dus een duidelijke beschrijving en uitwerking van alle kenmerkende aspecten.
Kenmerkende Aspecten Tijdvak 1 t/m 10 – Geschiedenis
Tijdvak 1 (tot 3000 v.C. / prehistorie)
1. De levenswijze van jagers-verzamelaars
Er bestond geen sociale hiërachie, maar wel een duidelijke taakverdeling. De prehistorie is
de tijd zonder schrift.
2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Wanneer? Tijdens het Neolithicum (11.000 v.C.) Waar? In de Vruchtbare Halvemaan
3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Er was veel vruchtbare grond bij de Eufraat en Tigris (Mesopotamië). De oogsten werden
groter en er ontstond specialisatie en handel, zo kwam de bevolkingsgroei op. Verder
ontstond er hierarchië, waarbij de stadsbestuurders de orde in de stad handhaafden en later
tot koning werden benoemd.
Rond 3100 v.C. ontstond het Egyptische rijk, als eerste staat ter wereld, bestuurd door een
farao.
Tijdvak 2 (3000 v.C. – 500 n.C. / oudheid)
4. De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap
en politiek in de Griekse stadstaat.
Athene was rond 500 v.C. een stadstaat/polis. Alle burgers die het Atheense burgerrecht
bezaten, mochten rechtstreeks meebeslissen over het bestuur van Athene (democratie).
Belangrijkste beslissingen werden genomen door de volksvergadering, waar arme en rijke
burgers deel aan konden nemen.
Filosofen, als Socrates en Plato, waren het niet eens met de democratie, omdat het volk te
dom was.
De Griekse filosofie wordt vaak beschouwd als het begin van de wetenschap.
Alexander de Grote (356-323 v.C.) verspreidde de Griekse cultuur over delen van Europa,
Azië en Egypte.
5. De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur
zich in Europa verspreidde.
Door de veroveringen namen de inkomsten van het Romeinse Rijk toe en er werd een
belastingstelsel ingevoerd. De uitbreiding van hun rijk, verliep goed door diplomatie en het
leger. Het Romeinse Rijk werd geleid door magistraten, die aangewezen werden door
vergaderingen van burgers (republiek).
Gaius Julius Caesar versloeg heel Noord-Gallië en werd dictator van het rijk. Hij werd
vermoord in 44 v.C. en Augustus werd de eerste keizer van het Romeinse keizerrijk.
6. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
De klassieke oudheid en romanisering.
7. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur
van Noordwest-Europa.
De Bataafse Opstand werd gewonnen door de Romeinen, maar de Germanen versloegen de
belangrijkste legioenen van de Romeinen later.
8. De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten.
Het jodendom was de eerste monotheïstische godsdienst. Vanuit hier ontstond ook het
christendom. Het kreeg veel aanhang door de goede organisatie, duidelijke leefregels, de
boodschap dat een eeuwig paradijselijk leven na de dood te verdienen was, status en bezit
onbelangrijk waren en de onverschrokken dood van de martelaren.
, Constantijn de Grote maakte een einde aan de christenvervolging en Keizer Theodosius I
maakte het christendom staatsgodsdienst.
In 476 zette het Romeinse leger keizer Romulus Augustulus af en hierdoor hield het West-
Romeinse Keizerrijk op met bestaan.
Tijdvak 3 (500 – 1000 / vroege middeleeuwen)
9. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Paus Gregorius I zorgde ervoor dat christenen hun geloof verder zouden gaan uitbreiden en
stuurde missionarissen door Europa.
De Franken ontwikkelden zich tot het machtigste volk in Noordwest-Europa. Zij werkten
nauw samen met de katholieke kerk, waardoor de katholieke variant van het christendom
dominant werd en de samenwerking tussen de edelen en de kerk zorgde voor de
verspreiding van het geloof en het vergroten van het grondgebied van het christendom.
10. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
De islam ontstond door het visioen van Mohammed. In het islamitische rijk word een
islamitische munt ingevoerd en het Arabisch geïntroduceerd als taal van bestuur en
wetenschap.
11. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane
cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via het
hofstelsel en horigheid.
Vrije boeren waren verplicht te vechten in het leger. Horigen waren onvrije boeren en
hoefden niet mee te vechten, ze hadden recht op bescherming door hun landheer. Het
economische stelsel uit die tijd wordt het hofstelsel genoemd.
Het hofstelsel ontstond en steden verdwenen door de toenemende onveiligheid, de
afnemende productie van de nijverheid en de afnemende vraag naar specialistische
ambachtelijke kennis en vaardigheden. De lokale gemeenschappen werden zelfvoorzienend.
12. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Het feodale stelsel bestond uit het besturen waarbij leenheren gebieden uitlenen aan
leenmannen, die een eed van trouw aflegden (diensten in ruil voor bescherming en
grondbezit). Nadelen van het leenstelsel waren: -De leen werd beschouwd als een eigendom
-Leenmannen hadden meerdere leenheren, waardoor het ingewikkeld werd en onzeker
welke kant de leenman ging kiezen tijdens oorlogen.
Tijdvak 4 (1000 – 1500 / hoge en late middeleeuwen)
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van
een agrarisch-urbane samenleving.
De landbouwopbrengsten namen toe door nieuwe landbouwtechnieken en dit had 2
gevolgen: 1. Bevolkingsgroei 2. Toename van de handel
De opbloei van de handel zorgde ervoor dat handelssteden nauw samen gingen werken,
waardoor de Hanze ontstond, en dat koningen en landsheren zich actief met de handel
gingen bemoeien. Als laatste ontstond er een groeiende vraag naar geld en hierdoor
kwamen de geldeconomie en geldhandel tot ontwikkeling.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van
steden.
Veel landsheren waren geneigd stadsrecht te verlenen, omdat zij er belastingen en militaire
steun voor terugkregen. Door de toenemende zelfstandigheid van de steden, nam de macht
van de adel af en verzwakte het feodale stelsel.
De komst van alle nieuwe stedelingen, leidde tot meer concurrentie. Om dit te voorkomen
stichtten handelaren en ambachtslieden gilden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AmyHilbolling03. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.