Hoofdstuk 1
Communicatie
Trends en ontwikkelingen
In dit tijdperk zijn er globaal een aantal grote ontwikkelingen
1. Digitalisering en online
Door sociale media gaat communicatie nu veel sneller en er is een lage drempel om informatie te delen.
Mensen waren vroeger een passieve consument, je keek naar de tv en je las de krant. Nu is iedereen
producent, je plaatst een foto op Instagram of een reactie onder een post van iemand anders.
2. Data driven en real time
De communicatie wordt persoonlijker, omdat er big data wordt opgeslagen door de online activiteit van
iemand. Die big data geeft informatie aan bedrijven, waar zij op kunnen inspelen door bijvoorbeeld
slimme algoritmes. Daarnaast is alles door sociale media sneller geworden.
3. Emotie en de sociale omgeving
Communicatie is nu gefocust op emotie en sociale omgeving in plaats van ratio en individuen. Dit komt
doordat mensen veel makkelijker te beïnvloeden zijn door op emotie in te spelen. Daarnaast heeft de
sociale omgeving ook invloed.
4. Van tekst naar beeld
Een andere ontwikkeling is dat beeld veel belangrijker is geworden. Vroeger stond tekst centraal, nu
staat beeld centraal. Foto’s en video’s worden populairder.
5. Transparantie en open communiceren
Tegenwoordig hebben bedrijven veel minder controle over wat er over hen gezegd wordt. Iedereen kan
namelijk een berichtje plaatsen waarin hij of zij een mening geeft. Daarnaast zijn bedrijven ook
transparanter, omdat alles wat zij doen snel openbaar is. Als een organisatie zich anders voordoet, komt
dat vaak snel naar buiten en wordt het imago van het bedrijf aangetast.
6. Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
Bedrijven moeten kunnen aantonen dat het bedrijf duurzaam en maatschappelijk verantwoord
onderneemt. Het imago van een bedrijf wordt namelijk aangetast als blijkt dat kleding wordt gemaakt
door kinderen die zestien uur per dag werken.
7. Accountability en meetbaar maken
Accountability is het meetbaar maken van het rendement van de communicatie.
Als communicatieprofessional neem je verantwoordelijkheid en leg je verantwoording af, je geeft aan
wat je gaat doen, waarom en wat de mogelijke resultaten zijn = accountability
8. Leven in netwerken
De verbinding tussen individuen en tussen organisaties nemen steeds meer vorm van netwerken
(verzameling van verbonden personen en groepen) aan. Het succes van een organisatie is afhankelijk
van de bindingen in een netwerk. Een gevaar van netwerken is dat organisaties alleen nog in verbinding
staan met gelijkgestemden, waardoor een organisatie een minder goed beeld krijgt van de mensen
buiten die bubbel.
Communicatieafdeling
- Als lijnfunctie
Bij deze functie hangt de afdeling
communicatie wat meer onderaan
de tak.
(Ezelsbruggetje: Communicatie
hangt als het ware aan de lijn)
- Als sta unctie
Bij deze functie heeft de
communicatieafdeling meer
inspraak en een ‘hogere’ functie
(Ezelsbruggetje: Sinterklaas, want
sta unctie)
Drie hoofdtaken van communicatie
1. De reputatie
Ten eerste gaat het om het bouwen en beschermen van de reputatie en om het bouwen van relaties. Op
die manier werk je aan het in- en externe vertrouwen in de organisatie.
2. De regie
Ten tweede gaat het om de juiste toon en timing, de regie. Hierbij breng je de analyses en
Pagina 1 van 21
ff ff
, communicatiestrategie in praktijk. Een heldere kernboodschap met gekoppelde thema’s is erg
belangrijk. Zeker nu er zoveel verschillende kanalen zijn is het belangrijk dat er niet te veel verschillende
boodschappen zijn, maar dat alles op elkaar aansluit.
3. De realisatie
Ten derde gaat het om de realisatie, dit is het creatieve gedeelte. Hier zijn onderscheidende concepten
belangrijk die de boodschap verwoorden en/of verbeelden.
Beroepsniveaupro elen
Deze beschrijven het werkterrein en de verantwoordelijkheden van de communicatieprofessional in zes
kerntaken.
1. Analyseren (in kaart brengen)
- Vaststellen van het organisatieprobleem en communicatievraag.
- Opzetten en uitvoeren van onderzoek.
- Onderzoeken van issues en trends in de markt en de maatschappij.
2. Adviseren (de organisatie communicatiever maken)
- Bepalen van de communicatieaanpak en inzet van middelen.
