H 1.1 h 1.2 h 1.3 h 2.5.1 h 3.3.1 h.3.3.2 h 3.3.3 h 3.4 h 3.5 h 4.3.1 h 4.3.2 h 4.4
1.1
Kinderen zijn geboren als onderzoeker. Bij alles wat ze doen, leren ze. Door te
ontdekken, verkennen kinderen de wereld.
Bij ‘begrijpen’ worden meerdere zintuigen in verband gebracht en wordt ervaring
opgebouwd. Door interactie met de omgeving wordt een samenhangend geheel van
inzichten en begrippen ontwikkeld. In het ontdekken is activiteit zeer belangrijk.
Onderzoekend leren = al jong grip proberen te krijgen op en betekenis te geven aan
de omgeving door onderzoekende en verkennende activiteiten.
Het denken kent een ontwikkelingspatroon, waarin de stadia en het doorlopen van
niveaus cruciaal is om het volgende te doorlopen.
Constructivisme = nieuw opgedane kennis verbinden aan eerdere kennis. Je bouwt
verder op de cognitieve structuur.
Sociaal constructivisme = nadruk ligt op sociale constructie van kennis.
Kennis = komt tot stand door het interpreteren van informatie. Je maakt het met
elkaar en het bestaat slechts in een sociale context.
Leren = het actief veranderen en construeren van denkmodellen.
Fasentheorie Piaget:
1. Sensomotorische fase (0-2 jaar)
Kinderen ontwikkelen hun motoriek en geheugen met hun zintuigen.
2. Preoperationele fase (2-6 jaar)
Hierin wordt de fijnere motoriek en het taalgebruik ontwikkeld. De fantasie
komt niet altijd overeen met de werkelijkheid. Het kind leert zichzelf kennen en
kan in gedachten handelingen verrichten.
Kwalitatief-constant = water in een glas en water in een pan verschilt niet.
3. Concreet-operationele fase (6-12 jaar)
Abstract en logisch nadenken wordt steeds meer ontwikkeld. Symbolen
worden begrepen en het redeneren wordt ontwikkeld. Het geheugen groeit en
de interesse wordt breder.
4. Formeel-operationele fase (12+ jaar)
Dit is het hoogste stadium van Piaget, waarin kinderen probleemoplossend
leren denken. (Hypothetisch-deductief redeneeren)
Kanttekeningen:
Ieder kind ontwikkeld zich op eigen tempo en niveau
Piaget nam aan dat de omgeving geen invloed had op het niveau van een
kind
Natuur- en techniekonderwijs dient bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen
aangesloten te worden. Sluit aan op de belangstelling en individuele behoeften, om
voort te bouwen op de voorkennis en op die manier effectief te leren.
Met een verhaal kun je aansluiten bij de leefwereld van kinderen. Dat is het startpunt
en daar worden contexten aan verbonden.
Concept-contextbenadering = vakinhoud in contexten aanbieden die voor kinderen
betekenis hebben.
,Concept = begrip (belangrijk idee) uit natuur- en techniekwereld, waarmee
technische en relevante kennis over de natuur kan worden verbonden >> kennis
construeren.
De context bepaalt mede de relevante kennis en diens betekenis.
Het onderwijsaanbod moet gaan over wat kinderen willen doen of weten om aan te
sluiten op niveau van ontwikkeling en het toevoegen van nieuwe elementen. Zone
van naaste ontwikkeling
Kinderen vormen eigen denkbeelden om de wereld te verklaren. Ze koppelen nieuwe
ervaringen aan eerdere. Verkeerde koppelingen leiden tot verkeerde denkbeelden.
Kinderen raken in de war wanneer een leerkracht een voor hen onbegrijpelijk idee
heeft. Ze geven hun eigen ideeën namelijk niet snel op en willen verklaringen
hebben. De hele dag zijn kinderen bezig met het veranderen van aanwezige
begrippen. Denkmodellen worden daarbij opgesteld of veranderd.
Door in te spelen op de ideeën van kinderen, haak je in op natuurlijke
begripsverwerking. Sociale interactie kan helpen bij het onder woorden brengen van
een experiment en zorgt voor reflectie. Er ontstaan nieuwe inzichten.
De basis voor cognitieve ontwikkeling is concrete verschijnselen onderzoeken en het
werken met materialen. Er moet bij natuur en techniek uit worden gegaan van de
materiële werkelijkheid, met de omgeving rond school als bron voor leeractiviteiten
en leerstof. Door te handelen wordt inzicht opgedaan tussen relaties in materialen
(vorm & functie), organismen, levende en niet-levende natuur. Ze leren de natuur
waarderen en verantwoording dragen. Ook kunnen maatschappelijke kwesties aan
de orde worden gesteld.
1.3
In het basisonderwijs zijn weinig onderzoekende lesactiviteiten. Het accent zou
moeten liggen op concreet materiaal. Een aantal uitgangspunten voor natuur- en
technieonderwijs:
Uitgaan van de werkelijkheid >> echte materialen, concrete verschijnselen,
levende organismen
Aansluiten bij cognitieve mogelijkheden en ontwikkelingsniveau kinderen
Uitgaan van leefwereld en leerstof passend bij aard van kinderen
Leren door zelf te handelen
Werkwijzen:
1. Zelfontdekkend leren
Leerlinggestuurd: leerlingen nemen initiatief en beslissen zelf over wat te
onderzoeken. Ze observeren de wereld en structureren deze. De leraar is
begeleider van groepsprocessen. Leerlingen verwerven zelf vaardigheden en
kennis. Deze manier is echter tijdrovend.
2. Overdragend leren
Keerkungen krijgen klassikaal uitleg, waarbij de leerkracht bepaalt wat. Er is
geen onderzoekende houding bij leerlingen. De leerkracht krijgt grip op de
kennisoverdracht, maar de leerlingen onthouden niet lang. De vorm is slechts
effectief bij het geven van vaste handelingsinstructies en kennisoverdracht.
3. Ontdekkend leren
Dit zit tussen de andere in. De ervaringen van leerlingen worden
gecommuniceerd. Het is zowel leerkracht- als leerlinggestuurd. De interesses
, van leerlingen worden serieus genomen en dat stimuleert tot onderzoek. Met
actievragen wordt het leerproces ondersteund.
De leerkracht vraagt om bij leerlingen begrip te brengen. Die vragen kunnen
leerlingen meestal niet beantwoorden en dat kan voor spanning zorgen. Vaak
worden die vragen op het verkeerde moment gesteld, omdat de kinderen er nog
geen ervaring mee hebben opgedaan.
Vragen kunnen gesteld worden ter samenvatting, toepassing of ter formulering van
waarneming. Daarnaast kunnen denkvragen gesteld worden of vragen om
zelfvertrouwen te stimuleren.
Voor natuur en techniek zijn de volgende typen vragen van belang:
Waarderingsvragen
Hiermee maak je leerlingen bewust van de waarde die zij aan de wereld
hechten. Vaak gaat het om subjectieve vragen.
Denk- of redeneervragen
Deze vragen kunnen beantwoord worden door het verrichten van bepaalde
handelingen in gedachten met kennisfeiten. De vragen zorgen voor
denkacties. Kennisfeiten moeten met opgedane kennis in verband worden
gebracht. Ze hebben alleen nut wanneer er sprake is van een causaal
verband dat leerlingen zelf konden waarnemen. Ze breiden dan hun kennis
uit. Hier horen voorspellingsvragen bij, om leerlingen te prikkelen.
o Hoe
o Waardoor
o Waarom (niet te verwarren met reproductie-waarom)
Actievragen/ operationele vragen
Dit zijn vragen die door onderzoek beantwoord kunnen worden en leiden tot
fysieke actie. Deze zijn van fundamenteel belang voor ontdekkend leren,
omdat het uitnodigt om iets te doen en daardoor tot een antwoord te komen.
Gesloten onderzoek = groepsleerkracht geeft de onderzoeksvraag en de weg naar
de oplossing.
Open onderzoek = groepsleerkracht geeft de onderzoeksvraag en leerlingen
bedenken de oplossing.
Bij leerlinggestuurd onderwijs wordt er steeds meer een beroep gedaan op de
verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen.
Bij natuur en techniek kan vaak voor open leervormen worden gekozen.
Hands-on-science-activiteiten = Leerlingen moeten zelf met concreet materiaal
aan de slag gaan. GEEN onderzoekend leren.
Het doel van ontwerpend en onderzoekend leren is om competenties te ontwikkelen
die op een ontwerpende of natuurwetenschappelijke werkwijze aansluiten. Hierbij
gaat het om houdingen, vaardigheden en begrippen/ concepten. Deze manier van
leren is een middel om begrip en kennis te verwerven. Leren ontwerpen en
onderzoeken is een doel om ontwerp- en onderzoeksvaardigheden te beheersen.
Onderzoekend en ontwerpend leren bieden mogelijkheden om met taal- of
wiskundeonderwijs gecombineerd te worden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jannekeoa. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,39. Je zit daarna nergens aan vast.