- Adviseren over identiteit, reputatie en merk.
- Versterken van interne communicatie.
3. Integreren (communicatieprocessen plannen, afstemmen en implementeren)
- Realiseren van de communicatie.
- Aansturen van samenwerken met andere professionals.
4. Creëren (iets doen ontstaan)
- Bedenken van campagnes en concepten.
- Maken van content in tekst en beeld.
5. Begeleiden (de organisatie en mensen communicatiever maken)
- Coachen en ondersteunen van de communicatie van anderen.
- Communicatief ondersteunen van projecten.
6. Organiseren (zorgen voor ontmoetingen)
- Verzorgen van events en bijeenkomsten.
- Realiseren van advertenties en middelen.
Hoofdstuk 2
Basics over communicatie
ZBMO-model
Communicatie is een proces dat begint bij een zender (Z). Die zender wil iets overdragen. Hij heeft een
boodschap (B) die hij via een medium (M) naar een ontvanger (O) stuurt.
Bijvoorbeeld:
Een medewerker (zender) vraagt een vrije dag aan (boodschap) via een mail (medium) aan de directeur
(ontvanger).
De boodschap is essentieel in het model. Er zijn vier aspecten van de boodschap te onderscheiden:
1. Een zakelijk aspect: de beschrijving van feiten, de informatie in de boodschap.
2. Een expressief aspect: het gevoel, de emotie die de zender via de boodschap uit.
3. Een relationeel aspect: de verhouding van de zender en ontvanger tot elkaar.
4. Een appellerend aspect: het beroep op de ontvanger om iets te doen.
Pagina 2 van 21
fi
, Om een boodschap te verzenden moet de boodschap eerst omgezet worden in woorden en/of beelden, dit
heet encoderen. De ontvanger zet op zijn beurt de boodschap weer om in gedachten, dit heet decoderen.
Hier speelt een kernprobleem bij communicatie, want je geeft vaak een hele andere betekenis aan wat een
ander doet of zegt (miscommunicatie).
De reactie die de zender van de ontvanger krijgt heeft feedback. Wanneer de zender op de feedback
reageert heet dat een terugkoppeling.
Ruis
Factoren die het communicatieproces verstoren, noemen we ruis.
- Interne ruis
De zender kan niet goed encoderen of de ontvanger kan niet goed decoderen.
Dit is bijvoorbeeld het geval als de zender en ontvanger niet dezelfde taal spreken.
- Externe ruis
Dit is een invloed van buitenaf.
Dit is bijvoorbeeld bij een gesprek achtergrondgeluid waardoor de zender en ontvanger elkaar niet
kunnen verstaan.
Redundantie
Redundantie is overtollige informatie. In dat geval bevat de informatie geen nieuws voor de ontvanger en is
de informatie vaak niet zinnig voor de ontvanger. Bijvoorbeeld een nieuwsbericht in de krant waar precies
dezelfde informatie instaat als een bericht wat je al hebt gelezen. Bij een college kan redundantie juist zinnig
zijn omdat de informatie vaker wordt herhaald, waardoor je die beter onthoudt.
Beperkingen van het klassieke communicatiemodel:
Het klassieke communicatiemodel is in de praktijk complexer dan dat het lijkt in de theorie.
- De ontvanger is nooit passief
In het ZBMO-model is de ontvanger passief. In de praktijk klopt dat niet want de ontvanger komt altijd tot
een eigen interpretatie van en betekenis van de boodschap door persoonlijke selectie en verwerking. De
ontvanger selecteert zelf informatie en koppelt die informatie aan wat hij al weet en gelooft.
- De macht verschuift naar de ontvanger
De macht lag vroeger bij de zender, maar verschuift steeds meer naar de ontvanger, omdat de ontvanger
zelf bepaald waar hij of zij naar kijkt.
Communicatie gaat dus niet over zenden en ontvangen, maar gaat over begrijpen en verbinden. Het gaat
dus over twee actoren die tegelijkertijd zenden en ontvangen.
Communicatie: Een proces van tweerichtingsverkeer waarbij de interactie essentieel is.
Soorten communicatie
Vocaal/auditief Non-vocaal/visueel
Verbaal (bewust) Gesproken woord Geschreven, gedrukt woord
Non-verbaal Intonatie, timbre, pauze Gebarentaal, lichaamshouding,
(meer overtuigend en vaak uiterlijk, kleding, reuk, smaak en
onbewust) ruimte
Pagina 3 van 21